Kiezen voor een alternatieve afzetmarkt: een greep uit de mogelijkheden
Tegenwoordig zijn het woelige tijden voor de land- en tuinbouw. Een inkomen genereren wordt steeds moeilijker. Het is echter al meermaals gebleken dat landbouwers niet zomaar bij de pakken blijven zitten: ze zijn en blijven ondernemers en dus zoeken ze naar andere mogelijkheden voor hun bedrijf.

Nu we het over zoeken hebben. Niet alleen landbouwers, maar ook de consumenten zijn op zoek. Meer en meer willen ze een antwoord op de vraag waar hun voedsel vandaan komt, wat er op hun bord komt te liggen. De directe link tussen consument en landbouwer is snel gelegd bij korte keten. De provincie Oost-Vlaanderen organiseerde daarom een infonamiddag over welke afzetmarkten er zijn voor hoeveproducten in het proefcentrum voor de sierteelt (PCS). Landbouwers kunnen immers bij verschillende organisaties terecht om in de korte keten terecht te komen. Hieronder komen Boeren en Buren en Community Supported Agriculture (CSA) aan bod, volgende week enkele andere optionele afzetmarkten.
Boeren en Buren:
W
De bedoeling van elk netwerk is de rechtstreekse verkoop van lokale en hoeveproducten. Er wordt met iedereen gewerkt die op lokaal vlak producent is. De doelgroep bestaat dus niet enkel uit landbouwers.
Voordelen voor :
De gemeente ondersteunt de lokale Boeren en brengt de inwoners weer bij elkaar. Het is een wekelijks moment van ontmoeting dat een leuke dynamiek in de buurt kan creëren. De gemeente heeft er dus een leuk initiatief bij en dus iets nieuws om over te communiceren.
De Buurderijverantwoordelijke ondersteunt de landbouwers en ambachtslieden in de streek en creëert een nieuw netwerk in de b
Populair? Sinds de start in België in 2015 zijn er meer dan 30 buurderijen, 210 producenten en 32.000 buren.
Hoe werkt het?
- Via een online platform biedt de producent producten aan de buurderijen aan.
- Elke week selecteert de buurderijverantwoordelijke dan de producten die hij of zij wil aanbieden aan de leden van de buurderij.
- De Buren worden op de hoogte gehouden van het aanbod. Op die manier weten ze welke producent zorgt voor hun product. Het is niet verplicht om de producten biologisch te telen.
- De Buren bestellen hun producten online. De betaling gaat rechtstreeks naar de producent.
- Op de dag van de buurderij ontmoeten Buren en Boeren elkaar: Buren krijgen hun producten uit handen van de boeren. Gewoonlijk gaat dit ’s avonds door.
De gemeente kan hierbij de communicatie faciliteren door een ruimte vrij te geven. Ze stellen bijvoorbeeld de bibliotheek, een school of het gemeentehuis ter beschikking. Daarnaast kunnen ze mee op zoek gaan naar een geschikte buurderijverantwoordelijke of de Buurderij opnemen als speerpunt van het FairTrade Gemeenteprogramma.
Meer informatie:www.boerenenburen.be
In Sint-Niklaas werd dit voorjaar nieuwe buurderij geopend, wat op veel enthousiasme kon rekenen. Hierbij een greep uit de reacties van de aanwezigen.
Community Supported Agriculture (CSA)
Wat? Gemeenschapslandbouw is een landbouwvorm die gesteund wordt door een gemeenschap: burgers betalen een deel van de productiekosten en krijgen in ruil een percentage van de opbrengst. De landbouwer betrekt de consumenten ook meer bij hetgeen hij doet: ze weten wat er gaande is en krijgen inspraak in het reilen en zeilen van het bedrijf. Op die manier raken ze meer betrokken bij het productieproces van hun eigen voedsel en worden ze zich meer bewust van de risico’s bij de teelt. Denk maar aan plagen en ziekten die de landbouwer parten kunnen spelen. Consument en landbouwer hebben dus direct contact met elkaar. Hun band is volledig gebaseerd op vertrouwen en respect.
Gemeenschapslandbouw ontstond begin jaren ‘60 in Japan. Moeders wantrouwden het voedsel omdat ze dachten dat hun kinderen stierven door de aanwezigheid van pesticiden. Ze stapten met hun geld naar de lokale boer en kochten daar verse melk. De eerste Teikei-groep – want zo noemde CSA daar – was geboren. Het principe waaide over naar Amerika, waar het de naam CSA of Community Supported Agriculture meekreeg. In Canada en Frankrijk werd het concept bekend als AMAP of Associations pour le Maintien d'une Agriculture Paysanne en in Nederland als Pergola-landbouw.
Populair?
De landbouwer kiest uit één of meer afzetvormen, met elk zijn eigen voordelen. Bij zelfpluk komen de consumenten wanneer ze willen naar de landbouwer en oogsten waar de landbouwer zegt waar ze kunnen oogsten. De landbouwer geeft hen het vertrouwen goed om te gaan met de producten. Zelfpluk is gemakkelijk wanneer het gaat om een streek met veel bewoners. Werkt de landbouwer met bulk of pakketten, dan oogst de landbouwer zelf. Hij kan dan kiezen om pakketten samen te stellen of de consument uit zijn producten te laten kiezen in overleg met de landbouwer. Dit is een goede optie in een streek met minder inwoners.
Aansluiten bij het CSA-netwerk? Dan wordt vakmanschap vereist in de vorm van o.a. opleidingen. Daarnaast moet men, als men lid wil worden, binnen drie jaar biologisch werken: met moet biologisch gecertificeerd zijn. Verder moeten de landbouwers een eerlijk inkomen hebben. Een minimuminkomen van 1.500 euro netto per volwaardige arbeidskracht is het streefdoel. Meer informatie over alle voorwaarden vindt u via www.csa-netwerk.be
Ten slotte is het sociale aspect een belangrijke peiler. Zo worden oogstfeesten, meewerkdagen, enz. georganiseerd zodat mensen met elkaar in contact komen. Het CSA-netwerk organiseert ook elke wintermaand samenkomsten om informatie uit te wisselen, waaronder ook opleidingen in samenwerking met PCG, Inagro en ILVO. Beginnende boeren worden ondersteund met begeleiding en gepast advies. Een laatste punt is dat ook jaarlijks een conferentie wordt georganiseerd, die om de beurt in Vlaanderen en Nederland doorgaat.
Meer informatie:www.csa-netwerk.be