Waarom veldbonen toasten?
In het teeltplan van veel biologische veehouders vormen mengteelten, zoals veldbonen met triticale, een vaste waarde. Dit zorgt niet alleen voor een hogere drogestofopbrengst, maar vooral voor een hogere eiwitproductie per hectare. In het rantsoen kan zo een groter deel van de eiwitbehoefte ingevuld worden met eigen voedermiddelen.
Een aandachtspunt is echter de benutting van dit bedrijfseigen eiwit. Een groot deel van het eiwit in veldbonen is onbestendig en wordt dus snel afgebroken in de pens. Hierbij gaat een deel verloren onder de vorm van ureum via urine, mest en melk. In rantsoenen voor hoogproductief melkvee is daarom ook nood aan bestendig eiwit dat niet wordt afgebroken in de pens. Dit eiwit komt verderop in het maagdarmkanaal ter beschikking en is een bijkomende eiwitbron om aan de hoge eiwitvereisten van de dieren te voldoen. Sojaschroot of -schilfers leveren doorgaans dit bestendig eiwit.
Een hittebehandeling (toasten) maakt een deel van het onbestendig eiwit in veldbonen bestendig. Onderzoeksresultaten geven aan dat de voederwaarde, met name het darmverteerbaar eiwit (DVE)-waarde, hierdoor aanzienlijk verbetert. Bovendien verminderen de antinutritionele factoren en verhoogt de bewaarbaarheid.
In Denemarken en Frankrijk zijn al enkele jaren mobiele toasters actief die ter plaatse op het bedrijf veldbonen toasten. Een mobiele toaster is gemonteerd op een vrachtwagen waarop ook veldbonen uit de mengteelt kunnen gescheiden worden. De machine kan 4 ton per uur verwerken. Bij het toasten worden de veldbonen door de machine geblazen met hete lucht van 280 °C. De hittebehandeling duurt enkele tientallen seconden en de veldbonen verlaten de machine met een kerntemperatuur van 110 °C.
In 2019 werd een Franse mobiele toaster naar Vlaanderen gehaald en werd een mengsel van triticale en veldbonen getoast. De impact op de voederwaarde werd geanalyseerd en bij 3 biologische melkveebedrijven werd de melkproductie opgevolgd bij een gedeeltelijke vervanging van sojaschilfers door getoaste veldbonen.
Effect op de voederwaarde
Via de ‘in sacco’ methode, een verteringsproef met gefistuleerde koeien, werden de voederwaarde en de afbraakkarakteristieken van de getoaste zaden bepaald. Deze bepaling liet toe om nauwkeurige voederwaarden te bepalen voor de rantsoenberekening. De resultaten voor (getoaste) veldbonen en (getoaste) triticale staan samengevat in tabel 1.
Hieruit kunnen we afleiden dat het toasten van veldbonen zorgt voor een stijging van het bestendig ruw eiwit (% BRE), waardoor de DVE-waarde toeneemt met 38% en de OEB-waarde daalt. Het totale effect van toasten op de voederwaarde van triticale was nog niet gekend, maar de resultaten tonen aan dat de DVE-waarde van het graan eveneens stijgt. Ook het bestendig zetmeel (% BZET) stijgt met zo’n 20%. Dit is een bijkomend voordeel voor rundveerantsoenen. Het zetmeel uit graan breekt immers snel af in de pens en als grotere hoeveelheden gevoederd worden neemt de kans op pensverzuring toe. Door de toename in bestendig zetmeel door toasten, kan meer graan gevoederd worden. Met deze voederwaarden op zak werden de getoaste producten uitgetest in een voederproef op praktijkbedrijven.
Opzet voederproef
Technische en economische evaluatie
Beter voersaldo
In de 4 proeven zorgde de vervanging van sojaschilfers door getoaste veldbonen voor een daling van de voederkost, terwijl de melkproducties nagenoeg gelijk bleven. Hierdoor steeg overal het voersaldo. Op jaarbasis levert dit, afhankelijk van de resultaten van de 4 proeven, een besparing op van 13 tot 34 ton sojaschilfers en een winst van 6.000 tot 21.000 euro voor een bedrijf met 100 melkkoeien. Aangezien gangbaar sojaschroot een pak goedkoper is dan biologische sojaschilfers is het financiële plaatje op een gangbaar bedrijf anders. Gemiddeld blijft het voersaldo ongeveer gelijk, met een beperkt financieel nadeel in proef 2 en 4 en een beperkt financieel voordeel in proef 1 en 3.
Deze proef kwam tot stand dankzij de financiële steun van de Vlaamse overheid via het CCBT project ‘Toasten van vlinderbloemigen voor een betere voederwaarde’ in samenwerking met het Vlaio-LA Traject Ekopti (Eiwit in de koe optimaliseren).