Startpagina Economie

Joris Relaes (ILVO) over de Europese ambities: “Het programma had beter Fork to Farm geheten”

De Europese Commissie wil met de Green Deal een omslag maken naar een klimaatneutrale economie en samenleving. Met het bijbehorende ‘Farm to Fork’ programma worden de specifieke ambities uitgetekend voor de landbouw en voedingssector. Wat betekent dit in de praktijk? Joris Relaes, administrateur-generaal van het ILVO, gaf zijn uiteenzetting op Interpom vorig jaar: “Er is nog veel onduidelijkheid over percentages en termijnen, maar de richting is duidelijk.”

Leestijd : 6 min

Ov er de Farm to Forkstrategie is toch al enkele jaren heel wat discussie geweest. Het doel is ambitieus. Tegen 2030 wil Europa 50% minder pesticiden, 50% minder verlies van nutriënten naar de bodem, en 20% minder kunstmeststoffengebruik. Ook streeft men naar een inperking van het gebruik van antibiotica en een toename van het percentage biolandbouw tot 25% van het areaal.

Administrateur-generaal van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) Joris Relaes verduidelijkt dat doel: “De Farm to Forkstrategie is een beleidsdocument, een visie die nog naar wetgeving moet worden omgezet. Momenteel hebben de Europese ministers en het Europees parlement de strategie al goedgekeurd. Die moet nu in concrete wetgeving worden omgezet. Er liggen al een aantal ontwerpen op tafel.”

Voor de hele keten, niet enkel landbouw

Hij geeft aan dat de Farm to Forkstrategie niet alleen over de landbouw gaat, maar dat deze veel breder reikt. Zo gaat het ook over voedselproductie, over de verwerking en distributie, over de consumptie en over het proberen vermijden van verlies van voeding door verspilling tegen te gaan. “Het is geen strikt landbouwdocument, hoewel de meeste reacties vanuit de landbouwsector enerzijds en de natuur- en milieubewegingen anderzijds komen.”

De gangbare landbouwsector vindt het plan te verregaand en is bezorgd om de haalbaarheid. “De situatie in elk land is immers verschillend. Landbouw in Vlaanderen is heel anders dan in bijvoorbeeld Finland of Cyprus”, geeft Relaes mee. De natuur- en milieubewegingen aan de andere kant vrezen dat de veranderingen niet snel of ver genoeg gaan. “De toeleveringsbedrijven wijzen op de noodzaak om nieuwe technieken toe te laten, maar in de rest van de keten is het opmerkelijk stil rond de Farm to Fork”, merkt Relaes op. “En ondanks de claim dat men een integrale kijk op de hele voedselsector hanteert, zie je ook dat het in de wetgevende voorstellen en maatregelen vooral over de landbouw gaat, en minder over de rest van de keten.”

Intussen werden inschattingen gemaakt van de impact van de Farm to Forkstrategie op de voedselproductie. Voor de aardappelsector voorspellen die studies een productiedaling tussen 5 en ongeveer 20%. “Maar dat zijn abstracte berekeningen die uitgaan van een statische wereld. In realiteit zal er op zoek gegaan worden naar oplossingen om die productiedaling te beperken”, aldus Relaes.

MV

Farm to Fork in het GLB

In november 2021 werd het vernieuwd Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) definitief goedgekeurd door het Europees parlement. “Toen was er nog een hele discussie, want men vroeg zich af of het Farm to Forkplan wel voldoende vertaald was in dat GLB. Het proces naar het nieuwe GLB is echter vroeger gestart dan dat van de farm to fork, dus dan kan je moeilijk verwachten dat het 1 op 1 hierin vertaald werd.”

Wat met VS en ggo’s?

Niet alleen in België komt er trouwens kritiek, ook de Verenigde Staten reageren. “Dat betekent dat het Farm to Forkplan toch belangrijk is. Er was wat zenuwachtigheid binnen de VS omdat ze het een voortvarend project vinden. Het leunt aan bij wat bij de boerenorganisaties bij ons leeft: kunnen we voeding voorzien voor 10 miljard mensen als we aan al die milieudoelstellingen moeten voldoen?”

Daarenboven gebruikt de VS new breedingtechnieken. Ze zetten in op ggo’s, terwijl Europa dat niet doet. Ze hebben schrik dat ze met hun producten door de hoge eisen Europa niet meer binnen zullen geraken. “En als Europa het toch toelaat, kan je je afvragen waarom ze het voor de eigen producenten ook niet mogelijk maakt. Als duurzaamheid realiseren echt het doel is, dan kan Europa niet om het potentieel van new breeding heen. De Europese Commissie is wel voorstander, maar is bang van de reactie van een aantal lidstaten die heftig tegen genetische modificatie zijn, waaronder Frankrijk.”

Nog veel onduidelijkheid

Als Relaes de Farm to Forkstrategie wat meer in detail bekijkt, ziet hij nog veel onduidelijkheden. Zo is niet helemaal helder wat de cijfers betekenen, en al helemaal niet wat ze betekenen voor de verschillende subsectoren. “Gaat het om percentages of om absolute cijfers? Willen ze het doortrekken voor alle gewassen en voor alle lidstaten, of bekijken ze het over de gewassen en lidstaten heen? En tegenover welk jaar moeten deze reducties of stijgingen gezien worden? Ook handhaving is nog onduidelijk. Als je landen wil belonen of bestraffen voor de moeite vanaf een bepaald moment, wat doe je dan bijvoorbeeld met landen die al veel inspanningen geleverd hebben en die het in absolute cijfers al goed doen? Zeker voor Vlaanderen is dat aan de orde, want hier werden al grote verwezenlijkingen gedaan vóór ons eigen referentiejaar 2005.”

De consument centraal?

Relaes verwacht dat dit allemaal duidelijker zal worden als de wetgevende initiatieven op tafel liggen. Over het algemeen vindt hij immers dat het plan doet wat het moet doen: duidelijk de richting aangeven. “Over welke percentage het gaat en over welke termijn is voor mij van minder belang. Je moet iedereen meekrijgen en het moet haalbaar zij, maar ik maak me de bedenking of de titel ‘Fork to Farm’ niet passender zou zijn. Wat immers een beetje ontbreekt in dit plan, is de consument. We gaan er te gemakkelijk vanuit dat de consument hier volledig in meegaat en dat hij niet meer naar de laagste prijs zal streven. Moeten we niet eerst kijken naar wat de consument wil en het beleid van daaruit laten vertrekken?”

Hij merkt in dat kader ook op dat de doelstelling voor biolandbouw verkeerd geformuleerd is. Europa wil dat 25% van het areaal biolandbouw wordt. “Maar als je meer bioproducten wil, dan moet je streven naar 25% consumptie van bioproducten, want dan zal de productie wel volgen. Als je focust op de landbouw, krijg je een situatie zoals bijvoorbeeld in Denemarken. Daar heeft de overheid de biologische melkveehouderij enorm gestimuleerd, maar de consumptie volgde niet. Dan werkt het niet. De groei moet gelijke tred houden met de consumptie, zodanig dat de prijs voor bioproducten niet keldert.”

Ambitieus plan van Europa en Vlaanderen

Europa gaat in dit plan uit van zijn eigen kracht en duurzaamheid: Europa wil de duurzaamste zijn en niet kijken naar wat Amerika of China doen. “We hebben een krachtig Europees model, maar ook in Vlaanderen doen de ministers inspanningen om een meer geïntegreerd beleid te ontwikkelen: een voedselbeleid, en dus niet enkel een puur landbouwbeleid.”

Relaes geeft al jaren mee dat de landbouwsector de enige sector is die levend materiaal produceert. Er zijn heel wat typische risico’s verbonden aan ondernemen in de landbouw: planten- en dierziekten, klimaat en weer,… dat maakt het allemaal moeilijker. Voor dat goede ondernemerschap en innovatie pleit hij daarom voor een doelenregelgeving in plaats van een middelenregelgeving. “Het is beter om de sector een doel te geven. De sector moet dan zelf beslissen op welke manier dat doel kan worden behaald. Te veel wetgeving nu is geschreven vanuit het middelenperspectief.”

Hij benadrukt nog eens dat de Farm to Forkstrategie een geïntegreerde aanpak ambieert. De voedingsindustrie en de distributiesector moeten dus mee hun verantwoordelijkheid nemen. “Zij mogen ook een tandje bijsteken. Ik vind het bijvoorbeeld goed dat de bedrijven duurzaamheidsrapporten uitbrengen, maar ik wil er ook graag in lezen hoe ze zijn omgegaan met hun landbouwers en of ze met hen een correcte verhouding hebben.”

Faire handelsrelaties

Wat ook heel belangrijk is op vlak van duurzaamheid, is dat er een eerlijk speelveld moet zijn op wereldniveau, met faire handelsrelaties. Europa heeft in juni 2020, een jaar na de lancering van de Farm to Fork- strategie gecommuniceerd dat er een nieuwe manier moet komen om het handelsbeleid te voeren. “Die plannen staan nog niet zo ver als de Farm to Fork, maar dat er werk is aan dat gelijke speelveld is zeker”, sluit hij af.

Marlies Vleugels

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken