PCA maakt balans op van Bintje en Fontane
Ook vorige week werden weer staalnames gedaan van Bintje en Fontane.
Drie van de 11 praktijkpercelen Bintje konden nog bemonsterd worden, daar de rest al was gerooid. Die rooiing gebeurde bij een aantal zonder voorafgaande loofdoding. Dit jaar was er sprake van een lang seizoen, met liefst 158 groeidagen. Voor Fontane geldt dan weer dat geen enkel perceel gerooid was tegen begin oktober. Het aantal groeidagen werd voor Fontane afgeklokt op 163 dagen.
Opbrengst
Alle sorteringen met afval samen bekeken, bekomt men een bruto-opbrengst voor Bintje van 50,0 ton/ha. Trekt men hier de ondermaat (-35mm) van af, dan bedraagt de opbrengst uiteindelijk nog steeds 48 ton/ha. 33 ton/ha van de 11 percelen kon men plaatsen in de categorie +50mm, wat neerkomt op zo’n 70 %. Voor Bintje komen we uiteindelijk op het meerjarig gemiddelde van 50 ton/ha met 70 % grofte.
Qua opbrengst werd behalve de kustpolder nog op veel velden een toename geobserveerd. De daling in de kustpolder was toe te schrijven aan de vele rotte knollen door de overvloedige neerslag. Uiteindelijk bekwam men een bruto-opbrengst van alle sorteringen, inclusief afval, van 61,1 ton/ha. Trekt men hier de ondermaat (-35mm) van af, dan bedraagt de opbrengst uiteindelijk nog steeds 60,4 ton/ha. 50 ton/ha was de laagst waargenomen opbrengst. De uitval bedroeg slechts 1,1 ton/ha. Uiteindelijk berekende men voor Fontane een meerjarig gemiddelde van 54 ton/ha bruto, wat bijna overeenkomt met de opbrengsten van 2014. Omdat veel knollen tot de categorie +50mm horen (tussen 82 en 98 %), ligt het gemiddelde van 90 % hoger dan het meerjarig gemiddelde.
Kwaliteit
Op de drie laatste percelen Bintje werd opgemerkt dat het onderwatergewicht licht daalde. Voor het gemiddelde onderwatergewicht van de 11 percelen kwam men uit op 367g/5kg: veel percelen haalden de norm van 360 g/5kg dus net of net niet. Drijvers waren enkel te vinden op de percelen met de laagste onderwatergewichten.
Ook bij Fontane daalde het onderwatergewicht op verscheidene percelen licht, wat maakt dat het gemiddelde onderwatergewicht maar 380 g/5kg bedroeg. Ongeveer vijf percelen zaten rond de norm van 360 g/5kg. Toch wordt voor Fontane eerder een onderwatergewicht van 410 g/5kg gerekend. Net als bij Bintje worden bij velden met de laagste onderwatergewichten drijvers gevonden.
In het algemeen werd de kwaliteit friet bij Bintje als Fontane als zeer goed beschouwd.
Inschuren gestart
Partijen met veel rotte knollen kunnen best van het veld worden afgeleverd of als apart worden ingeschuurd om snelle uitschuring van de aardappelen mogelijk te maken. Dit is zeker het geval voor de percelen aan de kust, waar veel rotte knollen te vinden waren door de regenval in september. Niet lang na de inschuring is het de bedoeling de aardappelen zo vlug mogelijk droog te blazen. Zeker voor Fontane en Challenger, de iets gevoeligere rassen, is dit een must vanaf dag één!
Omdat wondheling het gemakkelijkst gebeurt op droge aardappelen, moet men drogend ventileren. De eerste drie weken is het wel van belang de aardappeltemperatuur tussen de 12 en 15 °C te houden. Wordt de aardappel warmer, dan is er verhoogde kans op schimmels en bacteriën. Wordt de aardappel kouder dan deze temperatuur, dan verloopt de wondheling trager.
Het gevaar zit hem eerder in het kouder worden, aangezien de temperatuur van de drogende lucht in de meeste gevallen lager is dan die van de aardappel. Verder drogen kan dus best op 14 à 15 °C. Een tip is een warmeluchtkanon te gebruiken en die 1 à 2 °C boven de aardappeltemperatuur af te stellen. Zo kan de loods én de aardappelen op 14 à 15 °C behouden worden, en kan er ook met koudere buitenlucht gedroogd worden.
