
Stemming over glyfosaat
Voor 15 december moet de Europese Unie (EU) een beslissing nemen over een verlengde markttoelating van de onkruidverdelger glyfosaat. Tijdens een eerste stemming op 13 oktober werd ondanks een meerderheid (18 landen die 55% van de EU-bevolking vertegenwoordigen) geen gekwalificeerde meerderheid bekomen (minimum 15 landen, die minimum 65% van de EU-bevolking vertegenwoordigen). Drie landen hebben tegen gestemd. Deze 3 vertegenwoordigen 3% van de Europese bevolking. Zes landen, die circa 42% van de EU-bevolking vertegenwoordigen, hebben zich onthouden.
Het belang van wetenschappelijk advies
Dit voorstel tot verlenging zorgt bij bepaalde mensen en organisaties echter voor controverse. Daarbij trekt men de betrouwbaarheid van de wetenschap in twijfel. Uitgerekend die houding is bijzonder verontrustend. Neem nu de klimaatproblematiek: het is de wetenschap die de ernst van het klimaatprobleem heeft aangetoond. Onder andere ngo’s hebben terecht mee aan de kar getrokken om het klimaatprobleem hoog op de politieke agenda te krijgen – daarbij telkens verwijzend naar die wetenschap. Wetenschappelijke controverse is inherent aan wetenschap. In het klimaatdebat vind je zowel wetenschappelijk publicaties met stellingen voor als tegen klimaatopwarming vanwege menselijke activiteit. Daarom werken regelgevende instanties vanuit een brede basis van studies om te komen tot een goed onderbouwde consensus.
Ten tweede spelen instanties zoals het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) een cruciale rol in onze huidige samenleving. Ze beschermen de volksgezondheid, ze garanderen de voedselveiligheid en ze handhaven de integriteit van wetenschappelijk onderzoek. Het kritisch benaderen van studies is een gezond onderdeel van het wetenschappelijke proces. Wie echter bewust de geloofwaardigheid en objectiviteit van onze wetenschappelijke instellingen ondermijnt, speelt met vuur. Dan lopen we het risico dat we cruciale beslissingen over veiligheid, voedselzekerheid en sociaaleconomische gevolgen nemen op basis van buikgevoel en persoonlijke overtuigingen in plaats van op wetenschappelijke feiten. In een dergelijk scenario wordt het eigenlijke doel van deze instellingen ondergraven.
Ten derde ondermijnt het in twijfel trekken van wetenschappelijke instanties het vertrouwen van het publiek in de bredere regelgevings- en besluitvormingsprocessen. Wanneer de goede werking en de objectiviteit van deze organisaties voortdurend op basis van het eigen gelijk in twijfel worden getrokken en hun aanbevelingen worden genegeerd, kan dit leiden tot verwarring en scepsis onder de bevolking, wat uiteindelijk schadelijk is voor het welzijn en het vertrouwen van Europese burgers in hun regelgevende systeem.
Wetenschap botst met ideologie
In het huidige debat over het opnieuw goedkeuren van glyfosaat bevinden we ons op zo’n cruciaal punt, waar wetenschap botst met ideologie. Europese wetenschappelijke instanties hebben, na een zorgvuldige evaluatie door middel van een weight-of-evidence benadering, een positief advies gegeven voor deze onkruidverdelger.
Toch blijft er controverse bestaan, waarbij men de wetenschap en het proces erachter in twijfel trekt. Dat is een bijzonder gevaarlijk spel. Zo zagen we bijvoorbeeld al tijdens de Covid-19-pandemie dat twijfel werd gezaaid over wetenschap, wetenschappers en overheidsbeleid – met een opstoot aan populisme en polarisatie tot gevolg. Het negeren van wetenschappelijke consensus ten gunste van persoonlijke ideologieën is een hellend vlak. Gisteren waren het vaccins, vandaag is het glyfosaat. Wat zal het morgen zijn?