Voor de grote wijziging in het milieuhandhavingsbeleid werden inbreuken op de milieuwetgeving vooral strafrechtelijk beteugeld. Wanneer een regel uit het milieurecht werd geschonden, zoals bijvoorbeeld het niet naleven van de exploitatievoorwaarden, dan kon een geldboete worden opgelegd of kon de dader worden vervolgd voor de correctionele rechtbank. Deze strafrechtelijke vervolging is vandaag de dag nog steeds mogelijk, maar dit is niet meer de norm.
Bestuurlijke handhaving
Nu wordt er echter hoofdzakelijk ingezet op bestuurlijke handhaving en blijft het strafrecht voorbehouden voor de zwaardere milieumisdrijven. Deze bestuurlijke handhaving kent verschillende onderdelen. Zo is er de mogelijkheid voor de bestuurlijke overheid om een bestuurlijke of admini- stratieve geldboete op te leggen. Deze geldboetes worden, zoals de naam het al aangeeft, opgelegd door het bestuur en kunnen achteraf enkel voor een bestuursrechter, het Handhavingscollege, worden gecontroleerd.
Naast de bestuurlijke beboeting bestaat er voor de overheid ook de mogelijkheid om een bestuurlijke maatregel op te leggen.
Bestuurlijke maatregel
Een bestuurlijke maatregel inzake milieu is een instrument dat wordt ingezet om het leefmilieu te herstellen wanneer er een milieu-inbreuk of milieumisdrijf is vastgesteld. De bestuurlijke maatregel vindt zijn juridische basis in art. 16.4.5 DABM. Het is geen sanctie, maar een manier om de schade aan het milieu te herstellen en om herhaling te voorkomen.
Bestuurlijke maatregelen kunnen worden opgelegd ten aanzien van degene die een milieu-inbreuk of een milieumisdrijf heeft gepleegd, maar ook ten aanzien van diegene die opdracht heeft gegeven om handelingen te stellen die een milieu-inbreuk of milieumisdrijf uitmaken. Deze maatregelen kunnen worden opgelegd door de bevoegde toezichthouders, burgemeesters of gouverneurs.
Volgens art. 16.4.7 DABM kunnen bestuurlijke maatregelen onder meer het volgende inhouden:
• de stopzetting of uitvoering van werkzaamheden, handelingen of activiteiten;
• het verbod op het gebruik van of de verzegeling van gebouwen, installaties, machines, toestellen, transportmiddelen, containers, terreinen en alles wat zich daarin of daarop bevindt;
• de volledige of gedeeltelijke sluiting van een inrichting;
• het meenemen van zaken die weggenomen kunnen worden, met inbegrip van afvalstoffen, waarvan het bezit of het gebruik in strijd is met de milieuwetgeving;
• het onmiddellijk vernietigen, op kosten van degene ten aanzien van wie de bestuurlijke maatregelen werden opgelegd, van zaken die bederfelijk zijn of waarvan het bezit verboden is. Als het om dieren gaat waarvan het bezit verboden is, kunnen die op kosten van degene ten aanzien van wie de bestuurlijke maatregelen werden opgelegd, al naargelang het geval, ofwel onmiddellijk worden vrijgelaten, ofwel worden overgebracht naar een erkend opvangcentrum voor vogels en wilde dieren, ofwel worden vernietigd.
Bestuurlijke maatregelen worden schriftelijk of mondeling opgelegd. Als er een dwangsom gekoppeld wordt aan de bestuurlijke maatregel, dan moet deze verplicht schriftelijk zijn.
Aankondiging van de bestuurlijke maatregel
Een bestuurlijke maatregel valt zelden uit de lucht. De overheid die de bestuurlijke maatregel wil opleggen, zal de betrokkene daarvan quasi altijd verwittigen. Dit gebeurt door middel van een brief waarin enerzijds wordt verwezen naar de vaststelling van een overtreding van de milieuwetgeving. Veelal wordt melding gemaakt van een PV dat bij het schrijven is gevoegd. Verder wordt het voornemen om een bestuurlijke maatregel op te leggen concreet toegelicht. Daarbij wordt uitgelegd welke maatregel overwogen wordt en hoe die zal worden opgelegd.
Als bestemmeling van de brief met dergelijk voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel kan men schriftelijk reageren met betwisting van de vastgestelde inbreuk en de voorgenomen maatregel. Dergelijke schrijven moet dan wel onmiddellijk worden verstuurd, omdat de termijn tussen het ter kennis brengen van het voornemen om een bestuurlijke maatregel op te leggen en de beslissing omtrent deze bestuurlijke maatregel meestal heel kort is. In de schriftelijke reactie op het voornemen tot oplegging van een bestuurlijke maatregel kan er ook om een hoorzitting gevraagd worden.
Belang van een hoorzitting
Omdat een bestuurlijke maatregel een beslissing is die ingrijpende gevolgen heeft voor de betrokkene, wordt in de schriftelijke kennisgeving bijna altijd de kans geboden om te worden gehoord op een hoorzitting. Deze hoorzitting is in de realiteit een vergadering waarop aan de betrokkene de kans geboden wordt om zijn visie bij de voorgenomen bestuurlijke maatregel te geven. In de praktijk wordt op deze hoorzitting dikwijls gediscussieerd over de vastgestelde feiten en over de manier waarop een eventuele inbreuk kan worden geremedieerd. Door zelf alternatieven voor te stellen om te verhelpen aan de situatie of door aan te tonen dat er geen inbreuk werd gepleegd, kan het opleggen van een bestuurlijke maatregel soms vermeden worden of op zijn minst bijgestuurd.
Beroep indienen
Tegen het besluit houdende bestuurlijke maatregelen, met inbegrip van de eventuele opgelegde bestuurlijke dwangsommen, kan degene ten aanzien van wie de bestuurlijke maatregelen zijn opgelegd, beroep indienen bij de minister. Dit beroep moet binnen een termijn van 14 dagen vanaf de kennisgeving van het besluit houdende de bestuurlijke maatregelen of de bestuurlijke dwangsommen worden ingediend. Omdat dit beroep aan verschillende vormvoorwaarden moet voldoen, is het aangewezen om zich te laten bijstaan door een advocaat of milieuprofessional. Het beroep schorst het besluit houdende de bestuurlijke maatregelen niet. Dit betekent dat tijdens de behandeling van het beroep de bestuurlijke maatregel moet worden uitgevoerd.
Jan Opsommer