groener moeten boeren
Na bijna 3 jaar onderhandelen ligt er nu terug een nieuwe versie klaar die het landbouwbeleid in de periode 2023-2027 zal bepalen. De onderhandelaars bikkelen al jaren over deze hervormingen. Centraal in het debat stond de vraag hoe de landbouwsector nauwer aansluiting kan vinden bij het ambitieuze Europese klimaatbeleid – de Green Deal – zonder de inkomens van de landbouwers op losse schroeven te zetten.
Volgens de ene is die combinatie nu prima gelukt, voor de andere niet. Het is dan ook een moeilijke evenwichtsoefening om alle actoren in dit verhaal tevreden te stemmen. “Dit akkoord gaat écht iets veranderen”, zegt bijvoorbeeld Frans Timmermans, de Nederlandse eurocommissaris belast met het klimaat. “Het landbouwbeleid wordt groener en eerlijker. Het is niet volmaakt, maar toch een grote stap in de juiste richting." Voor de natuurorganisaties gaan de maatregelen weliswaar niet ver genoeg.
De 2 pijlers, rechtstreekse inkomenssteun en plattelandsontwikkeling, zijn gebleven. Volgens het akkoord moeten de lidstaten nu wel tot 25% van die rechtstreekse inkomenssteun reserveren voor landbouwers die voldoen aan ecologische voorwaarden. Dit zijn overeenkomsten waarbij bijkomende inspanningen gevergd worden op vlak van biodiversiteit, landschapskwaliteit, dierenwelzijn, koolstofopslag... Het akkoord stipuleert voorts dat 35% van het budget voor plattelandsontwikkeling gereserveerd moet worden voor klimaat- en milieuvriendelijk beleid. Het is echter een gemiste kans dat slechts 3% van het budget naar jonge boeren – toch wel de toekomst van de sector – moet gaan.
Het is nu aan de individuele lidstaten om dit GLB tegen eind dit jaar om te zetten in een eigen beleid. De grotere beslissingsvrijheid voor de lidstaten kan opportuniteiten bieden voor de Vlaamse eigenheid van de sector. Hopelijk krijgt dit Europese pakket dus een passende Vlaamse verpakking...





