Startpagina Mechanisatie

Technische opmerkingen in Vlaanderen voor veldspuitenkeuring in de achtste cyclus

Vorig jaar werd in België de negende keuringscyclus voor spuittoestellen opgestart. In dit artikel bekijken we de technische opmerkingen die werden meegegeven tijdens de vorige keuringscyclus van de veldspuiten.

Leestijd : 4 min

Eerder kwamen we in Landbouwleven al terug op de keuring van veldspuiten, onder andere in de editie van 4 maart en 1 april jongstleden.

Op de keuring worden de vastgestelde gebreken onderverdeeld in 3 categorieën. Een eerste categorie zijn de afkeuringen die binnen de 3 maanden moeten hersteld worden. De tweede categorie zijn de gebreken die tegen de volgende keuringscyclus dienen hersteld te zijn, en een laatste categorie zijn de niet bindende raadgevende opmerkingen. Het opvolgen van deze raadgevingen kan wel zorgen voor een verbetering van de toestand of het gebruiksgemak van het spuittoestel.

Terwijl in de beginjaren van de keuring tot 19% van de aangeboden spuittoestellen werd afgekeurd (dit is het percentage voor alle spuittoestellen dus inclusief boomgaardspuiten) stagneert dit percentage de laatste keuringscycli steeds rond de 12%. Ook de afkeurgronden blijven ongeveer gelijklopend de laatste jaren.

Afkeuringen

Om een overzicht te krijgen over de verdeling van de opmerkingen per klasse, werden alle opmerkingen voor de achtste keuringscyclus per categorie opgeteld en het procentueel aandeel per opmerking en per categorie weergegeven in figuur 1, 2 en 3.

In figuur 1 is te zien dat afkeuringen voor doppen en manometer, gezamenlijk goed zijn voor meer dan 40% van de afkeuringen.

Nochtans kunnen deze afkeuringen perfect vermeden worden, aangezien de keuringsdienst toestaat om een reservedoppenset en/of manometer los mee te brengen naar de keuring (te melden bij aanvang van de keuring).

Bij een afgekeurde gemonteerde doppenset en/of manometer kan het toestel direct goedgekeurd worden met het reservemateriaal, op voorwaarde dat het defecte materiaal vrijwillig wordt achtergelaten op de keuring.

Figuur 1: Procentueel aandeel klasse I afkeurgronden 8e cyclus (2017-18-19).Om de leesbaarheid te vergroten hebben we alle gebreken die maar 1% of minder vertegenwoordigden weg gelaten uit het taartdiagram.
Figuur 1: Procentueel aandeel klasse I afkeurgronden 8e cyclus (2017-18-19).Om de leesbaarheid te vergroten hebben we alle gebreken die maar 1% of minder vertegenwoordigden weg gelaten uit het taartdiagram. - Illustratie: Ilvo

Op de derde plaats vinden we grote lekken (14,9%). Grote lekken kunnen nochtans gemakkelijk opgespoord worden door het toestel stationair te laten spuiten bij 4 bar en door grondig te observeren op lekkages.

Op de vierde plaats vinden we problemen met afsluitkleppen terug (12,7%). Dit valt opnieuw eenvoudig zelf te controleren door het toestel te laten spuiten en na te gaan of alle kranen correct afsluiten (hoofdkranen en sectiekranen).

Stoornissen in de voedingsdarm (6,3%) duiden op problemen met drukverschillen tussen de secties onderling, vermoedelijk te wijten aan een knik of verstopping in een voedingsdarm of problemen na de verdeler. Gescheurde luchtklokmembranen komen eveneens frequent voor (5,6%). Om na te gaan of het luchtklokmembraan gescheurd is, kan men bij een draaiende pomp het luchtventiel op de klok indrukken. Komt er water uit het ventiel, dan is het membraan gescheurd.

Verder zijn er nog een aantal minder frequent voorkomende afkeurgronden terug te vinden in het overzicht.

De 6 belangrijkste zijn echter verant-woordelijk voor ongeveer 80% van de afkeuringen en kunnen mits een kleine controle vooraf of door de aanschaf van reservemateriaal perfect vermeden worden.

Het advies luidt om altijd aandachtig de oproepingsbrief na te lezen waarin duidelijk de gronden van afkeuring worden vermeld.

Klasse II - gebreken

Figuur 2 toont een overzicht van de gebreken die bij de volgende driejaarlijkse keuring moeten hersteld zijn. Hier zien we in eerste instantie problemen met kleinere lekken (19,0%) en met scharnieren (14,3%). Te slappe scharnieren kunnen bij stuurcorrecties zorgen voor een te sterk zwiepende spuitboom, met als gevolg plaatselijke over- en onderdoseringen. Daarom moet men daar op de keuring de nodige aandachtaan geven.

Figuur 2: Klasse II - gebreken te herstellen binnen de drie jaar 8e cyclus (2017-18-19).Om de leesbaarheid te vergroten hebben we alle gebreken die maar 1% of minder vertegenwoordigden weggelaten uit het taartdiagram.
Figuur 2: Klasse II - gebreken te herstellen binnen de drie jaar 8e cyclus (2017-18-19).Om de leesbaarheid te vergroten hebben we alle gebreken die maar 1% of minder vertegenwoordigden weggelaten uit het taartdiagram. - Illustratie: ILVO

Op de derde plaats vinden we slecht werkende antidrupsystemen terug in het overzicht (10,7%). Meestal gaat het hier om antidrupmembranen die te ver ingesleten/verstorven zijn. Het vervangen van deze membranen verhelpt meestal het probleem en het is aangewezen om ineens de membranen van alle spuitdophouders te vervangen. Eveneens zijn er ook nog problemen met hindernissen in het spuitbeeld, meestal ten gevolge van leidingen (8,1%). Ook stellen we soms problemen vast met de verticale stand van de spuitdophouders (6,6%).

Verder vinden we nog een aantal andere minder frequent voorkomende gebreken terug in het overzicht.

Adviserende opmerkingen

Figuur 3 geeft een overzicht van de adviserende opmerkingen. Als belangrijkste zijn er problemen met de leesbaarheid van de inhoudsmarkering (20,6%), een slecht afgestelde compensatieregeling (17,3%) en (kleinere) krommingen van de spuitboom (10,5%+5%).

Figuur 3: Klasse III raadgevende opmerkingen 8e cyclus (2017-18-19).Om de leesbaarheid te vergroten hebben we alle gebreken die maar 1% of minder vertegenwoordigden weg gelaten uit het taartdiagram.
Figuur 3: Klasse III raadgevende opmerkingen 8e cyclus (2017-18-19).Om de leesbaarheid te vergroten hebben we alle gebreken die maar 1% of minder vertegenwoordigden weg gelaten uit het taartdiagram. - Illustratie: Ilvo

Alhoewel de klasse III - opmerkingen niet kritiek zijn voor een goede werking van het spuittoestel, verdient het toch aanbeveling om waar mogelijk de nodige aanpassingen te doen.

Tot slot

Alhoewel velen de keuring als een verplicht nummertje beschouwen, zorgt deze verplichting er wel voor dat elke eigenaar van een spuittoestel toch zeker één keer om de 3 jaar zijn toestel grondig moet (laten) nazien.

Op de keuring worden de ‘grote’ problemen geduid, en op het keuringscertificaat wordt interessante informatie meegegeven die kan leiden tot een efficiënter gebruik van het spuittoestel!

Johan Declercq

ILVO

Lees ook in Mechanisatie

Meer artikelen bekijken