Als ik de verkiezingsprogramma’s van de partijen in verschillende gemeentes zie, dan gaan ze over randbos, speelbos of bufferbos: ze weten altijd een nieuwe naam te vinden. Het enige dat je ziet is dat boerenraadsleden of schepen van landbouw van een partij zelf bomen staat te planten in het oog van televisiecamera’s of het fototoestel van een krant of tijdschrift. Ik stel me dan de vraag of het wel nut heeft dat een boer in de politiek gaat.
Het enige dat ik kan vaststellen is dat het altijd buurtbewoners of mensen met een groene gedachte zijn die tegen nodeloze verspilling van landbouwgrond zijn. Vraag me dikwijls af of wij boeren vogelvrij zijn.
Stond er iets voor de landbouw in de verkiezingsprogramma’s? Neen hoor! Stonden er kiesborden op landbouwgrond? Ja hoor! Onze landbouw of onze boeren worden al decennia stiefmoederlijk behandeld. Ze zijn dankzij de gedaalde aantallen electoraal niet van grote betekenis. Onze landbouw wordt meestal nog slechts als pasmunt gebruikt wanneer op federaal en Europees vlak onderhandeld wordt. De lokale verkiezingen met hun kandidaten hebben weinig of geen invloed op de economische en financiële beslissingen die genomen worden op federaal en Europees vlak, waar de besluitvorming gebeurt. Onze politiekers op dit niveau, kennen spijtig genoeg het woord “fysiocratisme” niet.
Fysiocratisme is het gegeven en de wetenschap dat de landbouw aan de basis ligt van alle welvaart, door de eeuwen heen. Of zijn ze het vergeten? Of hebben ze teveel eigenbelang. Of steunen ze slechts de agro-industrie? Feit is dat ze de basis, de boer, koudweg saneren. Ze ondernemen niets ter bescherming en nemen geen enkele ondersteunende maatregel, zoals prijsgaranties en dergelijke meer. Zoals Europa nu bezig is komt onze landbouw steeds meer in nood en wordt alles industrieel met alle nefaste gevolgen van dien!