voor de sector.

Tegelijk is er de diversiteit: de verschillende dialecten die ons platteland rijk is, de verschillende manieren waarop men aan het vrij ondernemerschap invulling geeft en de emotionele omgang met voor- en tegenspoed. Vergelijk bijvoorbeeld de relatieve kalmte van de fruitteler die zijn appels verbrand aantreft en de onrust van de aardappelteler die met de aardappelen op weg van veld naar loods een regenbui treft.
De boeren die besloten hun lief en leed te delen met de grote buitenwereld verdienen ons grootste respect. Ze stellen zich kwetsbaar op om de goede zaak, meer begrip voor boeren, vooruit te helpen. Het publiek is alvast geïnteresseerd. Het programma trok met haar première een zeer respectabele 340.000 kijkers. Het zijn hopelijk mensen die voortaan met een andere blik naar de velden en het eten in de supermarkt kijken.
Het programma wordt gesponsord door Boerenbond, dat het programma laat kaderen binnen de campagne #Boerentrots. De organisatie lijkt naast de traditionele lobby richting politiek en beleid een tweede poot verder te willen ontwikkelen: de directe communicatie met de 6,5 miljoen burgers die ten minste 3 keer daags al dan niet verwerkte landbouwproducten eten.
De keuze voor positieve communicatie – laten zien wat je doet – moet misschien komaf maken met het klagerige imago dat boeren soms hebben in de samenleving. De organisatie zelf voelt wellicht aan dat landbouwers zelf gemakkelijker door de goegemeente geloofwaardig en sympathiek worden gevonden, dan een groot instituut. De boodschap – denk aan ons als je beleid maakt of in de supermarkt staat – komt bovendien beter aan wanneer mensen een warm gevoel hebben bij de beroepsgroep, die uniek mag heten in ons economische en maatschappelijke landschap.