Startpagina Melkvee

Emissies meten op dierniveau

Dat veestallen emissies uitstoten, wisten we al. Het bepalen van de exacte uitstoot van stallen blijft echter een uitdaging. En toch willen we weten welke maatregelen hoeveel impact hebben op de emissies. Tijdens de Vemis-studiedag (het Consortium voor kennisopbouw van luchtemissies in de veehouderij) vertelde Nico Peiren (ILVO) ons meer over het meten van emissies op dierniveau.

Leestijd : 4 min

Peiren: “Om emissies op dierniveau te meten, deden we proeven in gasuitwisselingskamers (GUK’s), in de ILVO-melkveestal en op commerciële bedrijven. In de gasuitwisselingskamers wordt de methaanproductie de klok rond gemeten gedurende een aantal dagen.”

Gasuitwisselingskamers

“We werken in de GUK’s onder gecontroleerde omstandigheden. We passen een aantal strategieën voor methaanreductie toe en meten het effect met behulp van de GUK’s. We gaan eveneens na of een reductiestrategie al dan niet leidt tot een verschuiving: een verhoogde uitstoot van andere broeikasgassen of een verschuiving van de emissie vanuit de muil naar de mest. De productkwaliteit (melk, vlees ) wordt eveneens gemonitord.

Onze GUK’s zijn al operationeel sinds 2010. De koeien worden individueel gehuisvest, maar ze kunnen elkaar zien door ramen. We creëerden een diervriendelijke omgeving, want de koe moet zich goed en op haar gemak voelen, zo is de emissie-uitstoot realistisch. Als er iets moest mislopen, krijgen we een alarm via de smartphone.

Als het dier er gezond in gaat, moet het er zeker ook gezond uit komen. Daarvoor monitoren we verschillende parameters, namelijk de broeikasgasemissies, voederopname, waterverbruik, melkgift, feces- en urineproductie en gewicht. Alle informatie gaat naar een centrale computer. Via een online systeem kunnen wij de data controleren.

In de gasuitwisselingskamers leggen we de nadruk op het meten van methaan en CO2. Dat doen we door een meting van de ingaande en uitgaande lucht en van het ventilatiedebiet. Daarnaast kunnen we ook een stikstofbalans opmaken. Daarvoor dienen we de mest en urine apart op te vangen”, legt Peiren uit.

ILVO-onderzoekstal

“In een tweede stap vertalen we de opgedane kennis naar het boerderijniveau, eerst in de ILVO-onderzoekstal voor melkvee, daarna willen we ook op commerciële bedrijven dieremissies meten op kuddeniveau.

In de onderzoekstal, die sinds 2014 actief is, zijn er 2 nutritionele compartimenten met elk 40 ligplaatsen, 20 RIC-voerbakken, 2 krachtvoederautomaten en 1 GreenFeed. De koeien in een voederproef worden 12 tot 16 weken in een visgraatmelkinstallatie gemolken. De koeien buiten proef gaan naar de melkrobots. We hebben die visgraat nodig voor het nutritionele onderzoek. We willen immers gelijke tussenmelktijden, om zo weinig mogelijk variaties in de vet- en eiwitgehaltes te creëren.”

GreenFeed

“De GreenFeed maakt het mogelijk om onder praktijkomstandigheden de methaanemissie van melkvee te meten. Het is een aangepast krachtvoerstation dat bij ieder bezoek (2-4 per dag) de methaanemissies uit de muil en neus van de individuele koe meet. De GreenFeed meet zowel het methaangehalte in de uitgeademde lucht als de stallucht als achtergrondconcentratie. In combinatie met het RIC-voeropnameregistratiesysteem, dat de voeropname automatisch registreert, kunnen de metingen per bezoek verwerkt worden tot een methaanemissie in gram per dier per dag.

We kunnen de GreenFeed ook gebruiken om de emissies op de wei te meten. De dieren krijgen dagelijks een nieuw stuk gras volgens het principe ‘rotatiebeweiding’, waarbij verschillende percelen opgezet zijn in een cirkel rond de GreenFeed. Zo blijft die GreenFeed op dezelfde plaats staan. Het drinkwater staat ook altijd naast de GreenFeed, zodat de koeien vaak genoeg langskomen. Net zoals koeien, kunnen we ook de emissies van kalveren vanaf de leeftijd van 6 maanden meten.

De GreenFeed is een krachtvoerstation dat de methaanemissies uit de muil en neus van de individuele koe meet.
De GreenFeed is een krachtvoerstation dat de methaanemissies uit de muil en neus van de individuele koe meet. - Foto: ILVO

De laatste stap is die GreenFeeds op een bedrijf zetten. De melkveehouder moet bereid zijn om zijn dieren in 2 groepen op te splitsen. We doen dit door een fysieke scheiding met extra hekwerk in de stal. Als er met productiegroepen gewerkt wordt, moeten deze ook gelijkwaardig ingedeeld worden. We kunnen dat onderzoek ook uitvoeren in combinatie met begrazing. Belangrijk is dat de voederopname goed ingeschat kan worden. Daarom is een voederwagen gewenst, niet alleen om te voederen, maar ook om eventuele resten te kunnen wegen. We hebben een gans team achter de hand met meerdere specialisaties, die al die onderzoeken tot een goed einde brengen”, aldus Peiren.

De GreenFeed kan ook op de weide geplaats worden. In dit geval doet men aan  rotatiebeweiding rond de Greenfeed.
De GreenFeed kan ook op de weide geplaats worden. In dit geval doet men aan rotatiebeweiding rond de Greenfeed. - Foto: ILVO

Labo

“Door proeven uit te voeren met eerdergenoemde methodes, ontdekten we onder andere al het gunstige effect van grondstoffen als koolzaadschroot en bierdraf. Die kunnen een methaanreducerend effect hebben van 8%. Om het methaanreducerend potentieel van een component te onderzoeken, gaat aan het in vivodierenmissieonderzoek soms een in vitro stap vooraf. Daar wordt in het laboratorium de te onderzoeken component toegevoegd aan pensvocht. Daarna kunnen we meten of er een reductie van methaanproductie heeft plaatsgevonden ten opzichte van een referentie.

De methode laat een snelle screening van een groot aantal producten toe op een korte tijdsspanne. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Lanupro, UGent. Daar halen we de meest belovende producten uit, waarna we ook die producten hopen te testen in de praktijk”, gaf Nico Peiren nog mee.

Sanne Nuyts

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken