Startpagina Granen

Kweek uw eigen elektriciteit: Ilvo en Inagro stellen vier energieteelten voor

Binnen amper drie jaar hoort een goed deel van de energie die we gebruiken uit groene bronnen te komen. Kunnen landbouwers daarop inspelen door energiegewassen te telen? Overheid, onderzoeksinstellingen en proefcentra testten verschillende van die teelten. Welke passen op uw bedrijf?

Leestijd : 10 min

Tegen 2020 moeten we 13% van onze energievoorziening realiseren uit groene bronnen. Daar wordt hard aan gewerkt, ook vanuit de landbouw. Schuilt daar geen kans voor landbouwers, om hun teeltrotatie te verruimen en tegelijk een inkomen op te bouwen? Zijn de akkerbouwers daar klaar voor? Is de teelt daar klaar voor?” Jean-Luc Lamont van het departement Landbouw en Visserij (L&V) weet wat hij op de studiedag over energieteelten, recent georganiseerd op het Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek ILVO, te weten wil komen.

“Tegen 2020 moeten we 13% van onze energievoorziening realiseren uit groene bronnen”, brengt Jean-Luc Lamont in herinnering.
“Tegen 2020 moeten we 13% van onze energievoorziening realiseren uit groene bronnen”, brengt Jean-Luc Lamont in herinnering.

Wie meer wil verdienen aan biomassa, kijkt volgens de heer Lamont best naar het cascadesysteem. Het komt erop aan de biomassa te valoriseren in een zo hoogwaardig mogelijke toepassing: voedsel boven grondstof, en grondstof boven brandstof. Het geoogste gewas verbranden staat dus behoorlijk laag op de ladder. Toch kan ook die laagste trap de moeite lonen wanneer een bedrijf zelf veel warmte en energie nodig heeft.

Wat haal je eruit?

Om energie te winnen uit biomassa kan je ze verbranden of vergisten. Voor directe verbranding zijn miscanthus en korte omloophout beloftevolle toepassingen. Hoewel de hype lang geleden is gaan liggen, biedt pure plantenolie (PPO), bekomen na het persen van bijvoorbeeld koolzaad, ook kansen als brandstof, maar dan in verbrandingsmotoren. Energiemaïs en sorghum lenen zich dan weer tot vergisting.

Extra interessant wordt het wanneer één gewas naast energie ook andere producten levert. Dit is alvast het geval voor koolzaad, waaruit naast die pure plantenolie ook eiwitkoek voor veevoeder en zelfs hoogwaardige spijsolie - met meer omega-3-vetzuren dan olijfolie - gewonnen wordt.

Vaak bieden energiegewassen nog extra voordelen: ze verbeteren de bodem, vragen weinig onderhoud of bieden beschutting, bijvoorbeeld aan pluimvee.

Miscanthus

Miscanthus of olifantsgras staat vooral bekend als biomassagewas. De houtige stengels en de bladeren zijn inderdaad geschikt om te verbranden, maar toegepast in mulch, bouwmateriaal, stalstrooisel, entmateriaal voor zwammen en zelfs als de vezelcomponent in ‘inkt’ voor 3D-printers zouden ze veel meer kunnen opbrengen. Dat vertelt Hilde Muylle (ILVO), nadat ze de teelt zelf in detail heeft toegelicht.

Het gewas vermeerdert zich via rhizomen. Daarvan heb je er zo’n 15.000 nodig per ha, waarvan er vervolgens 60 tot 80 % aanslaan en uitgroeien. Die ‘blote’ rhizomen kosten per stuk 15 tot 20 eurocent. Er bestaan ook opgepotte rhizomen, die het dubbele kosten, maar meer garantie geven. Na die eerste investering kan je minstens 15 jaar voort, met een jaarlijkse oogst tussen de 15 en 20 ton droge stof per hectare (DS/ha).

Weinig werk

Het eerste jaar is de opbrengst veel beperkter. Volgens mevrouw Muylle kan je dat compenseren door korrelmaïs in te zaaien tussen de rhizomen. Het gewas kan zich dan nog niet sluiten, waardoor ook onkruid het eerste jaar voor problemen kan zorgen. Een hele lijst aan herbiciden werd al goedgekeurd. “In juli en augustus groeien de planten snel. Na twee jaar sluit het gewas zich en is er geen nood meer aan herbiciden”, weet ze.

Miscanthus is niet erg kieskeurig en gedijt goed zowel op zand als klei, en op armere bodems en overstromingsplaatsen. “Het veld moet wel berijdbaar zijn tussen januari en april om te oogsten”, verduidelijkt mevrouw Muylle. Die bodem hoeft ook niet zwaar bemest te worden. Zonder gaat vaak ook. Voor de oogst heb je geen speciale uitrusting nodig. Hakselen kan met een maïshakselaar (25-50 mm haksel). Wie liever balen heeft kan met een maaibalk en balenperser aan de slag.

Korteomloophout

Bert Reubens (ILVO) is in Vlaanderen een expert op het vlak van boslandbouw, of agroforestry, waarbij je de teelt van landbouwgewassen of -dieren combineert met bomen. De productie van korte omloophout (KOH) verschilt daarvan: hier gaat het niet om de combinatie, maar om het maximaal benutten van de productie van houtachtigen in de jeugdfase. “Om die reden volgt KOH niet dezelfde regelgeving”, benadrukt de heer Reubens.

Kippenkwekers kunnen korte omloophout opkweken in de uitloop van de dieren.
Kippenkwekers kunnen korte omloophout opkweken in de uitloop van de dieren. - Bert Reubens – ILVO

KOH behelst de aanplant van snelgroeiende houtige gewassen, die maximum om de acht jaar in hun totalititeit bovengronds geoogst worden. Daarvoor zijn heel wat verschillende systemen mogelijk. Het ‘Italiaans’ en het ‘Zweeds systeem’ zijn op dit moment de populairste. In het noorden van Italië, rond de Po-vlakte, werd een vijfjarig systeem met snelgroeiende populier ontwikkeld. Op tien jaar tijd kun je zo tweemaal oogsten.

Rendabiliteit

Het Zweedse systeem werkt langer: de wilgenaanplant, met 15.000 poten per ha, kunnen wel 21 jaar blijven staan. Ze worden om de drie jaar volledig geoogst en gehakseld. Dit systeem rendeert pas over een lange periode, maar is productiever dan het Italiaanse. “Wie werkt met streekeigen soorten moet rekening houden met een lager tonnage, omdat deze niet specifiek geselecteerd zijn op snelle hergroei”, legt de heer Reubens nog uit.

KOH produceren voor verkoop acht de heer Reubens weinig rendabel. Tuinbouwers die zelf hun serres verwarmen bijvoorbeeld kunnen wel veel uit de teelt van KOH halen. Kippenkwekers kunnen KOH opkweken in de uitloop van de dieren. Die verschuilen zich er graag in, en eten de larven van het wilgenhaantje. Via de rekentool op de website www.houtverbranding.be kunt u snel berekenen wat u mag verwachten, in functie van uw verbruik.

Koolzaad: verleden tijd?

“Heel vaak maakt de prijs dingen interessant”, steekt Alain Vandaele (Inagro) van wal. Dat was niet anders bij de opmars van koolzaadolie als brandstof. De kost van pure plantaardige olie (PPO) kwam neer op ongeveer een euro per liter. Bovendien was het eenvoudig in eigen beheer, en accijnsvrij.

“Koolzaad vraagt een zeker  fingerspitzengefühl .  Je moet dat leren kennen”, aldus Alain Vandaele van Inagro.
“Koolzaad vraagt een zeker fingerspitzengefühl . Je moet dat leren kennen”, aldus Alain Vandaele van Inagro.

Een auto ombouwen zodat die op PPO reed kwam neer op 1.500 à 2.000 EUR. De bestelwagen die Inagro had omgebouwd, heeft nog 150.000 km gereden op PPO. Hij boette 5  % in aan vermogen, en verbruikte 5  % meer. Vandaag is de hype gedoofd: het is een pak ingewikkelder om auto’s om te bouwen, en de prijzen van olie en landbouwgrond rechtvaardigen de investering niet meer.

Meer dan dubbele van wintertarwe

Wie alles ten volle benut kan er echter wel nog voordeel uit halen. Bedrijven die zelf de olie eruit persen en zo voorzien in hun eigen energiebehoeften recupereren doorgaans ook alle warmtestromen (bijvoorbeeld voor de verwarming van biggenbatterijen).

Het systeem is CO2-neutraal. Het komt in aanmerking voor groene stroomcertificaten en warmtecertificaten, maar dat vraagt veel administratieve rompslomp. Naast olie (ongeveer één derde) levert koolzaad ook een eiwitrijke koek (twee derde) die erg geschikt is als diervoeder.

“Koolzaad kan je ook kwijt op de markt. De prijs is doorgaans twee tot twee en een half keer zo hoog als die van wintertarwe. Nochtans kost de teelt van koolzaad maar laat ons zeggen 100 EUR meer”, volgens de heer Vandaele. Het is zeker geen of/of-verhaal: over het algemeen valt het werk vóór de tarwewerkzaamheden.

Betere bodemstructuur

Eigenlijk is koolzaad al een volwaardige akkerbouwteelt, zeker in Wallonië en vooral in Frankrijk. In Vlaanderen heersen er hardnekkige vooroordelen, betreurt de heer Vandaele. “Koolzaad is een wonderlijk gewas, dat fenomenaal kan recupereren. Het komt eigenlijk altijd goed na een tegenslag, al moet je dan geen maximum opbrengst verwachten.”

Andere redenen om koolzaad te overwegen ziet de heer Vandaele in verruiming van de teeltrotatie en het weldadig effect op de bodemstructuur. Hij maakt melding van wel 1.000 kg meer opbrengst in tarwe na koolzaad. Met slakken zijn er weinig problemen, met aardvlooien meer vanwege de neonicotinoïden die wegvallen. Het probleem van de hauwvastheid is intussen opgelost: hauwvaste rassen kunnen makkelijk drie weken regen verdragen zonder grote verliezen, wat een grote vooruitgang is.

Toekomst voor covergisting onzeker

ILVO-onderzoeker Alex De Vliegher bespreekt ook nog de mogelijkheden van maïs en sorghum. Die leveren energie via covergisting, een proces waarbij biogas (waarvan 55-60  % methaan) gewonnen wordt uit mengmest en andere biomassa, zoals maïs, sorghum en zelfs raaigras. Het digestaat dat overblijft vindt vlot toepassing als meststof in de land- en tuinbouw.

Wie neemt die energiemaïs en sorghum dan af? “België telt 41 grote covergistingsinstallaties. Die kwamen er vooral halfweg de jaren 2000, en werkten met een subsidiepolitiek van 10 jaar. Wat gaat er nu mee gebeuren?”, vraagt de heer De Vliegher zich af. “Volgens het voortgangsrapport van vzw Biogas-E uit 2016 zijn de exploitatie- en investeringskosten voor het grootste deel van de sector te hoog om zonder subsidie levensvatbaar te blijven.”

Energiemaïs: beter in rotatie

Bijgevolg ziet de heer De Vliegher het areaal energiemaïs in Vlaanderen niet stijgen. Dat ligt nu niettemin op 4.000 ha. “Het is een stabiel en gemakkelijk product. Bij de teelt van energiemaïs komt het erop aan zoveel mogelijk biomassa te bekomen, terwijl je een vochtigheid van 30  % bereikt voor het inkuilen ervan.”

“Bij de teelt van energiemaïs komt het eropaan zoveel mogelijk biomassa te bekomen, terwijl je een vochtigheid van 30  % bereikt”, aldus de heer De Vliegher van het ILVO.
“Bij de teelt van energiemaïs komt het eropaan zoveel mogelijk biomassa te bekomen, terwijl je een vochtigheid van 30 % bereikt”, aldus de heer De Vliegher van het ILVO.

Uit onderzoek blijkt alvast dat energiemaïs in teeltrotatie meer opbrengt dan monocultuur maïs. Sorghum moet daar, als alternatief gewas, voor onderdoen, maar bij zaai na 15 mei laat een zware snede Italiaans raaigras toe om dat verschil zo goed als weg te werken. Dat werkt beter dan maïs in monocultuur. Voorts merkten de onderzoekers dat sorghum efficiënter kan omgaan met stikstof dan maïs. Aangezien de teelt van sorghum nog niet helemaal op punt staat is er dus nog ruimte voor verbetering.

Bio-ethanolproductie

Nog een mogelijkheid is om korrelmaïs te telen en enkel de gewasresten naar de vergister te brengen. De korrels gaan dan naar een fabriek die ze verwerkt tot bio-ethanol en enkele interessante nevenproducten. Tot die laatste behoren de eiwitrijke diervoedercomponent DDGS, electriciteit, olie en vloeibare koolstofioxide.

“Bio-ethanol moet volgens de Europese richtlijnen op een duurzame manier geproduceerd worden. Dat wil zeggen dat een fabriek op een duurzame manier aan haar grondstoffen moet komen. Voor akkerbouwers in de buurt van zo’n fabriek is het dan ook gunstig de maïs daar af te zetten, en om een goed rendement te halen”, legt de heer De Vliegher uit. Toch geldt ook hier dat de toekomst van de sector afhangt van het al of niet doorgaan van de subsidieregeling.

Betaling volgens DS-opbrengst

In de Gentse kanaalzone verwerkt bioraffinage-installatie Alco Bio Fuel 5.000 ha regionale korrelmaïs. Het bedrijf streeft ernaar om inlandse korrelmaïs te verwerken van half september tot einde december. De betaling gebeurt op basis van de opbrengst aan droge stof (DS). Bovendien geeft het bedrijf een toeslag bij vroege oogst. Dorsen kan beneden een vochtgehalte van 35%, en de maïs hoeft niet gedroogd te worden.

Dat vochtgehalte laat toe om vroeger te oogsten, wat beter is voor de bodem en het volggewas. Verder is het mogelijk om latere, productievere rassen in te zaaien. Door de maïs onder folie te telen stijgt de bodemtemperatuur. Op die manier kan je eveneens die latere, productievere rassen gebruiken, en vroeger inzaaien en/of oogsten.

Wat economische rendabiliteit betreft raadt de heer De Vliegher een combinatie aan van de voorgaande mogelijkheden: korrels voor bio-ethanol, een deel restplant voor vergisting en het andere deel als organische stof op het veld. Dat laatste benadrukt hij om de bodemvruchtbaarheid te bewaren.

Sorghum als derde teelt?

Volgens de heer De Vliegher heeft sorghum (kafferkoren), zeker in het beginstadium, veel gemeen met maïs. Beide C4-planten leveren biomassa voor vergisting, zoals eerder besproken. Daarnaast kan sorghum ook dienen als kuilvoedergewas, vergelijkbaar met kuilmaïs. “Binnen het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn er veel akkerbouwers en melkveehouders op zoek naar een derde teelt. Sorghum kan daarin een rol spelen als groenvoederproducent”, redeneert de heer Lamont.

Wat zijn nu de voordelen van sorghum vergeleken met maïs? “Sorghum heeft een diepere beworteling dan maïs. Het gewas heeft ook minder water nodig per ton DS. Verder heeft sorghum resistentie tegen een aantal plagen waar maïs mee te kampen heeft”, somt de heer De Vliegher op. Die eigenschappen maken het gewas interessant om op te nemen in de gewasrotatie.

Opbrengst en kwaliteit

Maar is dat voldoende reden om een deel van het maïsareaal te vervangen door sorghum, in het kader van de wetgeving i.v.m. het Ecologisch Aandachtsgebied (EAG)? In samenwerking met het Nederlandse Louis Bolk Instituut vergeleek ILVO in 2016 de prestaties van sorghum met die van kuilmaïs, het vertrouwde gewas.

“We zagen dat  er in de  commerciële voedersorghums potentieel zit in vergelijking met kuilmaïs”,  bevestigt  Alex De Vliegher van ILVO.
“We zagen dat er in de commerciële voedersorghums potentieel zit in vergelijking met kuilmaïs”, bevestigt Alex De Vliegher van ILVO.

Op het gebied van opbrengst zagen de onderzoekers een aantal veelbelovende lijnen in de sorghum. Wat de kwaliteit betreft lag het eiwitgehalte steeds hoger dan dat van maïs. De verteerbaarheid is over het algemeen lager, toch zijn er een aantal lijnen sorghum die heel behoorlijk scoren. Het zetmeelgehalte van de verschillende sorghumlijnen is soms hoger, en soms lager dan dat van de kuilmaïs. De sorghum bevat wel meer lignine, zonder uitzondering.

Toekomst

“Uit deze ene proef hebben we geleerd dat er in die commerciële voedersorghums zeker potentieel zit t.o.v. kuilmaïs. We gaan er volgend jaar dan ook mee door”, bevestigt de heer De Vliegher. In de toekomst van energiemaïs en -sorghum voor vergisting of ethanolproductie gelooft hij minder sterk, tenzij de subsidieregeling wordt verlengd.

Volgens mevrouw Muylle heeft de teelt van miscanthus geen geheimen meer voor de onderzoekers. Net als korte omloophout is het echter een teelt die je het beste voor verbranding en warmtewinning op het eigen bedrijf inzet. Een warmtenet bovenop het energienet zou nog voor extra afzet kunnen zorgen.

Koolzaad vraagt best wat investering en knowhow wanneer je het hele proces zelf in de hand wil hebben. Installaties plaatsen of auto’s ombouwen is verre van vanzelfsprekend. Anderzijds is ook verkoop op de reeds bestaande afzetmarkt een optie.

“Ik ben benieuwd welke van deze teelten meer ingang zullen vinden. Meer dan wat basisinfo kunnen we hier niet geven. Akkerbouwers die erdoor geprikkeld zijn kunnen zich dan verder informeren”, besluit de heer Lamont ten slotte. “Hier zijn we nog lang niet over uitgepraat.”

D.C.

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken