na het uitweiden

Tips
· Zorg ervoor dat de dieren niet kunnen ontsnappen uit de weide en ga regelmatig na of de afsluiting nog stevig en volledig intact is.
· Vermijd het gemeenschappelijk gebruik van koepaden.
· Laat regelmatig de kwaliteit van het drinkwater op de weide controleren.
· Zorg ervoor dat de dieren niet kunnen drinken uit sloten of plassen die ook door andere weiden gaan.
·Bepaalde infecties, zoals IBR, kunnen over korte afstand via de lucht worden overgedragen. Plaats daarom bij gemeenschappelijke delen van de omheining een extra afsluiting, zodat geen fysiek contact mogelijk is met de runderen van de aangrenzende weide. Een afstand van minstens 3 m tussen de afsluitingen van aangrenzende weides is aangeraden.
· Je kan je dieren vaccineren voor IBR, zeker bij risicoweiden. Bij insleep kan dit helpen om een massale verspreiding in de koppel te voorkomen. Als je vaccineert op een IBR-vrij bedrijf, meld je dit aan de vereniging en je ontvangt het statuut IBR-gE-Negatief met behoud van vaccinatie.
· Om besmetting van dieren op andere bedrijven te voorkomen, legt de wetgeving op dat dieren van bedrijven met een I2-afmeststatuut voor IBR en dieren met het statuut IPI of IPI-verdacht voor BVD niet op de weide mogen. Weidebeloop op besmet
· Heb je toch een vermoeden van een mogelijk verdacht contact, neem dan zo snel mogelijk de nodige bloedmonsters om een eventuele besmetting vroegtijdig op te sporen.
Als je denkt dat je dieren, ondanks al je voorzorgen, toch besmet kunnen zijn, is het belangrijk om dit met je bedrijfsdierenarts te bespreken, vooraleer je de dieren weer op stal zet.
Met vragen over de bestrijding van parasieten bij rundvee kun je terecht bij je bedrijfsdierenarts of bij DGZ op tel. 078 05 05 23 of e-mail helpdesk@dgz.be.