Startpagina Melkvee

Nieuwe maatregelen in strijd tegen infectieuze boviene rhinotracheïtis

Op 3 maart treedt het nieuwe Koninklijk Besluit (KB) over infectieuze boviene rhinotracheïtis (IBR) in voege. Die wetgeving legt de nieuwe maatregelen vast die de Belgische rundveesector moeten ondersteunen om IBR-vrij te worden. Zo bepaalt het KB een termijn voor het verwijderen van IBR-dragers en een verbod op de handel van I2-runderen.

Leestijd : 3 min

België bindt al sinds 2007 de strijd aan tegen IBR. Het bestrijdingsprogramma is gestart als een vrijwillig programma, maar werd in 2012 verplicht voor alle rundveehouders. In 2014 verkreeg België voor zijn IBR-bestrijdingsprogramma van de Europese Commissie de artikel 9-status. Dat betekent dat ons land aanvullende garanties rond IBR kon vragen voor runderen die vanuit andere lidstaten of gebieden met een lagere status werden binnengebracht.

Op weg naar ziektevrije status

De uiteindelijke doelstelling van het bestrijdingsprogramma is om IBR helemaal uit te roeien. Van zodra ons land de ziektevrije of artikel 10-status bereikt, moet het geen aanvullende garanties meer leveren om dieren binnen de EU te kunnen verhandelen naar andere lidstaten of regio’s die ook een artikel 10-status hebben.

Het nieuwe KB bevat maatregelen om verdere stappen in de richting van de ziektevrije status te kunnen zetten. In de loop van de voorbije jaren nam het aantal vrije beslagen gestaag toe. We zien echter toch nog geregeld beslagen die hervallen, vaak na aankoop van een besmet rund, wat erop wijst dat er nog virus circuleert. Aandacht voor een goede bioveiligheid is hier het codewoord.

Belangrijkste aspecten van nieuw KB IBR

De algemene uiterlijke datum voor het verwijderen van IBR-dragers is vastgelegd op 31 oktober 2023. Enkel bedrijven met (recente) insleep en een plan van aanpak in samenspraak met de verenigingen Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ)/Arsia, krijgen een periode van 4 jaar om alle IBR-dragers te verwijderen. De komende weken brengt DGZ elke veehouder die nog IBR-dragers op het bedrijf heeft persoonlijk op de hoogte van de wettelijke termijnen.

De handel van I2-runderen is verboden, tenzij het gaat om een rechtstreekse afvoer naar het slachthuis of om een afmestbeslag/vleeskalverenbedrijf. Voor de handel van runderen van een IBR-gE-Neg-statuut (I3) naar IBR-vrij zijn er aanvullende vereisten.

De statuten ‘IBR-besmet’ (I2), ‘IBR-gE- negatief’ (I3) en ‘IBR-vrij’ (I4) met de voorwaarden voor het behalen en het behoud van een statuut, staan nu volledig in de aangepaste wetgeving, in overeenstemming met de Europese Dierengezondheidswet. Ook handelaarstallen krijgen op termijn een IBR-statuut, waarbij een in de toekomst verbeterde tracering ertoe moet leiden dat runderen in de handel niet meer kunnen worden besmet.

Er werd een duidelijkere definitie van isolatie (‘quarantaine’) opgesteld, die gekoppeld werd aan enkele aanpassingen in de aankoopprocedure wanneer IBR-dragers worden opgespoord. Er werden ook striktere voorwaarden voor weidebeloop op besmette bedrijven opgesteld, met aanvullende maatregelen bij haarden, en ook de voorwaarden bij de deelname aan prijskampen werden aangepast.

De nieuwe wetgeving voorziet ook vereisten voor de ‘niet-conventionele rundveebedrijven’ (handelstallen, afmestbeslagen en de vleeskalverhouderij). De concrete stappen daarvoor worden in een latere fase geïmplementeerd, gezien die bedrijven volgens het stappenplan de tijd hebben tot april 2026, maar dat zal grotendeels automatisch verlopen.

Waakzaamheid en bioveiligheid zijn troef

Midden februari 2023 hebben niet minder dan 98,6% van de (conventionele) rundveebeslagen in België reeds het statuut IBR-vrij (I4) of IBR-gE-negatief (I3). Voor deze bedrijven zonder IBR verandert er met het nieuwe KB niet zoveel. Het komt er voor hen vooral op aan om uiterst waakzaam te blijven om insleep te voorkomen, want daar schuilt op dit moment het grootste gevaar. De nieuwe wetgeving staat de vrije bedrijven hierin bij, met de nadruk op bioveiligheid.

Voor het beperkte aantal besmette bedrijven (I2-statuut) komt er nu duidelijkheid over de uiterlijke termijn voor de afvoer van IBR-dragers, en over de uiterlijke termijnen voor het behalen van het statuut IBR-gE-negatief en IBR-vrij. DGZ communiceert de komende periode gericht naar de betrokken veehouders en hun bedrijfsdierenartsen over welke acties er nog te nemen zijn (screening, weidebeloop, termijnen voor het verwijderen van IBR-dragers), zodat duidelijk wordt welke actie verwacht wordt van de resterende besmette bedrijven.

Naar aanleiding van het verschijnen van de nieuwe IBR-wetgeving, zal DGZ de rundveehouders en hun dierenartsen de komende weken verder op de hoogte houden van de volgende stappen van het IBR-bestrijdingsprogramma. Hou daarom zeker de nieuwsbrieven en website van DGZ in de gaten.

DGZ-SN

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken