Startpagina Melkvee

De afgevoerde koeien van Dries Maenhout behaalden in 2021 de hoogste levensproductie

Het afgelopen jaar behaalden de afgevoerde koeien van Dries Maenhout en Brenda Dewinter uit Poeke gemiddeld de hoogste levensproductie van Vlaanderen. Dries doet al jaren zijn best om de melkproductie op zijn bedrijf zo efficiënt mogelijk te houden. In 2019 behaalde hij nog de hoogste gemiddelde jaarproductie.

Leestijd : 8 min

Op de lijst van bedrijven met de hoogste levensproductie van de afgevoerde koeien staat dus het bedrijf van Dries en Brenda. De 13 afgevoerde koeien van hun bedrijf waren gemiddeld 6 jaar en 9 maanden oud en produceerden 60.999 kg melk met 4,13% vet en 3,35% eiwit.

Samenloop van omstandigheden

Dries vindt de behaalde titel vooral een toevallige samenloop van omstandigheden. “Ik ben veel bezig met het optimaliseren van de levensproductie van mijn koeien, maar die van de koeien die je afvoert, is elk jaar anders. Vorig jaar waren dat toevallig vooral oudere koeien. Dit jaar heb ik al een vaars moeten verkopen doordat die al enkele uierontstekingen had gehad. Die titel zal hoogst waarschijnlijk dus niet opnieuw voor mij zijn dit jaar.

In 2019 behaalde ik de titel voor de koeien met de hoogste jaarproductie met een gemiddelde van 13.917 kg. Daar moet je al meer je best voor doen, maar toch hangt dat ook samen met de fase waarin je bedrijf zit. Dit jaar zal ik die titel niet kunnen behalen, want ik ga mijn veestapel verdubbelen en zal daardoor alle vaarzen bijhouden, lage productie of niet. Doordat ik geen koeien of vaarzen aankoop van andere bedrijven, zal ik even bezig zijn met die uitbreiding, en daardoor zal ik mijn koeien en vaarzen een tijdje niet kunnen selecteren.”

Melkkoeien én varkens

Dries nam als 22-jarige, meteen na zijn studie, het gemengde bedrijf met melkkoeien en varkens van zijn ouders over. Hij leerde Brenda op school kennen, en ook zij stapte in 2005 mee in het bedrijf na het behalen van haar diploma.

Het koppel koos ervoor om het gemengde bedrijf te behouden en dus verder te gaan met koeien en varkens. Dries nam de koeien op zich en Brenda de varkens. Zij had een voorliefde voor varkens, aangezien ook haar ouders varkenshouders waren. De taakverdeling was dus niet zo moeilijk te maken. Brenda ontfermt zich ook nog over de kalfjes.

Wat in 2003 een bedrijf was van 40 koeien, 80 zeugen en nog vleesvarkens, groeide na het zetten van nieuwe stallen uit tot een bedrijf met 80 koeien, 200 zeugen en 2.000 vleesvarkens. Voor de varkenstak is geen verdere uitbreiding voorzien. De 80 koeien daarentegen worden er binnenkort 160.

Uitbreiding melkveestal

In 2013 zetten Dries en Brenda een nieuwe melkveestal voor 70 koeien met 1 robot en plaats voor een tweede robot. Een eventuele uitbreiding was dus mogelijk, mits een vergroting van de stal. Vorig jaar startten dan ook de verbouwingen van die stal. “Ik zat nu al even met een overbezetting in mijn stal, en dat toonde zich in de gezondheid van mijn koeien”, vertelt Dries. “Ik merkte bijvoorbeeld dat de griep zich veel sneller verspreidde, en ook de productie ging een stuk omlaag. Hopelijk is dat binnenkort geen probleem meer.

Momenteel heb ik 110 koeien. Tegen eind dit jaar wil ik met eigen opfok tot 130 koeien geraken. Dat betekent dat ik zo goed als elke vaars zal bijhouden. Eind 2023 hoop ik dan op een aantal van 160 te eindigen. In 2024 zal ik opnieuw wat kunnen selecteren in mijn veestapel om dan opnieuw te streven naar een topproductie.

Eigenlijk wilde ik liever 2 pluimveestallen zetten dan uitbreiden in mijn melkvee, maar die vergunning kregen we niet. Ik had eindelijk, na meerdere jaren, mijn vrouw overtuigd om ook kippen te houden. Jammer genoeg heb ik de overheid niet kunnen overtuigen.”

Zo emissiearm mogelijk

“De nieuwe stal is klaar. Ik wacht nu enkel nog op de emissiearme matten. De ‘oude’ stal heeft een traditionele roostervloer met volledige kelder. Om mijn steentje bij te dragen aan het klimaat wil ik een emissiearme vloer creëren door mijn rooster bij het melkvee dicht te leggen met die matten. Mestschuiven zullen dan de mest achteraan in een put duwen.

Bij de droge koeien behoud ik wel de mestkelder met roostervloer, aangezien ik daar liever geen mestschuif heb. Als een koe eens te vroeg kalft, en het kalf valt op het rooster, is dat heel gevaarlijk.

Onlangs heb ik ook een vergunning aangevraagd voor een pocketvergister. Ik zou willen dat mijn mest iets opbrengt, en dat ik niet moet betalen voor de afzet. Ik denk dat wij dit jaar ongeveer 100.000 euro betalen voor de mestafzet van de koeien en de varkens samen. Dat is niet te doen. Daarom zijn er ook nog plannen om deel te nemen aan een project voor het verwerken van onze mest tot kunstmest, maar voorlopig mag dat nog niet van Europa.

Binnen enkele jaren zal elke veehouder de uitstoot van het bedrijf moeten verkleinen. Ik probeer daar nu al op voorbereid te zijn met die matten en de pocketvergister. Hopelijk haal ik op die manier de doelstelling die de overheid oplegt, en moet ik mijn veestapel niet terug verkleinen”, aldus Dries.

Vernevelingssysteem in stal

“Ik installeerde ook ventilatoren en een vernevelingssysteem. Dat vernevelingssysteem werd gelegd in 2019 na de hete zomer dat jaar. Ik merkte dat mijn koeien serieus in productie zakten op de warmste dagen en daar wou ik iets aan doen. Verneveling wordt al lang gebruikt bij pluimvee, maar als melkveehouder was ik de eerste die dat installeerde. In 2020 heb ik dat goed kunnen gebruiken en zijn de koeien amper in productie gezakt. In 2021 was dat niet nodig door de natte en koudere zomer.

Het is belangrijk om op te letten dat de stal ook niet te vochtig wordt, want dan creëer je eigenlijk een sauna, en dat is niet goed. In het begin heb ik zelf geprobeerd om de verneveling op de juiste tijdstippen op te starten en te stoppen, maar dat ga ik nu helemaal computergestuurd maken. Als je dat manueel doet, ben je naar mijn mening vaak te laat, te vroeg of verkeerd. Als het buiten 35 graden is, betekent dat nog niet dat de luchtvochtigheid in de stal te laag is. De computer zal dat allemaal beter in het oog kunnen houden.”

Hoogste productie afgevoerde koeien

“Ondanks dat het afvoeren van oude koeien ook een kwestie van geluk is, zet ik wel echt in op langleefbaarheid. Bij mij gaat een koe enkel weg als ze niet zwanger kan geraken of omdat ze een te hoog celgetal blijft hebben. Voor een te lage productie doe ik niet snel een koe weg. Een vaars grootbrengen kost immers veel , en als je die te kort bijhoudt, brengt die niets op. Soms verkoop ik wel eens een vaars of koe die te weinig melk geeft aan een andere melkveehouder die daar content mee is.

Als ik een stier kies, kijk ik ook specifiek naar de langleefbaarheid van zijn nakomelingen. Ook de vruchtbaarheid, het celgetal en de speenplaatsing zijn belangrijk. Die aspecten dragen eigenlijk ook rechtstreeks bij aan de langleefbaarheid.”

Inzetten op langleefbaarheid

“Als ik enkele tips moet geven voor de langleefbaarheid van een koe, zou ik me vooral focussen op comfort, voeder en voldoende klauwkappen. Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat diepstrooiselboxen wonderen kunnen doen als het op langleefbaarheid aankomt, al bewijzen andere boeren dat het ook op andere manieren kan. Om de boxen te vullen, maak ik gebruik van de dikke fractie van de mest die elke dag door een instrooirobot over de boxen verdeeld wordt. Ik merk dat de koeien graag in die boxen liggen en dat hun poten zeer sterk blijven.

In het nieuwe gedeelte van mijn stal, koos ik ervoor om de koeien te leggen in Flex Torenna-boxen . Dat zijn zwevende, beweegbare kunststofboxen met ook een kunststofschoftboom. Met die boxen is het de bedoeling dat de koeien zich minder stoten als ze recht gaan staan en als ze zich neerleggen.

De nieuwe Flex Torenna-boxen zijn zwevende, beweegbare kunststofboxen waaraan de koeien zich minder stoten als ze recht gaan staan en als ze zich neerleggen.
De nieuwe Flex Torenna-boxen zijn zwevende, beweegbare kunststofboxen waaraan de koeien zich minder stoten als ze recht gaan staan en als ze zich neerleggen. - Foto: SN

Verder begin ik bij het jongvee met het creëren van een grote pens. Maïs geef ik sinds enkele jaren niet meer aan kalveren jonger dan 10 maanden. Dan wordt de pens te zuur en krijgen ze sneller diarree. Om een grote pens te kweken, geef ik hun hooi en 3 kg krachtvoer per dag. De eerste 6 maanden lijken ze misschien net iets te dun, maar door het eten van dat hooi krijgen ze een grote pens. Vanaf 10 maanden krijgen ze een standaard rantsoen dat bestaat uit de 3de, 4de en 5de grassnede en uit wat maïs en mineralen. Vanaf dan zie je de kalveren heel hard groeien, omdat ze een grote pens hebben gekweekt. Het stro laat ik uit Frankrijk komen, omdat de kwaliteit en structuur dan constant is.

Mijn doelstelling is om de kalveren dan 400 kg op 400 dagen bij te laten komen. Dat lukt meestal, maar dan moet ik er ook voor zorgen dat ze zeker voor 15 maanden geïnsemineerd worden, anders staan ze te dik. De pens vind ik echt het belangrijkste, want hoe meer voeder ze kunnen opnemen, hoe productiever ze zijn.

Om de klauwgezondheid goed te onderhouden, laat ik de poten van alle koeien 2 keer per jaar bekappen door iemand die daar professioneel mee bezig is. We doen dan samen de poten van 105 koeien op één dag.”

Weidegang met gestuurd koeverkeer

“De afgelopen jaren gingen de koeien 6 uren per dag op de wei aan de hand van gestuurd koeverkeer. Dat ging goed, maar met het uitbreiden van de stal heb ik dit, om praktische redenen, moeten herzien. De koeien zullen nu vrij binnen en buiten kunnen gedurende 6 uren per dag. Daarna zal ik de uitgang manueel dichtdoen, zodat ze enkel nog naar binnen kunnen. Binnen een paar weken moeten we nog ontdekken hoe dat zal verlopen. Ik denk er wel over na om een speciaal hek te installeren, waardoor het afsluiten van de uitgang automatisch gebeurt, zodat dat niet vergeten kan worden.

Ik probeer de koeien zo lang mogelijk aan weidegang te laten doen, want geen enkele box kan tippen aan het gras waarop de koeien languit kunnen gaan liggen.”

Robots

Onlangs verving ik de 2 oude robots door 2 nieuwe van hetzelfde merk: Fullwood Packo. We plaatsten met de uitbreiding van de stal ook een 3de robot bij. Ik ben tevreden van het merk en de dienstverlening die daarbij hoort, maar ik hoop toch ook wel op een update van de software. Ik zou graag kunnen zien wanneer het celgetal aan het stijgen is, zodat ik eventueel nog kan ingrijpen met homeopathische middelen om antibiotica te vermijden. Binnen enige tijd zou dat moeten lukken met de nieuwe robots.

Het robotmelken staat eigenlijk nog in zijn kinderschoenen. Binnen een paar jaar zullen er al veel meer opties zijn, maar je mag je ook niet suf piekeren op afwijkingen in de cijfers. Je moet tussen je koeien lopen en hen leren kennen. Zo kom je te weten of een bepaalde afwijking van belang is bij een bepaalde koe. Bij de ene koe is het heel normaal dat die zich pas na 12 uren laat melken, bij een andere koe kan je meteen van een probleem uitgaan. Zo probeer ik daar een evenwicht in te vinden.”

De nieuwe melkrobots worden geïnstalleerd en ook emissiearme matten zullen  aangelegd worden.
De nieuwe melkrobots worden geïnstalleerd en ook emissiearme matten zullen aangelegd worden. - Foto: SN

Sanne Nuyts

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken