Dat areaal bestaat voor ongeveer 94% uit klavergewassen die gebruikt worden ter verbetering van de bodemstikstofvoorziening en als eiwitrijk ruwvoeder in de veeteelt.
Akkerbouwteelten (exclusief aardappelen) winnen terrein en nemen nu 17% in van de Vlaamse bio-oppervlakte. De stijging van het akkerbouwareaal is in grote mate te danken aan een toename bij de graangewassen. Maïs (396 ha), triticale (234 ha) en tarwe (205 ha) zijn hierbij de belangrijkste teelten.
De teelt van aardappelen, groenten en kruiden, zowel onder glas als in openlucht, beslaat 12% van het bio-areaal. Ruim 186 ha hiervan wordt gebruikt voor de aardappelteelt. Net als in het voorgaande jaar vertoont de biologische fruitteelt een stevige groei (+7%). 85% van het biologisch fruitareaal is voor appelen, peren, kersen en pruimen.