Startpagina Archief

Bamboe: het gras dat tot in de hemel groeit

In een vorige bijdrage hadden we het over de Japanse esdoorn als rustgevende plant in de tuin. Vandaag bespreken we een plant die het op dat vlak nog beter doet: bamboe. Zijn exotische looks, het ritmisch wiegen in de wind, het ritselen van de bladeren en het spel van het zonlicht tussen de stengels zorgen voor een heerlijke rustgevende sfeer in de tuin. Op de juiste manier aangeplant en mits een goede soortkeuze kan bamboe een echte meerwaarde zijn voor de tuin.

Leestijd : 5 min

In Azië, de bakermat van de bamboe, is de plant bijna letterlijk overal aanwezig in het dagelijkse leven, gaande van de bamboewieg van de pasgeborene, het bamboehuis waar men in sommige streken zijn hele leven in woont tot de bamboebaar waarop het lichaam uiteindelijk naar zijn laatste rustplaats wordt gedragen. Bij ons wordt bamboe vooral gewaardeerd voor zijn sierlijke en decoratieve eigenschappen en voor zijn uiteenlopende inzetbaarheid, gaande van 'lage' bodembedekker (minder dan 80 cm), tot bijna boomhoge plant (10 m) en voor zijn spectaculair snelle groei. Dat de plant wintergroen blijft, is ook een voordeel. Een extra troef is dat bamboe in staat is om heel veel CO2 vast te leggen. Het kan op een duurzame wijze geoogst worden en is nadien bruikbaar als vervanger van heel wat traditionele bouwmaterialen, kortom het is een echte klimaatplant. Hoog tijd voor een nadere kennismaking met deze interessante exoot.

Botanisch

Bamboe behoort tot de familie van de grasachtigen en omvat een groep van meer dan 100 bamboegeslachten die samen zo'n 1.100 soorten tellen. Van nature komen ze voor in alle werelddelen, met uitzondering van Europa. In hun oorspronkelijk biotoop bereiken ze binnen 1 groeiseizoen hun volle lengte, die voor tropische soorten wel tot 35 m kan zijn. Bamboe kan je dus letterlijk zien groeien (tot 10-tallen cm per dag voor de hoger wordende soorten). Daarna heeft de bamboestengel zijn maximale lengte bereikt en verandert hij niet meer.

Bamboes kennen, in tegenstelling tot bomen, geen secundaire diktegroei. De stengels hebben reeds hun uiteindelijke dikte wanneer ze boven de grond verschijnen. Bij het doorstoten door de bodem past de plant daarom een wonderlijke truc toe: door waterdruppels af te scheiden die langs de stengels naar beneden vloeien, wordt de aarde 'gesmeerd'. Daardoor neemt de wrijving af en worden verwondingen vermeden.

De stengels van bamboe zijn in de regel hol en worden op regelmatige afstanden onderbroken door knopen (nodiën) die de stevigheid van de stengel bevorderen. De bamboebladeren variëren naargelang de soort van fijne, lange blaadjes (7 cm) tot gigantische bladeren van 50 cm lang en 8 cm breed. Bamboe is groenblijvend, maar wisselt voortdurend een deel van zijn bladeren. Regelmatig worden er nieuwe bladeren gevormd en bladeren ouder dan 3 jaar worden afgeworpen.

Groei door rizomen of wortelstokken

De groei van bamboe gebeurt vooral onder de grond door middel van wortelstokken, die zorgen voor de uitbreiding van de plant, de opslag en het transport van voedsel en water en voor de verankering in de bodem. Uit de knopen van het rizoom groeien de eerder onopvallende wortels en uit de knoppen van het rizoom groeien ofwel nieuwe rizomen ofwel ontwikkelen zich nieuwe bovengrondse stengels. De wijze waarop het rizoom groeit, is typerend voor elke bamboesoort en is verantwoordelijk voor het al dan niet woekeren van de betreffende soort. Op basis hiervan worden de bamboes ingedeeld in 2 groepen: de polvormende, niet woekerende soorten, en de uitlopers vormende of woekerende soorten.

Niet woekerende bamboestoorten

Deze polvormende bamboes hebben korte, verdikte rizomen die doorlopend en met zeer korte tussenafstanden een groot aantal knoppen produceren waaruit ofwel nieuwe rizomen ofwel jonge stengels groeien. Daardoor ontstaat ondergronds een compact vlechtwerk van rizomen, dat zich nauwelijks in de breedte uitbreidt, en bovengronds een ondoordringbare pol van stengels. Tot deze groep behoren voornamelijk soorten die afkomstig zijn uit de tropische gebieden en die bij ons dus niet winterhard zijn.

Fargesia is de uitzondering op de regel en is een niet woekerende soort die ook bij ons winterhard is. Door selectie van zaailingen (bloei is bij bamboes zeer zeldzaam en zorgt vaak voor het afsterven van de plant) kwam men tot een breed assortiment van sterke en mooie tuinbamboes die gekarakteriseerd worden door hun losse, overhangende groeiwijze.

Goede tuinsoorten zijn onder andere Fargesia murieliae 'deep forest', een variëteit met rode scheuttoppen die tot 4 m hoog wordt en ook op slechtere gronden groeit. Fargesia m. 'Simba' is een lager blijvende bamboe (tot 2 m hoog) met een fris wintergroen blad. Fargesia robusta is een soort met een dichtbossig blad dat de stengel bedekt tot op de bodem. De bladeren worden in de winter fletsgroen. Fargesia's groeien oorspronkelijk op grotere hoogtes in de nevelwouden op plaatsen met een hoge luchtvochtigheid. In de tuin geven ze dan ook de voorkeur aan een beschutte plek met voldoende schaduw.

Woekerende bamboesoorten

Deze bamboes hebben woekerende, dunne rizomen, waaraan zich op onregelmatige afstand de scheuten ontwikkelen. Ondergronds ontstaat een los rizoomnetwerk op een diepte van 10 tot 30 cm. Deze groep sturen ondergrondse scheuten uit, die op meters afstand van de moederplant plots opduiken en op die manier grote oppervlakten (ook de tuin van de buur) kunnen overgroeien. Om dit te voorkomen graaft men bij de aanplant het best een rizoombegrenzer in, tot een diepte van 50 cm, rondom de bamboe (te koop bij iedere bamboeleverancier).

De meest populaire woekerende bamboes zijn de meestal vrij hoge, perfect wintergroen blijvende Phyllostachyssoorten, waarvan vele soorten bontgekleurde stengels hebben van knalgeel tot zwart. Ook de Sasasoorten met hun zeer gevarieerde groei- en bladvormen en een aantal lager blijvende soorten zijn populaire tuinplanten.

Bamboetips:

-Bamboe geeft de voorkeur aan een rijkere, humeuze grond met een neutrale pH.

-Bamboe is geen moerasplant. In te natte grond sterven de rizomen af door zuurstofgebrek. De bamboe heeft wel een grote waterbehoefte en geeft daarom de voorkeur aan schaduwrijke plaatsen.

-Bamboe kan gesnoeid worden als een haag. Waar de stengel afgeknipt wordt, vindt geen verdere hoogtegroei meer plaats, maar wordt het bladerdek dichter. Jaarlijks de nieuw uitgegroeide stengels op hoogte knippen volstaat om de haag in vorm te houden.

-Bamboe wordt het best in het voorjaar geplant (maart, april), nog voor het uitlopen van de jonge scheuten. Ook eind augustus, als alle scheuten uitgegroeid zijn, kan bamboe geplant worden. De plant heeft dan nog voldoende tijd om in te wortelen en zo zijn vochtvoorziening te garanderen tijdens de winterperiode.

Geert Brantegem

Actueel

Kabinet Brouns wil goedkeuring ammoniakemissiereducerende technieken versnellen

Stikstof Op 1 juli publiceerde het WeComV (Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt) zijn finaal adviesrapport over de actualisering van de PAS-lijst ‘Deel 1: R1-vloersystemen’. Daarin stelde het de emissiereductiepercentages van een aantal vloersystemen voor rundveehouders bij. Veehouders kunnen diverse managementmaatregelen nemen om de stikstofuitstoot van hun bedrijven te reduceren.
Voir plus d'articles
Meest gelezen