Het rassenonderzoek vond plaats onder praktijkomstandigheden. Er werd een standaard zaaizaadbehandeling toegepast.
De ziektebestrijding werd uitgevoerd op basis van de ziektedruk in het perceel, en omvatte twee fungicidebehandelingen (bladbehandeling en aarbehandeling) op alle proefplaatsen.
Korrelopbrengst
Bij de rassenkeuze zijn, voor wat de korrelopbrengst betreft, volgende criteria belangrijk:
- de regelmatigheid van het ras over de diverse proefplaatsen binnen hetzelfde jaar.
- en de regelmatigheid van het ras over de jaren.
Bij de rassenkeuze is het immers niet aangewezen zich enkel te laten leiden door de opbrengstcijfers van één jaar.
Gesteld kan worden dat het meerjarig gemiddelde van een ras des te betrouwbaarder is, naarmate de korrelopbrengst van het ras over de jaren stabieler is.
Bij de rassen waar slechts één jaar resultaten beschikbaar zijn, is de nodige omzichtigheid geboden bij de beoordeling.
Eveneens wordt vastgesteld dat in functie van de vroegrijpheidsklasse (vroege tegenover late rassen) de resultaten wisselend kunnen zijn tussen de jaren. Hetzelfde wordt ook vastgesteld met de zaaidatum (vroege tegenover late zaai). Om dit te ondervangen is
Tenslotte dient er bij de rassenkeuze ook rekening gehouden te worden met onder andere legergevoeligheid, ziektegevoeligheid of andere noodzakelijke eigenschappen.
In de hiernavolgende tabellen is de korrelopbrengst per ras weergegeven in relatieve cijfers (procenten) ten aanzien van het gemiddeld resultaat van de getuigerassen. De gemiddelde opbrengst van een ras over de proefplaatsen is uiteraard betrouwbaarder naarmate het op een groter aantal proefplaatsen slaat en de korrelopbrengst over de proefplaatsen regelmatiger is.
Leem- en zandleemgebied
Meer dan 5 % boven het gemiddelde
- Furlong (ex Mosaïc) lag twee jaar in proef. Resultaten zijn variërend in functie van het jaar: 96,0% in 2016 en 106,2% in 2017. Gemiddelde is 101,1 %.
Tot 5 % boven het gemiddelde
- Graham lag twee jaar in proef en behaalde een goed resultaat, met een gemiddelde van 104,3 %, variërend van 103,9 % (2016) tot 104,6 % (2017).
- Gedser behaalde een goed resultaat over de laatste drie jaar, met een gemiddelde van 104,2 %, variërend van 103,0 % (2015) tot 105,2 % (2016).
- RGT Sacramento lag twee jaar in proef. Resultaten zijn variërend in functie van het jaar: 96,8% in 2016 en 104,0% in 2017. Gemiddelde is 100,4 %.
- KWS Smart lag voor de eerste keer in proef in 2017 en behaalde een goed resultaat met 103,3 %.
- Ohio lag ook voor de eerste keer in proef in 2017 en behaalde een goed resultaat met 102,3 %.
- KWS Dorset behaalde na zijn eerste proefjaar in 2017 een goed resultaat met 102,0 %.
- Mentor kende een gemiddeld tot goed resultaat over de laatste vier jaar, met een gemiddelde van 101,8 %, variërend van 99,4 % (2015) tot 106,0 % (2016).
- Cellule behaalde een gemiddeld resultaat over de laatste vijf jaar met een gemiddelde van 99,9 %. Enkel in 2016 zat het resultaat onder het gemiddelde (92,7 %). Het hoogste werd behaald in - 2015, met 103,8 %.
- Bergamo lag ook vijf jaar aan in proef en dat met een goed resultaat, met een gemiddelde van 102,4 %, variërend van 98,4 % (2016) tot 108,4 % (2015).
- Anapolis lag drie jaar in proef (buiten 2016), behaalde een gemiddeld resultaat in 2017 met 100,8 % en zat iets onder het gemiddelde in 2015 met 98,8 %.
- Dunston behaalde na zijn eerste proefjaar in 2017 een gemiddeld resultaat met 100,5 %.
- Henrik kende een goed resultaat over de laatste zes jaar, met een gemiddelde van 102,0 %, variërend van 98,6 % (2015) tot 105,1 % (2012).
- Tobak kende ook een goed resultaat over de laatste zes jaar, met een gemiddelde van 102,1 %, variërend van 100,2 % (2017) tot 104,5 % (2016).
- Sahara behaalde een gemiddeld tot goed resultaat over de laatste zes jaar, met een gemiddelde van 102,1 %, variërend van 97,7 % (2015) tot 106,9 % (2017).
Tot 5 % onder het gemiddelde
- RGT Reform lag drie jaar in proef (buiten 2016), behaalde een nagenoeg gemiddeld resultaat in 2017 met 99,1 % en gemiddeld resultaat in 2015 met 108 %.
- Porthus lag voor de eerste keer in proef in 2017. Het resultaat lag iets onder het gemiddelde met 98,9 %.
- KWS Talent lag eveneens voor de eerste keer in proef in 2017, ook met een resultaat dat iets onder het gemiddelde ligt: 98,6 %.
- Milor behaalde na zijn eerste proefjaar een resultaat dan onder het gemiddelde van 2017 lag: 97,8 %.
- Reflection lag twee jaar in proef. Resultaten zijn variërend in functie van het jaar: 106,8% in 2016 en 97,7% in 2017. Gemiddelde is 102,3 %.
- Popeye lag twee jaar in proef, met een gemiddelde van 96,6 % en variërend van 95,6% in 2016 en 97,6% in 2017.
- Britannia behaalde nogal variërende resultaten in functie van het jaar, met een gemiddelde van 100,7 %, variërend van 97,4 % (2017) tot 105,9 % (2016).
- Gustav behaalde na zijn eerste proefjaar een resultaat dan onder het gemiddelde van 2017 lag: 96,2 %.
Meer dan 5 % onder het gemiddelde
- Triomph lag een eerste jaar aan en behaalde een resultaat dan onder het gemiddelde van 2017 lag: 93,5 %.
Kustpolder
Meer dan 5 % boven het gemiddelde
- RGT Sacramento ligt het tweede jaar in proef. De resultaten zijn sterk variërend in functie van het jaar, van 94,4 % in 2016 tot 106,4 in 2017. Gemiddelde is dus 100,4 %.
- Cellule behaalde een gemiddeld resultaat over de laatste vier jaar, maar dat variëerde sterk in functie van het jaar (van 94,2% in 2014 en 94,6% in 2016 tot 105,3% in 2015 en 105,1% in 2017). Gemiddelde was 99,8 %.
Tot 5 % boven het gemiddelde
- Gedser behaalde een goed resultaat over de laatste drie jaar, met een gemiddelde van 103,5 %, variërend van 103,3 % (2016) tot 104,6 % (2015).
- Tobak scoorde gemiddeld tot goed over de laatse vijf jaar, met een gemiddelde van 103,0 %, variërend van 99,9 % (2015) tot 106,7 % (2016).
- Furlong (ex Mosaïc) kende een gemiddeld tot goed resultaat over de laatste twee jaar, met 102,2 % als gemiddelde, variërend van 100,9 % (2016) tot 103,5 % (2017).
- KWS Smart behaalde een goed resultaat over de laatste jaar dat het in proef lag, met een gemiddelde van 105,3 % variërend van 103,3 % (2017) tot 107,2 % (2016).
- Graham ligt ook voor het tweede jaar in proef, met een goed gemiddeld resultaat van 103,4 %, variërend van 102,7 % (2017) tot 104,0 % (2016)
- Popeye, ook voor het tweede jaar in proef, behaalde een goed gemiddeld resultaat van 104,0 %, variërend van 102,5 % (2017) tot 105,5 % (2016).
- Britannia behaalde een goed resultaat over de laatste drie jaar,
Wase polder
Andere waarnemingen
Het hectolitergewicht van de wintertarwe bedroeg gemiddeld over alle rassen en proefplaatsen 77,9 kg in 2017. In vergelijking met 2017 en 2015 lag het hectolitergewicht in 2016 heel wat lager. RGT Reform, Mentor en Cellule kenden het hoogste hectolitergewicht. Milor, RGT Sacramento, KWS Smart, Sahara, KWS Talent, Bergamo, Gustav, Anapolis en Porthus hadden een gemiddeld tot tamelijk hoog hectolitergewicht. Britannia, Ohio en Dunston behaalden dan weer de laagste hectolitergewichten.
Het duizendzadengewicht van de wintertarwe bedroeg gemiddeld over alle rassen en proefplaatsen 43,9 g in 2017. Het hoogste gewicht werd bereikt bij Gedser en KWS Smart. Ook RGT Reform, Gustav, Milor, Henrik, Sahara en Ohio behaalden gemiddelde tot tamelijk hoge resultaten. Echt lage duizendzadengewichten waren er niet, maar Mentor, Triomph, Cellule en Reflection behaalden tamelijk lage resultaten.
Het vochtgehalte bij de oogst lag gemiddeld op 14,9 %. Het hoogst was dit bij KWS Smart, Bergamo, Furlong (ex Mosaïc) en Sahara. Bij alle vier was het vochtgehalte 15,1 %. RGT Sacramento, Henrik, Popeye en Reflection hingen alle vier onderaan de ladder met 14,7 %.
Ook over aarvorming valt wat te zeggen. In mei was de aar van Milor al volledig verschenen, en bij RGT Sacramento en Cellule bijna. Porthus, Bergamo, Graham en KWS Talent waren toen ook in de aar gekomen.
De strolengte werd na het toepassen van groeiregulatoren bepaald. KWS Dorset, KWS Talent, KWS Smart en Ohio hadden het langste stro, gevolgd door Porthus, Gustav, Henrik Tobak, Bergamo en Gedser met tamelijk lang stro. Furlong (ex Mosaïc) en Reflection hadden zeer kort stro en RGT Sacramento en Triomph kort stro.
In 2017 kwam er vrijwel geen legering voor in de rassenproeven. Minst gevoelig voor legeren zijn
Ziektegevoeligheid
Meeldauw (witziekte)