Startpagina Archief

Opbouw van het proefveldnetwerk

Leestijd : 2 min

Net als de voorgaande jaren is het normaal netwerk silomaïs opgesplitst in 2 groepen op basis van de vroegrijpheid van de rassen. Een eerste groep groepeert de zeer vroege tot vroege rassen (FAO index ≤ 230). De halfvroege tot late rassen (230 < FAO index ≤ 270) vormen de tweede groep.

In het normaal netwerk van 2020 werden de betere rassen van de afgelopen jaren uitgezaaid samen met de koplopers van het CIPF voorlopig netwerk van 2019. Daarbij komen nog recent op de Belgische rassencatalogus ingeschreven hybriden en tenslotte nog een aantal goed presterende rassen die in 2019 hun eerste jaar meeliepen in de officiële rassenproeven.

De proefvelden voor het netwerk worden aangelegd in de verschillende landbouwstreken van Laag- en Midden-België. Er is een gerandomiseerde blokkenproef met 4 herhalingen op elke locatie waarbij van de 4 uitgezaaide rijen enkel de 2 middelste rijen machinaal geoogst, gewogen en geanalyseerd worden.

In het netwerk met de zeer vroege tot vroege rassen werden afgelopen jaar 39 rassen getest. De resultaten van 6 locaties werden in de synthese van 2020 verwerkt: Ath (Carah), Bossut, Meeuwen en Saint Symphorien (CIPF), Lendelede en Melle (LCV). De verschillende rassen werden vergeleken ten opzichte van 4 standaardrassen (Activiti CS, Elstream, LG 31235 en SY Talisman). De gemiddelde opbrengsten van de verschillende proefvelden gingen van 15,4 tot 21,2 t/ha bij een drogestofpercentage tussen de 35,8 en 42,1% bij de oogst.

Het netwerk met de halfvroege tot late rassen (230 < FAO index ≤ 270) bestond uit 44 rassen. De synthese van deze groep steunt op de resultaten van 7 proeflocaties in Laag- en Midden-België: Ath (Carah), Boutersem, L’Ecluse, Oosteeklo en Overpelt (CIPF) en Lendelede en Melle (LCV). Voor dit netwerk werden volgende 4 standaard-rassen geselecteerd: ES Ruffy, Isigni CS, LG 31276 en RGT Bixx.

De standaardrassen zijn rassen die reeds meerdere jaren getest zijn en worden gekozen omwille van hun regelmatige en bevredigende eigenschappen voor de belangrijkste rascriteria. De gemiddelde opbrengsten van de verschillende proefvelden in de late groep gingen van 16,0 tot 23,1 t/ha bij een drogestofpercentage tussen de 34,4 en 40,2% bij de oogst.

De bepaling van de voederwaarde via NIRS van de verschillende variëteiten zijn uitgevoerd in samenwerking met de Afdeling Valorisatie van landbouwproducten van het CWRA te Gembloux en het Provinciale Laboratorium van Henegouwen. Voor de bepaling van de verteerbaarheid van het organisch materiaal wordt gewerkt met de M4 equilibratie-curve van Aufrère.

Actueel

Landbouworganisatie in Frankrijk roept op tot blokkades vanwege slachten van runderen door nodulaire dermatose

Boerenprotest De Confédération Paysanne, de op 2 na grootste landbouworganisatie van Frankrijk, heeft op 12 december opgeroepen tot ‘blokkades in heel Frankrijk’ uit protest tegen de aanpak van de regering van de besmettelijke nodulaire dermatose, ook wel Lumpy Skin Disease (LSD) genaamd. De regering heeft verklaard dat het ‘slachten’ van besmette runderen ‘de enige oplossing’ is om ‘de sector te redden’.
Voir plus d'articles
Meest gelezen