dan voor biolandbouw
Demeter werd opgericht in 1927 in Berlijn en was aanvankelijk een coöperatie voor biodynamische landbouwproducten. Een jaar later vormde de coöperatie zich om tot een biodynamische labelorganisatie en werd het handelsmerk Demeter geregistreerd.
Bij Demeter zijn 16 organisaties uit 50 landen aangesloten. In België zijn er 6 Demeter-Boerderijen. De producten met het Demeter-keurmerk zijn niet te koop in de reguliere supermarkten.
De Demeter-principes beginnen bij de bodem. De bodem wordt gevoed, niet de plant. De bodem moet rijk zijn aan humus, niet enkel als voeding voor de planten, maar ook om het water en de temperatuur van de bodem te regelen en om CO2 vast te houden. Genetisch gemanipuleerde of chemisch behandelde planten worden niet gebruikt.
In de Demeter-filosofie zorgen boerderijdieren niet enkel voor melk, vlees en eieren, maar ook voor stalmest voor de bodem. Het voer komt uitsluitend van het eigen land. Onthoornen en het knippen van bekken en staarten is niet toegelaten. Alle dieren moeten vrije uitloop hebben.
Voor de bewaring van voeding mag geen nitriet, citroenzuur of ascorbinezuur worden gebruikt.
Chemische herbiciden en pesticiden zijn verboden. Minstens 10% van het land moet worden ingezet voor natuur en biodiversiteit en voorts is er veel aandacht voor de rotatie van gewassen.
Ten slotte is sociale gelijkheid belangrijk op een Demeter-boerderij. Iedereen krijgt gelijke kansen, ongeacht geslacht of afkomst.