Startpagina Actueel

Is de droogte een ramp?

Is de huidige droogte een (landbouw)ramp? Volgens ons is het antwoord: technisch gezien voor veel gewassen zeker wel, maar wordt het dit ook wettelijk gezien? Hierover werd de voorbije weken volop gespeculeerd.

Leestijd : 5 min

O m van een ‘ramp’ te spreken op basis van weersomstandigheden mag volgens de voorschriften van het rampenfonds de situatie zich slechts om de 20 jaar voordoen. De totale schade moet minimum 1,24 miljoen euro bedragen.

De vraag werd door Vlaams minister Joke Schauvliege gesteld op 6 juni aan het KMI. Het antwoord was toen negatief. Ook na deze datum bleef het echter in de meeste gebieden nog steeds zeer droog. Bij het opmaken van het driemaandelijks gemiddelde van april-mei-juni zien we nu toch duidelijk dat ook het KMI deze periode als uitzonderlijk vermeldt. Is drie maand een voldoende lange periode om als ramp te gelden? Misschien moeten we toch nog eens op basis van deze nieuwe gegevens de vraag stellen aan de minister.

Geografische verdeling van de droogte-index.
Geografische verdeling van de droogte-index. - KMI

De kaart van het KMI toont visueel de neerslag in deze maanden ten opzichte van het dertigjarige gemiddelde. De genormaliseerde neerslagindex (SPI) laat toe om perioden van droogte te karakteriseren op basis van observaties van neerslag.

De kleurindex vergelijkt op een gestandaardiseerde manier de neerslag voor een duur van drie maanden (SPI–3) met een referentieperiode van dertig jaar (1981–2010). De klassen ‘droog/nat’, ‘zeer droog/nat’ en ‘uitzonderlijk droog/nat’ komen overeen met herhalingsperioden van respectievelijk 10 tot 30 jaar, 30 tot 50 jaar en meer dan 50 jaar. Alle gebieden met bruine kleur zijn dus over een periode van 20 jaar een uitzondering en bijgevolg een ramp te noemen.

Velen vergelijken de situatie met deze in 1976. De kaart klopt dus !

Het besluit is dat er, alleszins indien er geen algemene bestempeling kan gegeven worden, dan zeer zeker wel op regionaal vlak! Zeker omdat het over april, mei en juni ging. Deze drie groeimaanden zijn zeker ook voldoende om voor bepaalde gewassen van een ramp te spreken, denken we maar aan gewassen waarbij deze maanden net hun volledige teeltperiode zijn. Bv erwten, spinazie, bloemkolen,….. Ook in andere teelten zijn deze drie volle maanden echter cruciaal!

Kan men dan de ‘ramp’ toespitsen op teelten en/of regio’s? Er zijn alleszins veel vragen en denkwerk om in de toekomst alvast zulke situaties beter af te bakenen.

Het verbod om nog water te onttrekken in de meeste West-Vlaamse waterlopen betekende voor vele bloemkooltelers een ramp. Net toen de oogst eraan kwam, ging veertien dagen terug dit verbod in tot en met 14 juli.

Biofumigatie

Gebruik de vroege graanoogst om te denken aan biofumigatie. Deze techniek bestaat erin een groenbemestermengsel in te zaaien van kruisbloemigen.

Kies een mengsel dat het hoogste glucosinolatengehalte kan bieden. Vraag dit na bij uw zaadleverancier en/of fytohandelaar.

Biofumigatie kan betekenen dat men de groenbemester vooraan de tractor klepelt en achteraan inwerkt.
Biofumigatie kan betekenen dat men de groenbemester vooraan de tractor klepelt en achteraan inwerkt.

Zaai dik genoeg (20 kg van de mengsels) en bemest (min 50 eenheden stikstof) deze ‘teelt’. Dit is een doeltreffende natuurlijke methode, naast teeltafwisseling om uw schadelijke bodemschimmels en parasieten in niveau te doen dalen!

Aangezien er bij vroege zaai zeker de mogelijkheid bestaat dat dit gewas zich nog volledig ontwikkelt en bij warmere temperaturen en 60 % bloei kan ondergewerkt worden.

Dit onderwerken moet in één werk gang gebeuren voor optimaal resultaat, zodat de gasvorming, die vooral in de eerste uren het grootst is, zo veel mogelijk in de grond blijft.

Hakselen voorop de trekker en infrezen met een aangedreven gladde rol is de enige goede techniek en dit het liefst in warmere vochtige weersomstandigheden. Lichte regen is daarbij ideaal.

Granen

De gerstoogst is achter de rug en met opbrengsten tussen de 7 en 11 ton behoorlijk goed te noemen.

Deze is afhankelijk van grondsoort en hierbij dus vochtvoorziening. Ook een degelijke bemesting en opname van meststoffen en correcte fungicidebehandelingen maken deel uit van de opbrengst, waarbij we in de proeven opnieuw leerden dat toevoegen van chloorthalonil aan de fungiciden vele malen zijn kostprijs in opbrengst behaalt.

Meerdere tarwepercelen hebben last van noodrijpe plekken.
Meerdere tarwepercelen hebben last van noodrijpe plekken.

De tarwe-oogst zal vanaf nu van start gaan. In rijpheid zit er een duidelijk verschil tussen vroege rassen op lichtere gronden en latere rassen op zwaardere gronden.

Naar de opbrengst is het nu nog gissen. De zeer goede herfst- en winterstand met lagere ziektedruk, indien correct behandeld, speelt in het voor deel.

Aarfusarium die echte kilo’s kost, kenden we dit jaar weinig tot niet.

Anderzijds waren de opname van de bemestingsfracties door de droogte en de droogte op zich de grote spelbrekers. Getuige daarvan de noodrijpe plaatsen in sommige percelen. Ook deze kosten kilo’s.

We leerden nu reeds dat ondanks de grotere bodemvoorraad na de winter en de bijgevolg lagere stikstofadviezen voor de eerste fractie niet ideaal was.

Vlas

Het slijten (trekken van vlas) is begonnen. Toch zullen er ook percelen zijn die niet gesleten zullen worden door te korte en/of te dunne gewasstand.

vlas

De buien van deze week zijn dan weer ideaal om op het veld het roten op gang te laten komen.

Aardappelen

Aardappelen hebben te lijden van doorwas. Het ene ras of perceel lijdt al meer of minder dan het andere, maar overal zien we deze verschijnselen. De oorzaak hiervan zijn de zeer hoge temperaturen in de rug van de knol twee weken terug, zeker in deze percelen waar de loofgroei beperkter was.

doorwas1

Behandelen met Fazor, Itcan is uit den boze. Integendeel, het komt er nu op aan om de aardappelen zo lang mogelijk aan de groei te houden, zodat deze secundair gevormde knollen kunnen volgroeien en zodat ook de primaire knol, die eerst deels zal ‘leeg gezogen worden’, zich opnieuw kan voeden.

Vroege doorwas hoeft geen probleem te zijn naar uiteindelijke kwaliteit en bewaring, maar een voordeel is het evenmin. Toch toont late doorwas zeker vele keren zwaardere gevolgen.

In sommige percelen zien we een ‘tweede ronde’ Coloradokever (en larven) verschijnen.

Er werd nog nergens een plaag vastgesteld, maar de eerste alternaria-vlekken wel. Wees hier waakzaam !

Maïs

Deze begint aan de bloei. Hij komt ‘in de pluim’ zegt men in de volksmond.

In die streken waar er onvoldoende vocht is, zien we vooral in de ‘tweede’ vrucht maïs, zoals bijvoorbeeld na gras, dat deze enorm afziet. Deze achterstand haalt hij nu niet meer in! De maïssilo wordt bij de meeste veetelers een stuk minder vol.

Wortelen

Witziekte wordt de eerste en belangrijkste te behandelen ziekte in de wortelteelt. Nativo, Signum, Ortiva (top) zijn mogelijke keuzes. Bijvoegen van zwavelbladbemesting kan. Verder ook zeker aandachtig blijven voor de wortelvlieg.

Prei

In prei zien we soms wat spint(mijten) en roest. Vertimec is hier op zijn plaats en heeft naast een tripswerking ook een goede nevenwerking tegen mijten.

Kolen

In de kolenteelt hebben we er een nieuwe actieve stof bij: Emamectine benzoaat van Syngenta. De productnaam is Affirm. Dit is een rupsenmiddel en kent een gebruik van 120 dagen vanaf 1 juli tot 29 oktober. Het heeft een erkenning in de meeste koolsoorten aan 1.5 kg/ha. Als afwisseling zal het zeker welkom zijn.

Lieven Van Ceunebroeck

Lees ook in Actueel

Ophokplicht pluimvee vervalt in heel Nederland

Pluimvee De ophokplicht voor pluimvee geldt niet meer in het vakantiepark Limburgse Peel en in de regio Gelderse Vallei, zo heeft de Nederlandse minister van Landbouw Piet Adema woensdag 24 april bekendgemaakt. Daarmee is de plicht in heel Nederland vervallen.
Meer artikelen bekijken