De tekorten aan neerslag stapelden zich maand na maand op. In juni leek men op een echt rampjaar af te steven, zowel voor de maïs maar ook voor veel andere teelten.
Droogtestress
Op lichte gronden zag men heel veel percelen met droogtestress en zelfs op percelen met zwaardere grond zag men maïs met gekrulde bladeren. Een bijkomend probleem door de droogte was de minder goede onkruidbestrijding. Maïs die het zo al moeilijk had door de weersomstandigheden moest soms ook nog concurreren met welig tierende onkruiden. Het was wel een geluk bij een ongeluk dat de droogte al vroeg in het seizoen optrad. De jonge maïsplantjes waren meteen verplicht om het water diep in de grond te gaan zoeken. Dit resulteerde in goed ontwikkelde wortelstelsels.
Vroege bloei
Door de uitzonderlijke weersomstandigheden zagen we heel wat percelen zeer vroeg in bloei komen. Gemiddeld was de bloei 1 tot 2 weken vroeger dan normaal. Eind juni zagen we de eerste pluimen verschijnen en begin juli stonden sommige vroeg gezaaide percelen al in vrouwelijke bloei. Gelukkig viel er in de laatste decade van juni toch wat neerslag zodat de maïs net voor de bloei wat kon recupereren.
Ondanks de te verwachten rendementsverliezen op de zwaarst getroffen percelen zien we over het algemeen wel goed gevulde kolven. De zomermaanden waren vrij normaal qua temperaturen en neerslag en de maïs kon zich rustig verder ontwikkelen. Door de vroege bloeidata was een vroege oogst verwacht dus werd er vroeger gestart met staalnames voor het opvolgingsnetwerk.
Opvolgingsnetwerk
Op alle locaties in het proefnetwerk worden telkens 4 rassen uitgezaaid: Benedictio KWS (vroeg), LG 30260 (halfvroeg), PR38Y34 (laat) en SY Karthoun (zeer vroeg). Iedere vrijdag worden stalen genomen en gedurende 3 dagen gedroogd. De cijfers verschijnen dus steeds met een week vertraging in de pers en afhankelijk van de weersomstandigheden van de voorgaande week moet men dus nog 1 tot 3 procent bijtellen (afhankelijk van het weer) om de actuele waarden in te schatten. Bij extreem warm weer kan men echter nog veel sterkere stijgingen in het droge stof gehalte verwachten. Ter herinnering: tijdens de hittegolf van september 2016 zagen we stijgingen van meer dan 7% per week.
Afrijping ingezet
Op basis van de eerste gegevens van een beperkt aantal locaties zien we toch al duidelijk dat de afrijping van de maïs op de meeste plaatsen ingezet is. Hoewel de droge stof percentages momenteel gemiddeld nog niet vaak boven de 30% zitten zien we voor de vroege en zeer vroege rassen toch al waarden boven de 30%. De schutbladeren van de kolven en de onderste bladeren van de plant beginnen op sommige plaatsen ook al duidelijk te verdrogen. Het warme weer tot afgelopen dinsdag zal ongetwijfeld bijgedragen hebben tot een verdere, snelle afrijping. Na wat neerslag kunnen de planten opnieuw water opnemen zodat de stijging in droge stof wat stil valt maar dit betekent slechts een tijdelijke vertraging: de afrijping van de kolf gaat ook in dit weer gewoon verder.
Zeer vroeg gezaaid is hakselrijp
Zoals eerder vermeld zijn het vooral de zeer vroeg gezaaide en vroege rassen die momenteel hakselrijp zijn (vaak op lichte of droogtegevoelige percelen die zeer vroeg in bloei stonden). Bij vroeg gezaaide percelen worden eerder halfvroege tot late rassen ingezaaid. Voor deze percelen is de oogst nog niet voor deze week verwacht. Toch kunnen we maar beter nu al waarschuwen voor de verwachte snelle afrijping. Heel wat percelen zullen vroeg in de maand september in het hakselbaar stadium komen. We raden dus aan om tijdig de staat van afrijping van uw percelen na te gaan en tijdig contact op te nemen met de loonwerker. Men mag zich ook niet al te veel laten misleiden door een schijnbaar groen uiterlijk van de planten. Pas als men de kolven inspecteert op de aanwezigheid van melk in de korrel en de positie van de melklijn heeft men een goed idee van de rijpheidstoestand van de planten. Helaas wordt er elk jaar veel te veel overrijpe maïs van boven de 42% droge stof ingekuild door een te late planning van de oogst.
