Startpagina Akkerbouw

Groot enthousiasme over quinoa, nu nog de afzet

Quinoa wordt steeds populairder onder de Belgen. Vandaag wordt het pseudograan nog vooral geïmporteerd uit Zuid-Afrika. Als het echter aan het ILVO ligt, zal in de komende jaren meer Belgische quinoa in de winkelrekken liggen. Om de teelt verder uit te rollen in België, werd het Quilo-project in gang gezet. De familie Hoste, die met quinoa experimenteert, is alvast enthousiast. “We krijgen veel positieve reacties, nu de afzet nog regelen.”

Leestijd : 4 min

Belgische quinoa vindt stilaan zijn weg naar de supermarkten, al is het aandeel vandaag nog klein. Intussen wordt duchtig onderzocht of de quinoateelt in Vlaanderen wel een toekomst kan hebben, en voorlopig is het antwoord volmondig ‘ja’. Dat bewees toch alvast het quinoaplatform, waarbij de partners (ILVO, Inagro, HOGENT, PCG en het toenmalige Proefcentrum Herent) vonden dat met middelvroege rassen een goede opbrengst met een voldoende eiwitgehalte bekomen kon worden.

In 2019 startten het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), Inagro en Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant het project ‘quinoa lokaal’, afgekort Quilo. In dit project wordt onderzocht op welke manier de quinoateelt zijn plaats heeft in Vlaanderen. Het project duurt 4 jaar, en zit nu dus in de helft. Binnen het project ligt 10 à 12 ha quinoa aan, het areaal in Vlaanderen bedraagt 53 ha.

Quinoa is gezond

Dat quinoa populairder wordt bij de bevolking heeft te maken met de positieve eigenschappen van dit pseudograan – het is namelijk geen ‘echt’ graan. Van de quinoaplant worden enkel de zaden gebruikt, en deze bevatten een hoog eiwitgehalte. “Het aandeel essentiële aminozuren in quinoa is best hoog”, vertelt ILVO-onderzoeker Greet Tavernier. “Ook positief is dat het glutenvrij is en weinig suikers bevat. Bovendien bevat quinoa veel verschillende vitaminen en mineralen, zoals ijzer en magnesium, en antioxidanten.” Welke eisen er moeten zijn voor quinoa voor menselijke consumptie, daar is nog onvoldoende zicht op. “Kwaliteit moet nog meer aan bod komen in het project”, aldus Tavernier.

Als quinoa in Vlaanderen kan geteeld worden, zijn we bovendien milieubewuster. Nu wordt quinoa immers vooral geïmporteerd uit Zuid-Amerika, en dan vooral uit Peru en Bolivia. De teelt zelf vraagt bovendien weinig water en kan dus goed tegen droogte. Tavernier: “Dat komt omdat quinoa een diep wortelende penwortel heeft, wat goede effecten heeft voor de bodemstructuur na de teelt.”

Telers gezocht! Wil je iets nieuw proberen en wekt quinoa je interesse? Dan is het Quilo-project eventueel iets voor jou! Binnen het Quilo-project wordt namelijk gezocht naar geïnteresseerde landbouwers. Door toe te treden krijg je informatie uit eerste hand van onderzoekers, maar kan je via bijeenkomsten en een WhatsApp groep ook andere landbouwers (biologisch en conventioneel) ontmoeten, en demo’s en workshops volgen. Op die manier kan de teelt verder uitgerold worden in Vlaanderen. Last but not least: kies je voor quinoa, dan kunnen de pre-ecomaatregelen je zelfs een duwtje in de rug geven.

Van rassenkeuze tot rendabiliteit

Tijdens het Quilo-project worden verschillende aspecten van de teelt onder de loep genomen. Rassenkeuze is er één van, maar ook bemesting, zaaidichtheden, plantafstanden en mechanisatie worden opgenomen in de experimentele percelen bij de landbouwers. Bij de oogst wordt dan weer gekeken naar de kwaliteit van het zaad. “We bestuderen niet alleen het nutritionele aspect van quinoa, maar ook de grootte, de kleur en de smaak”, vertelt Tavernier.

Niet onbelangrijk is de rendabiliteit van de teelt. Momenteel is de quinoateelt nog niet zo rendabel. “Met de informatie van de landbouwers rond kosten en arbeid kunnen we een model opstellen over de mogelijke rendabiliteit van de teelt, want die moet hoger. Daarmee zullen we dit jaar van start gaan. Daarbij zullen we ook rekening houden met de financiële voordelen bij het telen van quinoa, zoals de pre-ecoregelingen.”

De quinoaketen uitbouwen

Als onafhankelijk instituut zal het ILVO niet meewerken aan de ketenontwikkeling. Wel geeft het suggesties die zijn nut kunnen hebben in de keten. Zo kan Biograno een mooie rol spelen. Dit is een samenwerkingsverband tussen vooral West-Vlaamse boeren voor de teelt, de verwerking en de verkoop van granen, pseudogranen, zaden en peulvruchten. “Momenteel is er nog geen boer die een enorm areaal heeft aan quinoa. Via deze samenwerking kunnen West-Vlaamse boeren er wel voor zorgen dat ze samen een voldoende hoeveelheid kunnen samenbrengen, en dat is interessant voor afnemers”, aldus de ILVO-onderzoekster. Ze geeft aan dat ook Land, Farm & Men zijn nut kan hebben, eventueel bij het triëren van het zaad voor bioboeren.

Last but not least moet de afzet van de quinoa geregeld worden. Vader Patrick en Dries Hoste teelden dit jaar een kleine hectare aan quinoa als conventionele boeren. “Hoewel we de teelt bio aanpakten, kunnen we het niet als bio verkopen. Het jammere is dat de afnemers die wij kennen enkel bio willen, dus voor onze quinoa moeten we nog een afzet vinden”, geeft Dries aan.

Telersvergaderingen en een WhatsApp-groepje

Om de praktijkkennis in het veld te vergroten, zetten de onderzoekers in het project goed in op kennisdeling. Zo kwam quinoa aan bod op openvelddagen en teeltdemo’s, en werd een ‘Quilopedia’ kennisbank opgericht, waar telers praktijkinformatie kunnen vergaren. “Recent werd ook een nieuwe site quinoalokaal.be opgericht, waar telers bijvoorbeeld een teeltgids kunnen raadplegen”, geeft Tavernier nog mee.

Wat voor Patrick en Dries ook een bruikbare hulp was, waren de telersvergaderingen en een WhatsApp-groepje. In het project zijn zo’n 13 telers betrokken over heel Vlaanderen, die elk een klein areaal aan quinoa uittestten. Patrick en Dries geven aan kleinschalig te willen blijven, en zeggen dat quinoa voor hen perfect past in hun manier van leven als hobbyboer. “In het begin was het voor ons wel een puzzel, want… past quinoa wel bij ons? Er is zo veel info te vinden, maar net bij telers vind je informatie die je nodig hebt. Het is een groepje van conventionele en biologische telers, maar dat maakt niet uit. We leren van elkaar”, aldus nog Dries.

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Moeilijke onkruiden in maïs bestrijden

Maïs In de maïsteelt worden we steeds vaker geconfronteerd met enkele onkruiden de alsmaar moeilijker te bestrijden zijn. De inzet van specifieke producten of middelencombinaties is dan nodig.
Meer artikelen bekijken