Hoewel dat extra belastingmaatregelen voor landbouwers niet wenselijk zijn, lijkt deze manier ons wel iets rechtvaardiger om te verduurzamen dan we bij ons soms kennen. Er wordt door de Denen immers gewerkt met een belasting per ton CO2. Ze doen geen beroep op een dubieus rekenmodel of op een twijfelachtige computersimulatie met enorme foutenmarge zoals Nederlanders en Vlamingen wel doen. De Denen taxeren op uitstoot, niet op depositie.
De vraag is welke extra belasting een veehouder in deze tijden nog aankan? Voor de Deense veehouder wordt de spreekwoordelijke pil wat verzacht met een fiscale maatregel in de vorm van belastingaftrek. De Denen voeren de uitstoottaks in om de landbouw te verduurzamen. Wat ze van plan zijn om met de opbrengsten van de taks te doen, vonden we nergens terug. Is het ijdele hoop als we verlangen dat de inkomsten uit de taks daadwerkelijk terugvloeien richting een duurzamere landbouw? Vooralsnog lezen we in de communicaties dat er wel 250.000 ha bos of miljarden bomen worden aangeplant in Denemarken. Landbouwgrond wordt dus ook daar met belastingsgeld geofferd aan wensnatuur.
We hopen vooral dat de Deense veehouders ook de kans krijgen om hun methaanuitstoot terug te dringen via maatregelen op het boerenerf zelf. Denk aan aangepast veevoer om de methaanuitstoot terug te dringen of aan ammoniakemissiereducerende stalsystemen. Krijgt de Deense veehouder hier niet de mogelijkheid toe, dan lijkt het ons eerder een maatregel om de Deense landbouw op koude wijze af te slanken.
De hamvraag in dit verhaal is dus of de Deense theorie zich wel kan bewijzen in de praktijk. Als het aanbod in Denemarken geproduceerd vlees of melk de inlandse vraag niet meer kan dekken en beantwoord wordt met import, heeft de Deense regering niet veel verduurzaamd, maar zijn eigen veehouders en bevolking verarmd. De goedbedoelde theorietaks ten spijt.





