Europese Unie moet zelfvoorzienend worden in minerale meststoffen
Het Europees Parlement besloot dat kunstmest en andere stoffen die in de landbouw gebruikt worden zoveel mogelijk in de EU geproduceerd moeten worden en ook goedkoper moeten worden. Door de productie van zogeheten ‘bodemvoedingsstoffen’ zelf in de hand te hebben, kan de EU het gebruik van Russisch gas inzake afsnijden. Ook moet gekeken worden naar grondstoffen voor onder andere kunstmest, die nu worden gekocht in landen met autoritaire regimes. Dat schrijft het Europees Parlement in een persbericht.
Het Europarlement nam op 16 februari een resolutie aan die nieuwe strategieën voor mest- en bodemvoedingsstoffen mogelijk maakt. Die zijn nodig om de afhankelijkheid van Rusland en andere autoritaire landen te verminderen. Het is nu aan de Europese Commissie om de strategieën uit te werken en ze nog voor de zomer te presenteren. Volledig zelfvoorzienend worden in de productie van ‘minerale meststoffen’ zal niet over één nacht ijs gaan. Volgens de europarlementariërs gaat het om een lange termijnstrategie.
Einde maken aan afhankelijkheid
De prijzen van kunstmest en andere minerale landbouwstoffen zijn erg hoog. Daarom wil het Parlement financiële steun voor agrariërs bewerkstelligen. Het hulpgeld moet komen uit de EU-landbouwbegroting van 2023. Ook willen ze de tijdelijke schorsing van invoerrechten uitbreiden tot alle minerale meststoffen, behalve voor meststoffen uit Rusland en Wit-Rusland. Momenteel wordt Russisch gas gebruikt voor de productie van meststoffen. Omdat Moskou de inkomsten gebruikt voor de oorlog in Oekraïne wil het Parlement ‘zo snel mogelijk voldoende middelen toewijzen om een einde te maken aan de afhankelijkheid van dit gas’.
Er moet eveneens een gezamenlijk EU-mechanisme komen voor de aankoop van meststoffen en bodemvoedingsstoffen. De europarlementariërs vragen de Europese Commissie om een onderzoek te beginnen over zo’n aankoopmechanisme op EU-niveau. In het onderzoek moet ook worden meegenomen hoe knelpunten op de markt voor meststoffen kunnen worden weggewerkt. Voor op lange termijn beveelt het Europarlement aan het zogenoemde ‘de-carbonisatieproces; te versnellen. Er moeten fossielvrije en gerecyclede nutriënten gebruikt worden in de productie van meststoffen.
Parlementsleden aan het woord
Europarlementariër Anja Hazekamp (PvdD) is kritisch op de voorgenomen maatregelen. “Wat treurig dat er geen enkel besef is dat we zonder gezonde bodem geen voedsel kunnen verbouwen. En dat kunstmest en te veel dierlijke mest de doodsteek zijn voor diezelfde gezonde bodem. Ziet de commissie wel in dat het subsidiëren van kunstmest en bedrijven als Yara de bodem vernietigen en de klimaatdoelstellingen ondermijnt? Een boer vertelde mij laatst: landbouw is niets meer en niets minder dan het samenspel tussen zon, plant en bodem mogelijk maken en begeleiden naar een hoger vruchtbaarheidsniveau. Maar bijna driekwart van onze bodems is in slechte staat. Door fundamenteel andere keuzes te maken kunnen we het tij nog keren.”
SGP’er Bert-Jan Ruissen vindt de resolutie van het Parlement een krachtig signaal: “De Europese Commissie moet zo snel mogelijk het gebruik van kunstmestvervangers toestaan. De EU dient circulariteit in praktijk te brengen; sta boeren toe om nutriënten uit dierlijke mest beter te kunnen hergebruiken.’ De Nederlandse europarlementariër stelt dat een belangrijke oplossing in Europa ligt. ‘In tijden waarin energie- en kunstmestprijzen door het dak gaan, is het des te urgenter om beschikbare alternatieven zoals Renure toe te laten.”
