Startpagina Actueel

Stuifschade vermijden door spuiten papiercellulose

Het spuiten van papiercellulose om stuifschade tegen te gaan is in Nederland al vele jaren een gangbare praktijk. Bij ons is er echter nog geen erkenning voor. Maar de voordelen zijn er wel. Zo bleek op een demoproject van het departement Landbouw & Visserij, in samenwerking met Inagro, Vegras en Ingro.

Leestijd : 3 min

Door de klimaatverandering wordt het voorjaar niet alleen warmer, vaak staat er ook veel wind. Het stuiven van wind heeft dan ook een grote impact op jonge gewassen. “Voornamelijk fijnzadige gewassen zoals uien, wortelen, schorseneer, spinazie, cichorei, bieten maar ook maïs... kunnen zwaar afzien in hun groei van de windschade”, duidt Bart Debussche van het departement Landbouw & Visserij.

Voorkomen is de boodschap

Er is niet alleen de (financiële) schade aan de teelt, er is ook het verlies van de (belangrijke) bodemstructuur na het verstuiven en het zorgt voor overlast aan naburige percelen en omwonenden.

Voorkomen is ook hier de boodschap. “Beplanting, zoals bomen en struiken, kunnen zeker helpen. Ook strokenteelt, maar die optie is vaak niet haalbaar”, aldus Bart Debussche. Ook bodembewerkingen hebben een belangrijke rol in het vermijden van stuifschade.

“Niet-kerende bodembewerking, waarbij resten van organisch materiaal bovenop blijven liggen, zorgen voor een ruwheid van het bodemoppervlak wat voor een sterke reductie van de erosie zorgt.” Maar ook bij zaaibedbereiding is de grofheid een belangrijk element.

Bij fijnzadige gewassen is dat niet altijd mogelijk. Of er dan andere oplossingen zijn? Ja, zoals het inzaaien van gerst vooraf of samen met de inzaai van het gewas. “De gerst zorgt voor een bedekking en bescherming van de bodem en het gewas. Het is echter niet zo eenvoudig om het juiste tijdstip van die zaai vast te leggen. Het zorgt ook voor een extra bespuiting, want die gerst moet tijdig kapot worden gespoten om concurrentie met het gewas te vermijden.”

Er is nog een ander, efficiënt middel, dat al sinds de jaren 90 in Nederland wordt toegepast: het toepassen van een product dat het grondoppervlak vastlegt, zoals papiercellulose of een stroperige vloeistof, zoals bijvoorbeeld magnesiumlignosulfonaat. Zeker voor teelten met een hogere waarde, zoals uien, wortelen... wordt die techniek toegepast. Maar in Nederland vaak ook in de bloemtollenteelt (tulpen, narcissen, dahlia en lelies).

Wat is papiercellulose?

Papiercellulose is een product dat komt uit de papierindustrie die houtcellulose als grondstof gebruikt. “Het komt vrij bij de productie van papier uit de primaire slibstromen.” Cellulose wordt als kant-en-klaar product op de markt (Stesam) in Nederland gebracht en heeft bij onze noorderburen een erkenning onder de meststoffenwetgeving als ‘stabilisator voor het bodemoppervlak op basis van papiercellulose’. In Vlaanderen is die erkenning er echter nog niet.

De papiercellulose wordt gemengd met water (90 %). Het wordt toegepast met een dosis van 10 m³ per ha via het verspuiten met een spuitboom op een mesttank of via een aangepast toestel.

“Zo wordt een beschermd laagje gelegd op de bodem. De werkingsduur is, afhankelijk van de weersomstandigheden, 4 tot 8 weken. Belangrijk is wel dat het ook tijdig wordt toegepast, idealiter kort na de inzaai van het gewas”, aldus expert Bart Debussche.

Papiercellulose wordt na verloop van tijd vanzelf afgebroken. Het legt een (wit) laagje of filter op de bodem van ongeveer 1 mm dikte. “In Nederland is intussen gebleken dat het middel heel efficiënt werkt en zorgt voor minder stuif- en stofschade.” Kostprijs (all-in): 240 euro voor 10m³ per ha.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken