
Vezelhennep
Vruchtwisseling
Wintergerst
In de wintergerst lichtte Renik Van de Eynde proefveldwerking toe inzake de invloed van de zaaidatum én het tijdstip van de insecticidenbehandeling op de bladluispopulatie en de infectie met het gerstvergelingsvirus.
Inzaaien van tolerante of resistente rassen helpt al. In wintertarwe zouden deze eigenschappen veel moeilijker in te kruisen zijn dan in wintergerst. De zaadhuizen zijn hiermee bezig.
Later uw wintergerst zaaien kan het probleem van de virusoverdragende luizen opvangen. Ook het tijdstip van de insecticideninzet is belangrijk. Renik Van de Eynde gaf alvast een duidelijk advies mee om een tolerant ras toch niet vroeger te gaan zaaien. “Dan kan de tolerantie wel eens gebroken worden door een te zware bladluisdruk.”
Triticale
Voor triticale gaf Veerle Derycke toelichting bij de rassenproef. Afgelopen najaar is deze in goede omstandigheden ingezaaid. De voorbije winter noemt Derycke ‘afwisselend’ met natte en droge periodes die elkaar afwisselen, net als warme en koude temperaturen. In de rassenproef trad er geen vorstschade op. Hierna volgde er een relatief koud en nat voorjaar en werd er even een groeiachterstand gezien.
Wat de ziektedruk betreft, erkent Veerle Derycke dat het op deze proeflocatie enorm meeviel. Er is wat druk van witziekte, gele roest werd pas laat op het seizoen gezien en slechts bij één ras werd al bruine roest waargenomen. Het wordt nog afwachten wat de rassen op de weegbrug bij de oogst gaan geven. Momenteel worden de rassen Lumaco, Ramdam, Rivolt en RGT Rutenac als zeer gezond aanschouwd in de onbehandelde proefobjecten.
In triticale ligt niet enkel een rassenproef aan, er wordt ook veredeling naar dit gewas gevoerd. In tegenstelling tot vroeger wordt triticale vatbaarder voor ziekten en begint een fungicidenbehandeling vaak nodig te zijn. De focus bij de selectie ligt dan ook op ziektegevoeligheid en opbrengst. Tevens wordt met legergevoeligheid rekening gehouden.
Wintertarwe
Ook in wintertarwe lag er een rassenproef aan met tevens hier een lage ziektedruk: weinig witziekte, vooral septoria en laat gekomen gele roest. Op het proefplatform is ook geïnfecteerd met een fusariumoplossing. Dat lukt niet ieder jaar door droge, warme lentes, maar nu waren er toch al rasverschillen te zien. Veel symptomen van fusarium waren reeds merkbaar bij Chevignon, KWS Dag, KWS Extase en SU Hyking.
LG Spotlight, LG Skyscraper, LG Cambria en KWS Sverre vertoonden dan weer weinig tot geen symptomen. “Nu zien we geen symptomen, maar dat wil niet zeggen dat er geen fusarium ontwikkeld wordt”, bemerkte De Rycke nog.
Wat bladziekten betreft, quoteert ze volgende gewassen als zeer gezond in het onbehandelde proefvlak: KWS Keitum, KWS Smart, WPB Monfort. Deze worden gevolgd door een gezonde groep met SY Insinitor, Gedser, Johnson en KWS Sverre.
In de wintertarwe lag ook een rassenproef aan om rassen te zoeken die geschikt zijn om lokaal brood te maken. Frank Van Boxstael legt uit dat hier niet alleen geselecteerd wordt op ziekteweerstand, maar dat er vooral gekeken wordt naar het eiwit- en zelenygehalte én de verhouding tussen deze 2. Dit zijn de eerste parameters waar de molenaar naar kijkt.
Mengteelten
Sofie Landschoot nam ons mee naar het proefveld waar mengteelten van wintererwt en wintergerst aanlagen of de combinatie wintererwt/wintertriticale, winterveldboon/wintertarwe of winterveldboon/wintertriticale. De achtergrond hier is om te zoeken naar teeltmogelijkheden voor eiwitrijke gewassen op Belgische bodem om onze afhankelijkheid van eiwitimport terug te dringen.
“
In het proefopzet worden rassen gescreend, maar ook verschillende zaaidichtheden en combinatie van teelten. Wintererwten en wintergerst of wintertriticale kunnen wel in één werkgang gezaaid worden, omdat de zaaidiepte gelijk loopt. Veldbonen en triticale of tarwe moeten dan weer in 2 werkgangen gezaaid worden. Tijdens het proefveldbezoek kwam alvast tot uiting welke objecten legergevoelig waren.