Dat is een stijging met bijna 8% tegenover 2019. Bij 41 biologische landbouwbedrijven zijn er meerdere diergroepen (runderen, varkens, pluimvee...) als bio geregistreerd op het bedrijf. Bij de overige 131 dierlijke producenten staan er dieren behorend tot 1 specifieke doelgroep onder biocontrole.
Er was in 2020 weer een toename van landbouwbedrijven die actief zijn in de biologische pluimveehouderij. Na jaren van status quo vertoont ook het aantal bedrijven met minstens 20 schapen en minstens 20 geiten een aanzienlijke groei. Het aantal bedrijven met minstens 5 stuks biorundvee stabiliseert.
Het totale aantal dieren die als biologisch zijn geregistreerd, neemt in Vlaanderen toe met 4% ten opzichte van 2019. Zonder het pluimvee is dat zelfs een stijging met 20%. In vergelijking met de totale veestapel is het aandeel bio echter nog heel beperkt.
Het aantal varkens onder biocontrole kent een opmerkelijke groei (+59%). De groei in de biologische pluimveehouderij zet zich door met een stijging van 4%. Ongeveer 45% hiervan zijn legkippen, 41% zijn vleeskippen en de overige 15% zijn opfokpoeljen. Het aantal biogeiten is met een vijfde gegroeid, terwijl het aantal schapen dat op biologische wijze wordt gehouden met meer dan een kwart is afgenomen.
Bekijken we dit in detail op provinciaal niveau, dan blijkt meer dan 7 op 10 biogeiten in Oost-Vlaanderen gehouden te worden, terwijl het grootste aantal schapen onder biocontrole geregistreerd is in de provincie Antwerpen (39 %). In West-Vlaanderen vinden we ruim 4 op 10 biovarkens, en ook het grootst aantal biorunderen. Meer dan 60% van alle biologisch gehouden pluimvee bevindt zich in Oost- en West-Vlaanderen.
