Trager koolzaad
Op één (natter) perceel na zijn de 10 velden uit het waarnemingsnetwerk tussen half en eind februari voorzien van de eerste fractie stikstof en zwavel. Door de koude reageert het koolzaad wat trager dan tijdens andere seizoenen. De laatst gezaaide percelen, alsook de nattere percelen, tonen nog hun paarse winterkleur, en daar moet het koolzaad zich nog oprichten. Op percelen waar het koolzaad voor de winter al veel biomassa vormde, is de hoofdknop wel al goed zichtbaar.
Ingrijpen bij aanwezigheid
Vanaf het stadium knopvorming kan de glanskever schade aanrichten. Bij een bodemtemperatuur van 10 °C verlaat de koolzaadglanskever zijn winterstek. De eerste vluchten naar koolzaadpercelen verwachten we bij een luchttemperatuur van 15 °C. De kever leeft van stuifmeel. Voor de bloei bijt hij door de kelk- en bloembladeren, en vernielt daarbij een deel van de knoppen. Waarom we pas ingrijpen bij aanwezigheid van meerdere glanskevers per plant, toonden Franse onderzoekers (Terres Innovia) treffend aan. Vraatschade reduceert de opbrengst van de hoofdbloeiwijze, maar zorgt net voor meer hauwen, gevormd uit bloemen op de zijtakken.
Blijven opvolgen
In de eerste en tweede week van maart zijn nog geen plaaginsecten waargenomen in de vangkommen. Volg deze waarschuwingsberichten om de plaagdruk te kennen, en te beheersen volgens de principes van geïntegreerde gewasbescherming.