Startpagina Erfbetreders

Erfbetreders: wie mag wat en wat mag niet?

Mogen alle erfbetreders zomaar je erf of veld betreden, of niet? Bestaat er een verschil wat de één of de ander mag? Wij zochten het voor jou uit.

Leestijd : 7 min

Op een landbouwbedrijf komen met de regelmaat van de klok mensen over de vloer om allerhande redenen. Soms betreffen het leveranciers van goederen of materiaal, soms zijn het handelaren of dienstverleners, maar evengoed kunnen het personen zijn die controles komen uitvoeren voor de overheid. De vraag stelt zich wat al deze erfbetreders wel mogen en wat niet, maar ook of er een verschil bestaat tussen wat de één en wat de ander mag. In dit artikel geven we een globaal overzicht.

Leveranciers

Een eerste categorie van erfbetreders waar moet bij worden stilgestaan, is deze van de leveranciers van het landbouwbedrijf. Net als de afnemers van landbouwproducten hebben deze leveranciers een contractuele band met de landbouwonderneming. Op grond van een verkoopsovereenkomst komen zij hun goederen of materiaal bij de landbouwer leveren. Aangezien de leverplicht een essentiële verplichting is voor de verkoper, spreekt het voor zich dat leveranciers toegang moeten hebben tot het landbouwbedrijf.

Het feit dat leveranciers toegang moeten krijgen tot het landbouwbedrijf om hun contractuele plicht tot leveren te kunnen voldoen, betekent evenwel niet dat zij zouden kunnen komen wanneer zij maar willen. Zo lang de landbouwer een levering niet onmogelijk maakt, kan hij mee bepalen wanneer mag worden geleverd. Ook verhindert de leverplicht niet dat de landbouwer aan zijn leverancier bepaalde eisen kan stellen met betrekking tot de levering. Zo kan een landbouwer aan een leverancier die zijn stallen moet betreden de verplichting opleggen om alle sanitaire maatregelen en veiligheidsvoorschriften te respecteren. Ook is de toegang tot het landbouwbedrijf beperkt tot de toegang die nodig is om de gekochte goederen af te leveren. Zo is het bijvoorbeeld een leverancier van pootgoed in principe niet toegestaan om ook even in de stallen van het bedrijf rond te lopen.

Wanneer bij een levering schade wordt veroorzaakt, bijvoorbeeld omdat met een vrachtwagen tegen een gebouw wordt gereden, kan de landbouwer deze schade op de leverancier verhalen. In dergelijk geval doet de landbouwer er goed aan om het deel van de factuur dat overeenstemt met de schade niet te betalen en om deze gedeeltelijke niet-betaling ook schriftelijk te verantwoorden naar zijn leverancier. Een bericht per e-mail volstaat in dat geval.

Afnemers

Op een landbouwbedrijf worden niet enkel zaken geleverd, maar worden ook heel wat zaken afgehaald, bijvoorbeeld de verkochte landbouwproducten. We denken hierbij onder meer aan de melkerij die melk komt ophalen, de aardappelhandelaar die aardappelen komt opscheppen of de veehandelaar die de gekochte dieren komt laden. Voor deze personen geldt eveneens dat zij omwille van de uitvoering van een contractuele verbintenis op het landbouwbedrijf moeten zijn. Net zoals bij de leveranciers is er daarom voor de afnemers een principieel recht tot het betreden van het landbouwbedrijf, doch dit is ook beperkt tot de noodzaak voor de uitvoering van hun contractuele verplichting. Of anders uitgelegd mag de melkophaler bijvoorbeeld wel het erf betreden om naar het melkhuis te rijden en de melk uit de bedrijfstank te pompen, maar niet om even in de machineloods of aardappelopslagplaats te gaan rondneuzen. Ook aan afnemers kan gevraagd worden om de veiligheidsmaatregelen en sanitaire voorschriften te respecteren.

Prospectie

Wanneer veehandelaren op een landbouwbedrijf komen om gekochte dieren op te halen, zijn zij voor de toegang gedekt door de koopovereenkomst die zij sloten. Veehandelaren komen echter ook regelmatig op landbouwbedrijven om te horen of de veehouder in kwestie geen dieren te koop heeft. In principe dient de veehandelaar voor dergelijke toegang de toelating te krijgen van de landbouwer om het erf te betreden. Deze toelating hoeft niet formeel te worden gevraagd en gegeven. Het feit dat de veehandelaar begroet wordt en een gesprek wordt opgestart toont immers ook de stilzwijgende toestemming van de landbouwer aan. Hetzelfde geldt voor verkopers van veevoeders of andere toeleverbedrijven wanneer zij op een landbouwbedrijf spontaan komen aanrijden om na te gaan of zij goederen kunnen verkopen.

Nu er voor personen die omwille van prospectie op een landbouwbedrijf komen geen verplichting bestaat om deze toe te laten, kan een landbouwer ongewenste bezoekers de deur wijzen. Hiervoor hoeft de landbouwer zelfs geen reden op te geven.

Loonwerkers

Een bijzondere categorie van personen die regelmatig een landbouwbedrijf betreden, zijn de loonwerkers. Ook hier is een contract de reden waarom aan de loonwerker de toegang tot het bedrijf moet worden gegeven. Anders dan bij de levering of afhaling van goederen is er bij loonwerk geen sprake van verkoopsovereenkomsten. De overeenkomst die met een loonwerker wordt gesloten, is er immers één van aanneming van werk.

In een overeenkomst van aanneming van loonwerk zitten volgens de rechtspraak ook de contractuele verplichtingen van de landbouwer vervat om een terrein ter beschikking te stellen dat voldoende bereikbaar en voldoende veilig is, opdat de loonwerker zijn werk zonder hinder kan uitvoeren. Dat loonwerkers het landbouwbedrijf mogen betreden, bijvoorbeeld om de maïsoogst naar de silo te brengen, is logisch, maar brengt dus ook met zich mee dat op de landbouwer de verplichting rust om ervoor te zorgen dat de loonwerker zijn toegang tot het erf op een voldoende veilige wijze kan nemen.

Dierenarts

Een andere regelmatige bezoeker is de bedrijfsdierenarts. Hier stelt zich uiteraard geen probleem van toegang, aangezien de dierenarts precies komt op vraag van de landbouwer. Ook de dierenarts dient zich te houden aan de veiligheidsvoorschriften en sanitaire voorwaarden die de landbouwer stelt, al hoeft dit doorgaans niet gevraagd te worden aan de dierenarts, omdat deze vanuit zijn functie en opleiding weet waaraan zich te houden. In de lijn van de rechtspraak met betrekking tot loonwerkers lijkt het ons voor landbouwers aangeraden om er zelf voor te zorgen dat de dierenarts op het bedrijf in veilige omstandigheden kan werken.

Op een veebedrijf is de bedrijfsdierenarts een regelmatige bezoeker. Hier stelt zich uiteraard geen probleem van toegang, aangezien de dierenarts precies komt op vraag van de landbouwer.
Op een veebedrijf is de bedrijfsdierenarts een regelmatige bezoeker. Hier stelt zich uiteraard geen probleem van toegang, aangezien de dierenarts precies komt op vraag van de landbouwer. - Foto: DJ

Overheid

Een totaal ander type erfbetreder is de aangestelde van één of andere overheid die op een landbouwbedrijf komt om controles uit te voeren. Met deze personen heeft de landbouwer geen contractuele band, zodat hij in beginsel geen verplichting heeft om deze personen toe te laten op zijn bedrijf. Artikel 15 van de Grondwet voorziet immers dat de woning onschendbaar is en dat er geen huiszoeking kan plaatshebben buiten in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft. Het Hof van Cassatie heeft onder meer in een arrest van 20 september 2000 het begrip ‘woning’, waarvan sprake in artikel 15 Grondwet, gedefinieerd als "de plaats, met inbegrip van de erdoor omsloten eigen aanhorigheden, die een persoon bewoont om er zijn verblijf of zijn werkelijke verblijfplaats te vestigen en waar hij uit dien hoofde recht heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer, zijn rust en meer in het algemeen zijn privéleven.”

Volgens de rechtsleer omvat de ‘woning’ alle plaatsen die dienen tot de feitelijke huisvesting van een persoon, van zijn familie of zijn personeel, en op voorwaarde dat zij geen openbaar karakter hebben, noch uit hun aard, noch door hun bestemming. Die bescherming strekt zich eveneens uit tot alle plaatsen waar de betrokkene recht op privacy bezit en soms ook waar hij zijn beroepsactiviteit uitoefent. Dit is met name het geval voor bedrijfsruimten in de mate dat daar ontwikkelde activiteiten een privékarakter vertonen of dat er vertrouwelijke briefwisseling wordt bewaard. (R. Verstraeten en F. Verbruggen, Strafrecht & strafprocesrecht, Maklu, 2010, 184) Deze auteurs vermelden expliciet stallen en schuren als plaatsen die beschermd worden door de onschendbaarheid van de woning. Dit laatste is het geval omdat er bijvoorbeeld persoonlijke spullen van de landbouwer in staan.

In beginsel kan een landbouwer dus personen de toegang tot zijn woning en erf weigeren. Dit principe is evenwel niet absoluut, omdat bepaalde personen door de wetgever kunnen aangeduid worden om bepaalde controles uit te voeren waarbij zij de bevoegdheid krijgen om op het bedrijf te komen. De toezichthouders van de Mestbank en van de Milieu-inspectie beschikken bijvoorbeeld over dergelijke bevoegdheden. Zo mogen deze toezichthouders onaangekondigd elke plaats, waaronder ook stallen en loodsen, vrij betreden met het oog op het uitoefenen van hun toezichtsrechten. Dit kan zowel overdag als ’s nachts, tenzij het gaat om bewoonde ruimten. In dit laatste geval is er een machtiging van de rechter of een voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de bewoner nodig. Het is deze toezichthouders ook toegestaan om monsters te nemen en om metingen, beproevingen en analyses uit te voeren, zelfs wanneer de landbouwer daar geen akkoord voor geeft.

Toevallige bezoekers

Voor toevallige passanten en bezoekers die uit nieuwsgierigheid op een landbouwbedrijf komen, geldt uiteraard dat de landbouwer zich daartegen kan verzetten. Wanneer onbevoegden toegang nemen tot een landbouwbedrijf, doen zij dat op eigen risico en zal er in sommige gevallen zelfs sprake zijn van een strafbare gedraging, met name huisvredebreuk.

Identificeren en legitimeren

Tot slot staan we even stil bij de vraag of u aan een bezoeker, wie dan ook, mag vragen om zijn identiteitsdocumenten. Volgens de Gegevensbeschermingsautoriteit mag u uw gesprekspartner alleen identificeren als deze identificatie noodzakelijk is. De concrete reden hiervoor moet rechtmatig zijn en u moet de persoon die u wenst te identificeren duidelijk en nauwkeurig informeren. Gelet op het feit dat een landbouwer de personen die zijn erf willen betreden op een verschillende wijze toegang moet verlenen of mag weigeren, lijkt het ons dat er een rechtmatige reden bestaat om een bezoeker te vragen om zijn identiteit kenbaar te maken. De noodzaak om uw gesprekspartner te identificeren, houdt niet noodzakelijkerwijs in dat u een kopie van zijn of haar identiteitskaart mag nemen of dat u deze elektronisch mag lezen. Waar een eenvoudige visuele controle van zijn of haar identiteitskaart kan volstaan, moet deze weg worden gevolgd.

Wanneer een ambtenaar bepaalde controles op een bedrijf wil uitvoeren, kan de landbouwer niet alleen vragen dat deze persoon zich identificeert door zijn identiteitskaart voor te leggen, maar mag ook gevraagd worden dat hij zijn bevoegdheid om een bedrijfsruimte te betreden legitimeert.

Jan Opsommer

Lees ook in Erfbetreders

Een band met de VLM-bedrijfsplanner, minder met de controleur

Erfbetreders De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) is niet weg te denken uit de actualiteit: de mestactieplannen liggen bij bepaalde boeren best zwaar op de maag. De VLM staat er echter op om landbouw en natuur met elkaar te verzoenen. Dat is mogelijk met beheerovereenkomsten. Een bedrijfsplanner kan helpen om voor elk bedrijf de juiste maatregelen voor te stellen.
Meer artikelen bekijken