
De landbouwsector wijst hier trouwens al jaren op. De ondermaatse waterkwaliteit geeft immers mee richting aan de vele mestactieplannen. De sector wil binnen deze problematiek zijn verantwoordelijkheid zeker niet ontlopen, maar wil ook niet steeds met de vinger worden gewezen voor alles wat er op dat vlak misloopt. Na 7 edities van het mestactieplan, met steeds scherpere doelstellingen voor de landbouwsector, moet het toch stilaan gaan dagen dat andere belangrijke oorzaken een negatieve impact hebben op die waterkwaliteit.
Er is duidelijk werk aan de winkel in ‘riolenland’. Dat dit een werk is van lange adem en grote investeringen vergt, is ook een understatement. Toch blijkt de ene burger hier al meer mee begaan dan de andere. Op afgelegen kavels vergt het plaatsen
In het kader van de waterkwaliteit is het eigenlijk ook straf dat er nog steeds geen échte oplossing is voor het onkruidvrij houden van ons spoornetwerk. Momenteel gebruikt Infrabel nog chemische producten – meer bepaald glyfosaat – om de 6.500 km hoofdsporen onkruidvrij te houden. Een sproeitrein rijdt 2 keer per jaar uit over dat traject. Infrabel krijgt daarvoor van de regionale overheden afwijkingen op het pesticideverbod. En ja, men zoekt naarstig naar geschikte alternatieven. Ondertussen zien landbouwers echter met lede ogen aan dat de behandelde spoorbeddingen omgeven zijn door grachten die ook hun percelen doorkruisen. Zelf moeten zij in het kader van de verbetering van de waterkwaliteit daar meters van de waterloop wegblijven met hun sproeistoffen. Het blijft aanvoelen als werken met 2 maten en 2 gewichten!