debietmeters definitief goed
De verplichting geldt dus niet voor composteringsinstallaties. De automatische en onmiddellijke verzending moet gebeuren op digitale wijze, via het internet.
Waar installeren?
Op elke bewerkings- of verwerkingseenheid moet een debietmeter worden geplaatst op elk aanvoer- of afvoerpunt van vloeibare meststromen. Ook moet op elke relevante interne overgang binnen de bewerkings- of verwerkingseenheid een debietmeter worden geplaatst.
Relevante interne overgangen zijn interne overgangen die de goede werking van de bewerkings- of verwerkingseenheid staven. Die worden bepaald in overleg tussen de betrokken uitbater en de Mestbank.
De externe debietmeters moeten het start- en eindmoment van de meting, de debietmeterstand bij die momenten en het unieke identificatienummer kunnen registreren bij elke we-ging. De Mestbank zal een identificatienummer toekennen aan elke debietmeter.
De debietmeters moeten ook de gegevens van de metingen automatisch en onmiddellijk kunnen verzenden naar de Mestbank. Als het een meting is die betrekking heeft op een aan- of afvoer met een transportdocument, moet ook het nummer van dat transportdocument geregistreerd worden en samen met de andere gegevens verzonden worden naar de Mestbank.
De debietmeters moeten ook beschikken over een meldingsfunctie waarbij een automatische melding naar de Mestbank verstuurd wordt op het moment dat de debietmeter afstaat of niet correct werkt.
Meldingsfunctie
De interne debietmeters die al zijn geïnstalleerd op de interne overgangen binnen de bewerkings- of verwerkingsinstallatie, moeten niet in staat zijn om de gegevens onmiddellijk en automatisch te versturen naar de Mestbank. De debietmeters moeten ook beschikken over een meldingsfunctie waarbij een automatische melding naar de Mestbank verstuurd wordt op het moment dat de debietmeter afstaat of niet correct werkt.





