
Jaar van de waarheid
Het Mestrapport 2021 zet de zaken weer op scherp en toont volgens de VLM aan dat we niet op het juiste pad zitten om de waterkwaliteitsdoelstellingen te halen. “2022 wordt dan ook het jaar van de waarheid voor de aanpassingen aan MAP6 en de voorbereiding van MAP7.”
Uit de situatie in Nederland, waar de onderhandelingen over het nieuwe mestactieplan met de Europese commissie nog lopen, blijkt immers dat een derogatie (een afwijking van de bemestigsnormen) enkel kan worden toegestaan door de Europese commissie wanneer die overtuigd is dat met het mestactieprogramma alle waterkwaliteitsdoelstellingen worden gehaald.
In het winterjaar 2020-21 werd op 31% van de meetpunten minstens 1 keer de drempelwaarde van 50 mg nitraat per l overschreden. Voor grondwater zijn er regionale verschillen en stagneren de cijfers op Vlaams niveau. “De nitraatgehalten in de bovenste filter van het grondwatermeetnet schommelden de voorbije 3 meetjaren rond 35 mg nitraat per l”, duidt Van den Bergh.
Niet alleen Vlaanderen scoort slecht in het recente nitraatrapport van de Europese commissie. Samen met Vlaanderen zijn Duitsland, Luxemburg, Nederland, Spanje en Tsjechië het verst verwijderd van de doelstellingen van de Nitraatrichtlijn.
Daling inbreuken
Uit de evolutie van de inbreukpercentages bij bepaalde controleacties blijkt duidelijk dat terreincontroles effect hebben. “Zo is het inbreukpercentage (aantal controles met overtredingen tegenover het totaal aantal uitgevoerde controles) bij de controles op het opbrengen van mest gedaald van 11% in 2015 tot 5% in 2020. Ook bij de controles op de teeltvrije zone van minstens 1 m langs waterlopen, is het inbreukpercentage gedaald van 50% in 2018 tot 8% in 2021.”
De Mestbank stelt vast dat gedragsverandering soms moeilijk te realiseren is. Zo worden er jaarlijks bij zo’n 40% van de terreincontroles op de mestopslag inbreuken vastgesteld en brengen nog te veel landbouwers hun mestopslag pas in orde na een controle. “De hoge inbreukpercentages kunnen niet veralgemeend worden, aangezien de controles gericht uitgevoerd worden op basis van een risicoanalyse, maar ze geven wel aan dat opvolging door de Mestbank nodig blijft en dat de nalevingsgraad moet verbeteren”, aldus Leen Van den Bergh.
Tekort landbouwgrond
Op bedrijven met veel dieren en een mestoverschot, blijft een tekort aan landbouwgrond om mest op kwijt te kunnen het voornaamste probleem. “De dienst Bedrijfsdoorlichting stelt vast dat de hoge kostprijs van externe mestafzet zoals mestverwerking de belangrijkste drijfveer is voor fraude. De betrokken bedrijven gebruiken dan in realiteit meer mest op hun gronden dan toegelaten en aangegeven is, met alle gevolgen vandien voor het leefmilieu.”
Intussen zet de Mestbank verder in op de verbetering van de instrumenten voor handhaving. Zo moet het digitaal kunstmestregister het werkelijk gebruik van kunstmest beter in kaart brengen en heeft de Mestbank een middel in handen om het gebruik te controleren. Tegen 1 januari 2022 moeten mestverwerkingsinstallaties
De nitraatresidumetingen die de Mestbank elk najaar laat uitvoeren op heel wat landbouwpercelen, wijzen erop dat de bemestingspraktijken bij een aanzienlijk deel van de bedrijven nog niet op punt staan. Bij 35% van de landbouwers met een perceelsevaluatie en 49% van de landbouwers met een bedrijfsevaluatie in 2020 was het nitraatresidu hoger dan de nitraatresidudrempelwaarde.
Te hoog nitraatresidu
“