Gerstoogst 2017 kende doorgaans goede opbrengsten
Vandaag mogen we stellen dat de oogst van de wintergerst seizoen 2013-2017 is afgerond met resultaten die doorgaans goed zijn en de telers naar tevredenheid stemmen, al zijn er ook regionale verschillen.
Waar het minder is, wordt gesproken van 6,5 à 7 ton/ha opbrengst. Doorgaans gaf het echter geen probleem om 8,5 à 9 ton te halen. Meermaals horen we ook spreken van ‘goede opbrengsten’ en dan gaat het concreet om 10 ton en meer, zelfs richting 11 ton en uitzonderlijk tot 11,5 ton.
Waar vroeg gezaaid was, liggen de opbrengsten het hoogst. Deze percelen/rassen hadden dan ook geen last meer van de voorjaarsdroogte. Bepaalde regio’s hebben in mei neerslag gehad en deze bleek van belang te zijn om geen stoelen te verliezen. Hierdoor werden de opbrengsten ook niet naar onderen afgeroomd. We kunnen het nu nog niet heel hard maken, maar momenteel wordt gedacht dat de nachtvorst van april wel een negatieve invloed gehad kan hebben in sommige regio’s op de uiteindelijke opbrengst.
Opmerkelijk was het (zeer) hoge hectolitergewicht van de wintergerst die geoogst is voor de regens van eind juli. Na de neerslag daalde dit sterk.
Ondertussen zijn ook de eerste percelen wintertarwe geoogst. Het gaat maar om een handvol velden, dus conclusies trekken is eerder voorbarig. Bij de vroege wintertarwerassen werd nog een behoorlijk opbrengstcijfer gehaald. We kunnen er nu al echter bijna zeker van zijn dat de latere rassen minder gaan opbrengen. Hier zorgde de droogte ervoor dat de plant zichzelf ging beschermen en stoelen liet afsterven. Geen stoelen zijn geen aren en geen korrels op het einde van de rit.
Wat nu al duidelijk wordt, is dat de tarwekorrels kleiner in omvang zullen zijn, dit heeft echter geen negatieve invloed naar het hectolitergewicht.
Via de sociale media viel ons afgelopen weken op dat op meerdere plaatsen het graan is ingekuild als gps. Vermoedelijk zitten veehouders zonder of met te weinig maïs van 2016 of brachten de zomergranen te weinig op om te dorsen, zodat de silo een betere bestemming werd, net op een moment waar ook het gras niet wou groeien.
Momenteel zitten we in een kritische periode voor de maïs (bloei en kolfvulling) en deze kan dus nu wel heel dankbaar zijn voor de neerslag die valt. Eerder was de maïs al dankbaar voor de warmte, het is immers een tropische plant. Is de maïsteler dit najaar dankbaar voor hetgeen de maïs in zijn silo brengt?
