de Europese verkiezingen?
Vlaamse partij, Europese fractie
Kiezers mogen bij de Europese verkiezingen niet stemmen op pakweg een kandidaat uit Hongarije of Spanje. De keuze blijft voor Vlamingen beperkt tot die van Vlaamse partijen op een Nederlandstalige lijst. De meeste Europarlementariërs kiezen, eenmaal ze verkozen zijn, er wel voor om deel uit te maken van een Europese fractie van dezelfde ideologische strekking. Zo waren Hilde Vautmans en Guy Verhofstadt van Open Vld lid van Renew Europe, de liberale fractie in het Europees Parlement. Kathleen Van Brempt (Vooruit) zetelde dan weer samen met andere parlementsleden van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement, of de S&D-fractie.
Tijdens de voorbije legislatuur kwamen 3 zitjes Vlaams Belang (ID) toe, waren er 3 zitjes voor N-VA (ECR), 2 voor cd&v (EVP), 2 voor Open Vld (Renew), en 1 voor zowel Groen (De Groenen/VEA) als Vooruit (S&D). In het hele Europees Parlement is de grootste fractie de christendemocratische EVP met 177 leden. Daarop volgen de sociaaldemocraten van S&D (140), de liberalen van Renew Europe (102) en de groenen (72). De conservatieven van het ECR (68), de rechtse fractie van ID (59) en de linkse fractie van The Left (37) sluiten het rijtje af. Er zijn ook nog 50 Europarlementsleden die ervoor kiezen om geen deel uit te maken van een Europese fractie.
Volgens de Ipsos-peiling van Euronews lijken vooral de rechtse fracties te groeien: de EVP krijgt er 3 zitjes bij, maar vooral de rechts-nationalistische ECR (75) en radicaal-rechtse ID (82) boeken winst. ID zit de liberale Renew in de peiling op de hielen om de vierde grootste fractie in het Parlement te worden.
Geldingsdrang
Het Europees Parlement lijkt op het eerste zicht maar een maat voor niets. Europarlementsleden mogen zelfs geen eigen wetten voorstellen, dat is het voorrecht van de Europese Commissie. Over die wetsvoorstellen onderhandelen de 3 wetgevende instituten van de EU – het Parlement, de Commissie en de Raad– maanden- of soms zelfs jarenlang, waarbij een dossier op de valreep kan stranden door een of andere bezwaar of hindernis. Zo trok het Belgisch voorzitterschap van de Raad eerder dit jaar de Natuurherstelwet voorlopig in, omdat er geen gekwalificeerde meerderheid bij de lidstaten gevonden kon worden. Het Parlement had het voorstel eerder wel al goedgekeurd.
Toch kan je het Europees Parlement als machtig beschouwen. Er zijn wereldwijd niet veel parlementen die over bijna 450 miljoen burgers wetgeving maken. En ook al mogen ze geen eigen wetten voorstellen, Europarlementsleden beslissen wel op gelijke voet met nationale regeringen over voorstellen op bijna alle beleidsdomeinen van de Europese Commissie. In die onderhandelingen wegen ze ook zichtbaar op dossiers. Parlementariërs hebben niet voor niets decennialang moeten knokken voor een plaats aan de onderhandelingstafel van de EU. Hierdoor is de drang om zich te laten gelden sterk aanwezig in het Europese halfrond.
Wisselmeerderheid
De dagelijkse gang van zaken in het Europees Parlement is geen vaste meerderheid die strak in het gareel van de regering loopt, zoals ons parlement, maar een wisselmeerderheid. De traditionele fracties van de christendemocraten (EVP), socialisten (S&D) en liberalen (Renew) hebben weliswaar de huidige Commissie van Ursula von der Leyen, die terug kandidaat van de EVP is voor Commissievoorzitter, aan de macht geholpen en steunden tijdens de voorbije legislatuur over de grote lijnen haar beleid.
Dat betekent echter niet dat die fracties zonder verpinken alles goedkeuren wat de Commissie voorstelt. Bij elke verordening of richtlijn moet gezocht worden naar een meerderheid, worden teksten aangepast of aangevuld, of zelfs linea recta naar de prullenbak gewezen.
Dit resulteert in een zeer dynamisch speelveld. Volgens cijfers van analysetool Votewatch Europe vindt de traditionele tripartite (christendemocraten, liberalen en socialisten) elkaar bij stemmingen over de begroting, interne markt, en over economische en monetaire zaken. Een coalitie op links, met socialisten, liberalen en groenen, woog dan weer op dossiers over milieu, justitie, migratie en burgerlijke vrijheden. Zo’n tijdelijke coalitie keurde bijvoorbeeld in februari nog de Natuurherstelwet goed. Stemmingen over landbouw, industrie of handel werden dan weer bepaald door een coalitie van christendemocraten, liberalen en de rechts-nationalistische ECR.
Doorwegen op beleid van Commissie
Aan het begin van de legislatuur hebben Europarlementsleden een kans om flink door te wegen op het beleid van de Europese Commissie. Alle kandidaten voor een Commissiepostje moeten eerst langs het Parlement passeren en de goedkeuring krijgen ervan. Daar worden ze aan bijna beruchte hoorzittingen onderwerpen en getest op dossierkennis. Parlementsleden maken van de gelegenheid gebruik om beleidsbeloftes af te dwingen.
Commissarissen moeten ook rekenschap afleggen aan het Parlement, maar de controle ervan is beperkt. Het Europees Parlement kan geen individuele Commissarissen wraken, maar kan enkel een motie van wantrouwen indienen tegen de voltallige Commissie. Dit is in de geschiedenis van de EU nog nooit gebeurd. In 1999 kreeg de Commissie van Jacques Santer bijna deze bedenkelijke eer, al nam zij uiteindelijk zelf ontslag.
Het Europees Parlement heeft ook budgettaire bevoegdheid, maar in de praktijk is hun invloed op de uitgaven van de EU beperkt. De inkomsten van de EU komen vooral van de lidstaten, waardoor hun instelling, de Raad, zwaarder doorweegt in onderhandelingen over de meerjarenbegroting. Het Europees Parlement wil hun invloed dan ook vergroten door meer Europese inkomsten te creëren.





