Startpagina Agriflanders

Pluimveehouder Bart Baeyens: “Gaan ze onze bedrijven echt sluiten op basis van foute en verouderde gegevens?”

Heel de landbouwsector krijgt vandaag te maken met de grootste verzameling aan uitdagingen waar die ooit al voor gestaan heeft, en het lijkt maar niet te stoppen. Voor pluimveehouder Bart Baeyens uit Oud-Turnhout viel de grootste bom toen begin 2022 de rode bedrijven op de PAS-lijst bekend werden gemaakt. Zijn vleeskuikenbedrijf met 2 gloednieuwe stallen moet sluiten.

Leestijd : 7 min

Op Agriflanders is ook de pluimveehouderij aanwezig. Net als andere veehouderijsectoren wordt ook deze sector geconfronteerd met het stikstofdossier.

Het bedrijf van Bart Baeyens en zijn ouders, Ronny en Ingrid, ligt vlak naast natuurdomein De Liereman. In 2015 kregen ze een eerste rode PAS-brief, omdat hun bedrijf een te grote stikstofimpact op dat natuurgebied had. De familie Baeyens heeft er toen alles aan gedaan om hun stallen emissiearm te maken. Dat lukte, waarna ze een vergunning kregen voor 2 gloednieuwe stallen. Het bedrijf werd nieuw leven ingeblazen, en leek weer helemaal klaar voor de toekomst.

Rode PAS-brief

Anderhalf jaar later, toen de nieuwe stallen er stonden, ontving de familie Baeyens tegen al hun verwachtingen in, voor de tweede keer een rode PAS-brief. “Dat nieuws sloeg in als een bom”, vertelt Bart. “We hebben de afgelopen jaren keihard gewerkt om een bedrijf van de toekomst te bouwen, en dat allemaal voor niets. De rode PAS-lijsten zijn gebaseerd op berekeningen van 2014, maar sinds toen is hier veel veranderd. Hoe kan het dat daar helemaal geen rekening mee wordt gehouden? Alleen al in het emissiearm maken van onze bestaande stallen investeerden we een half miljoen.”

Gloednieuwe stallen

Momenteel houden Bart, Ronny en Ingrid zo’n 155.000 vleeskuikens in 5 stallen. Twee van die 5 stallen zijn gloednieuw gezet in 2020 met oog voor welzijn en klimaat. Langs de zijkant van de stallen komt daglicht binnen, dat wordt aangevuld met lampen die groen licht geven. Dat geeft de kuikens een rustgevend gevoel. “Die lampen komen als beste uit veel testen”, zegt Bart. “Ik ben er ook heel tevreden van en denk erover na om ze ook in de oude stallen te hangen.”

Het dak van de nieuwe stallen is 20 cm dik geïsoleerd, wat ervoor zorgt dat de stallen in de winter lang warm blijven, en dat ze in de zomer lang koel blijven.

Voor de ventilatie koos de familie Baeyens voor nok- en lengteventilatie. De ventilatoren hangen in de achtergevel van de stal en zijn ingebouwd. De lucht gaat op een gestroomlijnde manier naar buiten. Langs de buitenkant worden lamellen automatisch gestuurd om zonlicht en dergelijke tegen te houden. Ook wind kan niet naar binnen. Aan de binnenkant van de stal zit een isolatiedeksel met rubberen dichting om het luchtdicht te maken.

Er werden ook een nieuwe bronwaterput geboord om de dieren van drinkwater te voorzien. Één put was al aanwezig op het bedrijf. Tussen de 2 nieuwe stallen werd een grote regenwaterput gebouwd van 100 m lang en 6 m breed. Het regenwater wordt opgevangen in putten, waarna het ter plaatse gereinigd wordt. Met dat water kan de familie Baeyens elke ronde hun stallen reinigen.

Tussen de 2 nieuwe stallen werd een grote regenwaterput gebouwd van 100 m lang en 6 m breed.
Tussen de 2 nieuwe stallen werd een grote regenwaterput gebouwd van 100 m lang en 6 m breed. - Foto: Bart Baeyens

De vloer tussen de stallen bestaat uit beton en loopt golvend richting de afvoerputten. Om in de zomer de grond koel te houden, kunnen de openingen van de afvoerputjes verhoogd worden. Zo blijft er altijd een deel water in de put staan, wat een positief effect heeft op de staltemperatuur.

Het regenwater wordt op het bedrijf opgevangen en gezuiverd om de stallen mee te poetsen.
Het regenwater wordt op het bedrijf opgevangen en gezuiverd om de stallen mee te poetsen. - Foto: SN

Eindelijk mee in het bedrijf

Bart stapte in 2020 in het bedrijf van zijn ouders, maar wilde dat eigenlijk al veel langer. Een vergunning om stallen bij te bouwen liet jaren op zich wachten, en zonder uitbreiding was er voor Bart geen inkomen. Toen men een berekening van de stikstofuitstoot deed met nieuwe, aangepaste gegevens, bleek het bedrijf plots niet meer rood te zijn.

De familie installeerde vervolgens op één van de oude stallen een warmtewisselaar, waardoor ze in 2020 eindelijk die vergunning kregen. Ze mochten 2 nieuwe stallen bouwen. Bart nam meteen ontslag in de bouwsector en stapte mee in het bedrijf.

De warmtewisselaar zorgt voor een complete klimaatbeheersing. Voorverwarmde verse buitenlucht wordt de stal ingeblazen waardoor Bart significant op stookkosten kan besparen.
De warmtewisselaar zorgt voor een complete klimaatbeheersing. Voorverwarmde verse buitenlucht wordt de stal ingeblazen waardoor Bart significant op stookkosten kan besparen. - Foto: SN

Ook de 2 nieuwe stallen kregen een warmtewisselaar, want die heeft veel voordelen voor het klimaat én voor de kippen. Het systeem zorgt ervoor dat de mest sneller droogt, waardoor er minder ammoniak gevormd wordt, en waardoor de kippen minder last hebben van hun poten. De warmtewisselaar zorgt dan ook nog eens voor weinig verbruikskosten, want Bart moet maar 8 dagen per ronde verwarmen als het vriest. In de oude stallen gebeurde dat de hele ronde door. “We verwarmen de nieuwe stallen met gas in plaats van met mazout.”

Belplume-lastenboek

“Wij kweken onze kippen onder het Belplume-lastenboek en het Colruyt- en Delhaize-label. Voorlopig willen we nog niet meegaan in het verhaal van conceptkippen, want daar is de marktvraag gewoonweg te klein voor. Als je aan het eind van de dag in de winkel kijkt, zie je dat die producten blijven liggen. Ze zijn duurder en minder goed van smaak. Een traag groeiende kip zit langer in de stal en weegt minder dan een gewone kip. Dat zorgt ervoor dat het vlees minder goed van smaak wordt. Als er een rendabel verdienmodel aan zou hangen, zouden wij dat wel overwegen.

Onze kippen gaan nu weg op 6 weken. Ongeveer 25% vertrekt al een week eerder, want anders is de bezetting per m2 te groot. Dat kleinere aandeel kippen weegt ongeveer 1,9 kg en is kleiner, waardoor die verkocht kunnen worden in een kippenkraam of in een winkel als volledige kip. Kippen van 6 weken wegen ongeveer 2,8 kg en zijn daar te groot voor. Die worden versneden en verkocht als billen, filets, vleugels…”

Ook een hart voor zoogkoeien

Vader Ronny heeft altijd een zwak gehad voor zoogkoeien. Momenteel staan er nog zo’n 25 op het bedrijf. Bart: “Dat is mijn vader zijn hobby. Hij is graag met die koeien bezig. Enkele jaren geleden schakelden we om van Belgisch witblauw runderen naar Blonde d'Aquitaine, omdat dat ras veel minder arbeid vraagt.

Eigenlijk hebben we een vergunning voor 45 stuks, maar momenteel hebben we het al genoeg werk en zorgen. Natuurverenigingen blijven hier ook landbouwgrond opkopen. Dat maakt het moeilijk om koeien te houden, want die hebben veel meer grond nodig dan kippen.”

Steeds andere impactscore

“Ons hart ligt zoals je merkt echt in dit bedrijf, en het zou voor ons echt een ramp zijn als we moeten stoppen. Het meest vervelende is dat we al een paar keer een andere impact-score hebben gekregen, en dat er nog steeds geen rekenmodellen voor emissies op de markt zijn die betaalbaar zijn en die werken op individueel bedrijfsniveau. Dat betekent dat de overheid moet gokken, en eigenlijk helemaal niet kan weten hoeveel ons bedrijf effectief uitstoot. Ik begrijp niet dat zij mensen hun levenswerk willen afpakken op basis van verkeerde en verouderde berekeningen. Als ze nog enkele jaren afwachten, is het misschien wel mogelijk om op bedrijfsniveau die metingen te doen, en als er correcte tools worden gebruikt, zullen wij als landbouwers een sluiting ook beter kunnen plaatsen.

Daarnaast gaan binnen dit en 10 jaar ook heel veel landbouwers met pensioen, want de gemiddelde leeftijd van een boer is hoger dan 55 jaar. Een groot deel van hen heeft geen opvolger, waardoor die bedrijven sowieso zullen sluiten. Waarom houdt men daar geen rekening mee? Wij hebben een van de modernste stallen van België, omdat we bij de laatsten nog een vergunning hebben gekregen, en die stallen willen ze dan afbreken. Het lijkt er sterk op dat de overheid alleen achter de gronden zit die rond de natuurgebieden gelegen zijn. Stikstof heeft daar nog weinig mee te maken.”

Hele gebied zit op zijn gat

“In het Turnhouts Vennengebied liggen ook alle landbouwbedrijven stil. Wij willen graag innoveren en bijvoorbeeld zonnepanelen leggen en een windmolen zetten, maar banken willen ons geen lening meer geven door de onzekerheid. Hier gaat elke week wel iets kapot, en dat moet vernieuwd of gerenoveerd worden, maar we durven en kunnen geen investeringen meer doen. Als we effectief de deuren moeten sluiten in 2025, dan krijgen wij de miljoenen die wij de afgelopen jaren investeerden nooit nog terugbetaald, en ik geloof niet dat wij van de overheid een eerlijk bedrag zullen krijgen om al die schulden af te lossen.

Of er nog een sprankeltje hoop in mij zit? Dat is een heel moeilijke vraag. Als je logisch nadenkt, kan de overheid dit gewoonweg niet doen. Deze werkwijze valt niet goed te praten, en toch blijkt het mogelijk.

Hier is nog nooit iemand langsgeweest om meer uitleg te geven over de rode brief, of om effectief metingen op bedrijfsniveau uit te voeren. Die brief zat zonder waarschuwing en zelfs niet aangetekend in de brievenbus. Wij waren er 100% van overtuigd dat wij geen rode kleur meer zouden krijgen, want wij hadden net een nieuwe vergunning gekregen. Wij hebben telkens alles correct aangevraagd, en de overheid heeft ons die vergunning gegeven. Wij hebben niets fout gedaan, al doen mensen soms of wij schurken zijn.

Het veld aan de overkant van de straat is nieuw ingekleurd als habitatgebied, maar het is tot vandaag eigenlijk herbevestigd landbouwgebied. Als dat kleine veld niet was ingekleurd, had ons bedrijf nog een groene kleur gekregen. Daar kan je toch niet aan uit? Dat veld is al 20 jaar in handen van Natuurpunt, en nog nooit hebben zij daar iets mee gedaan. In 2022 stonden er voor het eerst 2 dagen schapen op.”

Stuurgroep Turnhouts Vennengebied

“Ik zit in het bestuur van de Stuurgroep Turnhouts Vennengebied. Wij zijn een groep agrarische ondernemers die onafhankelijk werken van vakorganisaties. Wij vertegenwoordigen meer dan 300 bedrijven in het gebied en zetten regelmatig acties op poten om die bedrijven een stem te geven. We willen zoveel mogelijk burgers bereiken met onze verhalen en hebben daarom nu ook 6 documentaires gemaakt met onze nieuwe actie ‘Red je Boer’. Het is belangrijk dat ook de landbouwsector gehoord wordt, en niet enkel de politiek.

Het enige dat we nu kunnen doen, is van ons laten horen en rechtszekerheid vragen, waar we recht op hebben. We doen ons best om gehoord te worden, en we hopen dan ook dat dat iets zal uithalen in de toekomst”, besluit Bart zijn verhaal.

Sanne Nuyts

Lees ook in Agriflanders

Meer artikelen bekijken