Startpagina Archief

Innovatieve technieken wachten op snellere goedkeuring overheid

“Bedrijven die nieuwe technieken willen implementeren, moeten vaak een jarenlange procedure doorlopen, waardoor het systeem achterhaald kan zijn als het op een AEA- of PAS-lijst staat. Maar hoe verkrijg je correcte meetresultaten als niemand de techniek mag toepassen?”, vraagt Steven Coenegrachts (Open VLD) zich af. Het is een verhaal van de kip of het ei.

Leestijd : 5 min

Vandaag zijn er voor verschillende landbouwdieren geen reducerende technieken/maatregelen erkend. Het gaat om onder meer melkgeiten, kalkoenen, eenden, parelhoenders, struisvogels, schapen, paarden en pony’s, konijnen, nertsen en beren.

Nochtans is er een toenemende vraag naar maatregelen vanuit de sectoren kalkoenen en melkgeiten én een toenemende vraag voor biologische productie (bijvoorbeeld biologische leghennen).

Terugdringen van emissies

“Binnen de landbouwsector is het terugdringen van de emissies een belangrijk thema”, stelt Steven Coenegrachts, Vlaams parlementslid voor Open VLD. “Er is in Vlaanderen nood aan meer innovatieve technieken, zoals in Nederland, met het toestaan van tijdelijke vrijstelling van een aantal beperkende regels.” In de definitieve PAS-regelgeving zal hiervoor ruimte komen.

In de praktijk verloopt de vooruitgang echter heel traag. “Daardoor durven bedrijven zich niet te wagen aan het boeken van emissiewinsten door de implementatie van nieuwe technieken.”

Jarenlange procedure

“Ze moeten vaak een jarenlange procedure doorlopen. Bovendien wordt al verwacht dat men al meetresultaten kan voorleggen, maar dat is een verhaal van de kip of het ei. Hoe verkrijg je die meetresultaten als nog niemand het mag toepassen, omdat het nog niet op de lijst staat?”, vraagt Vlaams parlementslid Steven Coenegrachts zich luidop af.

Concreet wordt hierbij verwezen naar de lijst van ammoniak-emissiearme stalsystemen (AEA-lijst) en de lijst van ammoniak emissiebeperkende technieken (PAS-lijst). “Ik streef ernaar, als onderdeel van het definitief stikstofkader, te komen tot 1 lijst van emissiereducerende technieken”, ant-woordt Vlaams minister Zuhal Demir.

De huidige AEA-lijst (inclusief luchtwassystemen) richt zich uitsluitend op technieken om de ammoniakemissies van gesloten stallen (varkens, pluimvee) te reduceren. Er moet minstens 50% ammoniakreductie worden gehaald om op de AEA-lijst te komen.

De PAS-lijst bevat op vandaag staltechnieken voor rundvee, maar ook voeder- en managementtechnieken en dit voor rundvee, mestkalveren, pluimvee, varkens en vleesgeiten. Er wordt per techniek een reductiepercentage van ammoniak toegekend. Er moet minstens 10% ammoniakreductie worden gehaald om op de PAS-lijst te komen.

Nieuwe procedure erkenning

Er komt een nieuwe procedure voor het erkennen van dergelijke technieken. “Zo zal er een Administratief Team Luchtemissie Veeteelt (AT) en een Wetenschappelijk Comité Lucht-emissies Veeteelt (WeComV) worden samengesteld”, duidt minister Demir. Om een techniek te laten erkennen, zal een aanvraag kunnen worden ingediend bij het AT. Deze vraag zal vergezeld moeten zijn van een of meerdere meetrapporten of van een wetenschappelijke onderbouwing.

Het WeComV en het AT zullen deze aanvragen beoordelen er er advies over geven. “De technieken die voldoen aan de vereisten zullen vervolgens op de lijst worden toegevoegd. Er wordt verwacht dat het AT en WeComV op korte termijn operationeel zullen zijn. Vanaf dan kunnen nieuw aangemelde technieken weer worden beoordeeld”, zegt minister Demir.

In het kader van de opmaak van een definitieve Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) voerden de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) een studie uit waarin de kosteneffectiviteit van verschillende emissiereductiescenario’s werd vergeleken. Hierbij vertrok men vanuit de kosteneffectiviteit van mogelijke maatregelen om de emissies vanuit de landbouw terug te dringen. Deze studies zullen mee ter inzage worden gelegd in het kader van het openbaar onderzoek van de definitieve PAS.

Flankerend beleid nodig

In de commissie Landbouw heeft Vlaams Landbouw- en Voedingsminister Hilde Crevits al meerdere keren benadrukt dat voor haar een degelijk flankerend beleid onontbeerlijk is. Een verhoogde tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) kan daar deel van uitmaken. Er is echter in de Vlaamse regering nog geen beslissing genomen. Het flankerend beleid wordt onderdeel van het politieke akkoord rond de definitieve PAS (D-PAS).

Belangrijk is ook dat vanuit het oogpunt van de stikstofproblematiek er een verschil is tussen veeteelt en mestverwerking enerzijds en de sectoren industrie en energie anderzijds. De uitstoot van de sectoren industrie en energie bestaat voor respectievelijk 90 en 99% uit stikstofoxiden (verbrandingsprocessen). Samen staan ze in voor 2% van de Vlaamse ammoniakuitstoot.

Landbouw en stikstof

De landbouwsector staat met 35,3 kton N in voor 49,1 % van de totale Vlaamse stikstofuitstoot. “De uitstoot van landbouw bestaat voor 92% uit ammoniak (in 2019: 32,3 ton N op een totale sectoruitstoot van 35,3 ton N). De landbouw staat daarmee in voor 95% van de totale uitstoot van ammoniak in Vlaanderen”, geeft minister Zuhal Demir nog aan.

Industrie en landbouw

In het kader van de stikstofproblematiek is het primair de depositie van stikstof op de Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) die van belang is. “Het depositiegedrag van ammoniak verschilt sterk van dat van stikstofoxiden (NOx). De stikstofdepositie in Vlaanderen afkomstig van Vlaamse emissiebronnen bedraagt jaarlijks zo’n 12 kton N ammoniak en 3 kton NOx. Dit betekent dat één derde van de Vlaamse ammoniak uitstoot in Vlaanderen wordt afgezet, tegenover minder dan 10% van de Vlaamse NOx-uitstoot. Gelet op de verschillen in depositiegedrag is een gedifferentieerde aanpak vereist, waarbij de emissies van veeteeltbedrijven en mestverwerkingsinstallaties enerzijds en de emissies van industriële bedrijven anderzijds op een andere manier worden benaderd”, verduidelijkt minister Demir.

Voor vergunningsaanvragen, na het PAS-arrest, die – vooral in de intensieve veeteelt en mestverwerking – leiden tot ammoniak-uitstoot (NH3) bepaalt de instructie dat elke individuele aanvraag via een Passende Beoordeling moet aantonen dat er geen significant negatief effect is op de omliggende natuur. De drempel ligt hier dus op 0%. Voor de uitstoot van NOx, vooral in de industrie- en trans-portsector, is de minimumdrempel 1 %. “Projecten met minder dan 1% extra belasting van de stikstofwaarden kunnen worden goedgekeurd.”

Om onder meer deze problematiek aan te pakken, wordt wel eens voorgesteld om op de veestapel te reduceren. Wie stelt dat een gevoelige afbouw van de veestapel ons vooruithelpt, heeft het verkeerd. Vooral runderen staan in het oog van de storm. Het verteringsproces van een herkauwer zorgt voor methaan, dat via de muil wordt uitgestoten. Het klopt dat methaangas een agressiever broeikasgas is dan CO2,, maar anderzijds wordt dit gas ook afgebroken na iets meer dan 10 jaar. Methaangas culmineert dus niet, wat een groot verschil maakt met CO2 en N2O. CO2 is verant woordelijk voor meer dan 50% van het broeikasgas, methaan voor 20% en lachgas voor 6%.

Lieven Vancoillie

Actueel

Belgische kaasproductie is opnieuw gestegen

Economie De kaasproductie is vorig jaar verder gestegen in België, vooral dankzij de opgevoerde productie van mozzarella en verse kaas. Dat blijkt uit cijfers van het Belgische statistiekbureau Statbel.
Voir plus d'articles
Meest gelezen