
Zowel in (vroege) aardappelen als in aardappelopslag werden de voorbije weken al veelvuldig coloradokevers opgemerkt. Vooral op plaatsen waar vorig jaar veel kevers aanwezig waren, merkt het PCA een zeer grote aanwezigheid. Echter, ook in regio’s waar in het verleden weinig problemen waren, wordt een sterke aanwezigheid gemeld.
Pak aardappelopslag aan
Als mogelijkheden om de coloradokever aan te pakken noemt Kurt Cornelissen van het PCA in de eerste plaats de aanpak van aardappelopslag. Als deze opslagplanten er niet zijn wordt de eileg en larvale ontwikkeling bemoeilijkt. Dit kan de populatie een ferme tik geven. Wanneer de aardappelopslag vernietigd wordt als ze zich in het eerste of tweede larvale stadium bevinden, zijn de larven niet meer in staat om te migreren naar aardappelpercelen in de buurt. De vernietiging van de aardappelopslag verhindert dat de larven zich verder ontwikkelen tot het stadium waarin ze verpoppen tot kever.
Het aanpakken van de aardappelopsalg noemt Kurt Cornelissen ook interessant in de bestrijding van nematoden en/of aardappelplaag.
Larven bestrijden
Stellen we toch larven vast op aardappelopslag dan dienen deze bestreden te worden. Echter zijn in maïs, bieten, cichorei geen middelen erkend ter bestrijding van de coloradokever. Inzet van insecticiden tegen bladluizen of rupsen kan mee de coloradokever aanpakken.
Tijdens de teelt ingrijpen
Gelukkig is er tijdens de aardappelteelt wel een breed gamma aan middelen erkend om de coloradokever aan te pakken. Kurt Cornelissen adviseert om geen breedwerkende middelen in te zetten omdat deze ook de ‘nuttigen’ aanpakken. De voorkeur dient te gaan naar selectieve middelen. Het PCA kan helpen met de ter beschikkingstelling van een lijst met erkende middelen.
Als laatste advies oppert Kurt Cornelissen de mogelijkheid om volleveldsbehandelingen achter wege te laten. Immers komen doorgaans haarden van coloradokever langsheen perceelsranden voor. Pleksgewijze behandelingen kunnen dus volstaan.
Opkomstproblemen
Hoewel de weersomstandigheden gunstig zijn voor een vlotte op-komst, bereikt het PCA nogal wat meldingen van opkomstproblemen. Voorlopig hebben de meldingen vooral betrekking op de rassen Première, Challenger en Bintje (en in mindere mate Fontane). In een aantal gevallen gaat het om poters die rotten in de grond, maar er is ook melding van poters die intact blijven, maar niet willen kiemen.
Een aantal van deze problemen kent ongetwijfeld zijn oorsprong in het vorige seizoen geeft Ilse Eeckhout aan. Eerst was er de droogte en later kwam er de groeispurt, een boost die in consumptieaardappelen geleid heeft tot moeilijk afrijpende partijen met bewaarproblemen als gevolg.
Ook de teelt van pootgoed verliep anders dan normaal. De vitaliteit van het gewas was bijzonder groot op het ogenblik van loofdoding. In Bintje trad bovendien ook doorwas op in sommige regio’s.
Wie te maken krijgt met pootgoed-problemen die bij levering aanwezig, maar niet zichtbaar waren (verborgen gebreken), doet er goed aan zijn leverancier op de hoogte te brengen om samen tot een over-eenkomst te komen. Vergeet ook niet uw afnemer op de hoogte te brengen van de opkomstproblematiek en uw contract na te lezen i.v.m. het niet kunnen aanleveren van gecontracteerde hoeveelheden.