kalenders voor het goede doel
Boeren op een Kruispunt zet zich dus volop in om land- en tuinbouwers te ondersteunen. En dat is ook nodig. In het ‘Jaarverslag 2023’ lezen we dat er vorig jaar 247 nieuwe aanmeldingen gebeurden. Sinds de opstart in 2007 kreeg Boeren op een Kruispunt al meer dan 3.400 aanmeldingen en adviesvragen (cijfers tot 2023). Met de blijvende onzekerheid in de sector blijft de nood aan ondersteuning groot.
Mooi initiatief verderzetten
Deze organisatie wordt dan ook sterk gewaardeerd binnen de sector. Dat blijkt uit tal van hartverwarmende initiatieven, zoals ook de boerinnenkalender. “De voorbije jaren was de boerinnenkalender een initiatief van een aantal dames uit de sector”, vertelt Els Verté, directeur van de vzw. “Zij hadden de volledige regie van deze kalender in handen. Een aantal jaar op rij mochten we met Boeren op een Kruispunt de mooie opbrengst hiervan in ontvangst nemen.
Het vraagt evenwel veel tijd om deze kalender te maken. Gezien deze dames ook nog aan het werk zijn, konden zij dit – met spijt in het hart – niet langer bolwerken. We zijn hen trouwens zeer dankbaar voor hun inzet van de voorbije jaren.”
Maar ook volgend jaar zal de kalender menig muur kunnen sieren. Verté: “Deze kalender is een te mooi initiatief om te laten verdwijnen, daarom namen we het heft in eigen handen. Het brengt de sector immers op een positieve manier in de aandacht en brengt tevens Boeren op een Kruispunt nogmaals ter sprake. Ook dit is een manier om te outreachen. Daarnaast is er ook de mooie opbrengst natuurlijk.”
Extra inkomsten maken meer initiatieven mogelijk
Boeren op een Kruispunt wordt dan wel financieel ondersteund door de Vlaamse overheid, de Vlaamse provincies en de landbouworganisaties, toch zijn deze extra’s heel welkom.
Vorig jaar werd dankzij de kalenderverkoop niet minder dan 20.300 euro geschonken aan de hulporganisatie. “Hiermee kunnen we initiatieven opzetten of verderzetten die niet in onze reguliere werking zitten en waarvoor anders geen geld voorhanden is. Neem nu de laagdrempelige Boerencafés in onze strijd tegen eenzaamheid in de landbouw. Landbouw(st)ers kunnen, tussen 14 en 16.30 uur, een koffietje of een pintje komen drinken, een babbeltje slaan met anderen. Er zijn geen voorinschrijvingen, men moet zich niet bekendmaken. Er zijn volksspelen ter beschikking en voor wie wil, kan er ook een adviseur of een vrijwilliger aangesproken worden. Maar niets moet. Of we kunnen met de opbrengst van dergelijke initiatieven in sommige begeleidingen al eens een sessie meer bij de psycholoog betalen. Zeker als het financieel moeilijk is op een bedrijf en als een of meerdere bijkomende sessies toch wel aangewezen zijn.”





