www.groentenadvies.be geeft info op maat

Bemesting van vollegrondsgroenten is en blijft moeilijk. Heel wat factoren beïnvloeden de stikstofbalans en op het juiste tijdstip de juiste dosis en het juiste type mest met de juiste techniek toedienen, vraagt kennis en ervaring. Inagro-adviseur bodem en bemesting Bram Van Nevel geeft ons woord en uitleg: “Groenten hebben vaak een grote behoefte aan stikstof om een voldoende opbrengst en kwaliteit te garanderen. Ook de hoeveelheid latente stikstof (de minimale hoeveelheid stikstof nodig in de bodem om opname van stikstof te hebben) is vaak hoog.

Verder is de vrijstelling van stikstof uit organische stof moeilijk in te schatten omdat veel factoren hierop een invloed hebben. Denk maar aan vocht, temperatuur, bodemleven…

Daarom is het bemesten in meerdere fracties en op advies van belang. Bij korte teelten zoals spinazie zal je het advies voor het zaaien moeten inwinnen, bij bloemkool kan dit 3 à 4 weken na het planten en bij prei kan dit een achttal weken na het planten. ”

Demoproject Groente-N-advies

Om de groenteteler te helpen in hun beslissingen rond bemesting, is het demoproject Groente-N-advies in het leven geroepen. Hier reiken de projectpartners groentetelers tips aan om hun bemesting met ruimere kennis uit te voeren. “Proefcentra die onderzoek doen naar bemesting in de groenteteelt verzamelden al heel wat kennis over goede bemestingspraktijken”, vertelt Onno Bes van PSKW.

Van Nevel: “De site is de bundeling van alle info van zowel Inagro, PCG als PSKW. Een groot aantal van de teelten waarrond we actief zijn komen bij alle partners voor, maar telkens zijn er wel enkele verschillen. Dit kan de grondsoort zijn of de afzetmarkt (vers of industrie) of de teeltrotatie. Zo worden de ervaringen van alle partners gedeeld.”

Het 4J-principe

Het demoproject streeft naar de toepassing van het 4J-principe. De J staat voor ‘juist’: op het Juiste tijdstip bemesten, met de Juiste dosis, het Juiste type mest en de Juiste bemestingstechniek.

Dat het type meststof en de manier van toedienen van belang zijn, illustreert Van Nevel met een voorbeeld: “Heeft het gewas snel nood aan stikstof, dan is kalknitraat een goed type, hier is de stikstof 100% onder nitraat aanwezig. Is het een bijbemesting in prei half oktober dan wordt best type gebruikt met weinig nitraatstikstof en meer ammonium of ureum stikstof. Ureum en ammonium kunnen zich wel hechten aan de bodem en zullen geleidelijk omzetten naar nitraat.

Prei is de moeilijkste om tot een goed nitraatresidu te komen, zeker winterprei. Ook de teelten na bloemkool of spruitkool worden best voorzichtig bemest aangezien heel wat stikstof kan vrijgesteld worden uit de oogstresten van bloem- en spruitkool.”

Bovendien kan de gebruiker al bijleren over de gevolgen van zijn keuze voor een bepaald type meststof.

Verder leert de website de gebruiker dat bodemanalyses met bijhorend stikstofadvies veel vertellen over het juiste tijdstip en de juiste dosis. Een gefractioneerde bemesting die daaruit volgt, leidt tot minder uitspoeling van nitraat. “Dat is veruit de belangrijkste kostenefficiënte maatregel die de nitraatresiduen in de groenten kan minimaliseren en tegelijkertijd een economisch aanvaardbare opbrengst mogelijk maakt”, verduidelijkt Van Nevel.

Elk van de 4 J’s kun je individueel of gecombineerd bereiken. De website www.groententeelt.be zal hierom dus verschillende tips verschaffen, via korte berichtgeving.

Goed opgepikt is het halve werk

De projectpartners deden en doen nog steeds ervaring op met bemestingstechnieken in de praktijk. Tijdens het project, dat overigens 2 jaar duurt, breiden ze die kennis verder uit bij landbouwers en op demopercelen. Hierover wordt dan ook verslag uitgebracht op www.groentenadvies.be.

Voorlopig wordt de informatie via de site al goed opgepikt. Van Nevel: “We merken dat de site via verschillende kanalen zijn weg vindt naar de landbouwers. We trachten om in die 2 jaar dat het project duurt, zoveel mogelijk informatie te verspreiden en de website zoveel mogelijk bekendheid te geven.”

Demopercelen en toppercelen

Bij de oprichting van de site werd gekozen niet per groente te focussen. Van Nevel geeft aan dat dit binnen het project niet mogelijk is. “De focus ligt op percelen met een groot areaal en een verhoogd nitraatresidu. We willen enerzijds onze inzichten en ervaringen uit proefveldonderzoek frequent toelichten en anderzijds ook telers die sterk inzetten op een oordeelkundige bemesting aan het woord laten”, geeft hij mee.

Daarom werd de opdeling gemaakt tussen ‘Toppercelen’ en ‘Demopercelen’. Het luik ‘Toppercelen’ zet percelen in de kijker van landbouwers die hun bemesting trachten te optimaliseren zonder in te boeten op kwaliteit en opbrengst. Hun bemestingsstrategie kan andere groentetelers inspireren.

In het luikje ‘Demopercelen’ demonstreren de projectpartners de beste bemestingspraktijken in diverse teelten én nog vaak voorkomende praktijken die risicovol zijn voor nitraatuitspoeling.

Zowel algemeen als specifieke informatie

De teler zal zo niet alleen geïnformeerd worden over proefveldonderzoeken, maar ook over wetgeving en over de ervaringen van andere telers. De website bundelt ook nieuwsberichten en agendapunten van de projectpartners. “We proberen zowel specifieke zaken te brengen als algemene. De top- en demopercelen gaan dan vooral over een aantal teelten, in de nieuwsberichten proberen we ook zaken te plaatsen die voor iedereen van belang zijn. Daarbij denk ik aan info rond het MAP, invloed van droogte op bemesting, het proces mineralisatie…”

Marlies Vleugels