Voor de overige bedreigde grond gaat het om 10 ton per jaar. Er zijn meerdere factoren die aan erosie bijdragen. De ligging, de hellingsgraad en de textuur van de bodem zijn slechts enkele van de vele factoren die meespelen. “Vaak zijn de gewassen die op dergelijke percelen geteeld worden, ook niet de beste gewassen om erosie tegen te gaan”, staat in de indicator te lezen. Daarenboven worden er weinig efficiënte maatregelen genomen om bodemerosie tegen af te remmen.
Volgens het rapport is het acute risico op erosie in vergelijking met het startjaar 2008 wel afgenomen. Dat zou het gevolg zijn van de maatregelen die sinds 2005 werden genomen. Sinds dat jaar gelden er namelijk op de meest kritieke velden verplichte maatregelen.
Deze maatregelen houden onder meer in dat er aan niet-kerende bodembewerking gedaan moet worden en er bodembedekkers ingezaaid moeten worden na de hoofdteelt. Deze ingrepen kunnen de erosie tot 85 procent verminderen.
De auteurs van het rapport komen ook tot de conclusie dat er maïs wordt geteeld op meer dan de helft van de gronden met het hoogste risico. “Op ongeveer 500 hectare daarvan had de boer geen of nauwelijks erosie-milderende maatregelen genomen. Vaak worden er gewassen geteeld die de bodem te weinig bedekken, wat de erosie-kwetsbaarheid verhoogt. Voorbeelden van dergelijke gewassen zijn aardappelen, bieten en groenten.” Grasland vormt voor deze percelen volgens hen een betere oplossing.





