Startpagina Akkerbouw

De haalbaarheid van maaimeststoffen in een biologische productiemethode onderzocht

Jasper Van Opstal was studentIndustrieel ingenieur biowetenschappen, optie ‘landbouw’ aan de KULeuven. Voor zijn bachelor-/masterproef onderzocht hij in 2020-2021 de haalbaarheid van maaimeststoffen in een biologische productiemethode.

Leestijd : 5 min

Eerder dit jaar won Jasper met een zelf geschreven artikel naar aanleiding van zijn thesis, de thesisprijs ‘Biologische en agro-ecologische landbouw en voeding’. Deze werd uitgereikt in het kader van de Agriflanders-landbouwbeurs in Gent.

Promotoren van zijn thesis zijn professor Hilde Vandendriessche (KULeuven, Bodemkundige Dienst van België), Dr. Annemie Helsen en Helena Vanrespaille (Bodemkundige Dienst van België).

Jasper zelf is geen boerenzoon, maar is wel al van kleins af aan gepassioneerd door de landbouw. Van jongs af aan gaat hij helpen bij landbouwers in de buurt. Daarnaast is hij op zijn 18de begonnen met een eigen landbouwbedrijf. Hij startte met 1 ha en dat is (voorlopig) uitgegroeid tot 10 ha biologische groenten en akkerbouwteelten.

Na zijn studies is Jasper voltijds aan het werk gegaan en is hij dus landbouwer in bijberoep. Naar eigen zeggen mag naar de toekomst toe, dit bijberoep gerust uitgroeien tot iets meer.

Kan je ons voor een goed begrip eerst eens uitleggen wat maaimeststoffen zijn?

Maaimeststoffen zijn gewassen (vaak vlinderbloemige groenbedekkers) die worden gemaaid, gehakseld, en als plantaardige meststof gebruikt op een ander perceel dan waar ze groeiden.

Voor sommigen is de term ‘maaimeststoffen’ nieuw. Sinds wanneer is deze techniek bekend en waar vindt hij toepassing?

De techniek is al enkele jaren bekend en wordt vooral gebruikt in de biologische landbouw. De techniek wordt reeds door sommige (grootschaligere) biologische akkerbouwers toegepast.

Waarom vooral in de biologische productie?

Omdat er in de bio(dynamische) landbouw een tekort heerst aan bruikbare biologische bemestingsvormen.

Praktisch

Worden maaimeststoffen steeds op een ander perceel gebruikt, dan waar ze geteeld worden of kunnen ze ook op hetzelfde veld toepassing vinden?

Het principe van maaimeststof is dat ze op een ander perceel geteeld worden. Moesten we ze op hetzelfde perceel toepassen, zouden we spreken over een groenbemester.

Hoe gaat het praktisch in zijn werk? Wordt er met een schijvenmaaier of klepelmaaier gemaaid? Wat met de droogtijd op het veld en welke oogsttechniek wordt toegepast?

De maaimeststof wordt gemaaid met een schijvenmaaier. Daarna wordt, afhankelijk van de mogelijkheden van de landbouwer, dit al dan niet gedroogd, ingekuild (in bulk of in balen), verhakseld of niet verhakseld.

Moeten/kunnen maaimeststoffen eigenlijk bemest worden?

Dit is mogelijk, maar best niet te veel. Wanneer een vlinderbloemig gewas (maaimeststof) te veel bemest wordt, zal de stikstoffixatie in de plant stilvallen.

Masterproef

Wat was de opzet van je masterproef rond maaimeststoffen?

De haalbaarheid van maaimeststoffen hangt af van zijn stikstofwerking. Deze werd zowel in een veldproef met korrelmaïs als in een incubatieproef in het labo onderzocht. In deze proeven willen we nagaan of de vorm (ingekuild of vers) en het toedieningstijdstip waarop de maaimeststof wordt toegepast bepalend zijn voor de beschikbaarheid van de stikstof (N) voor het gewas. Zo werd bij de veldproef op 2 verschillende tijdstippen ingekuild en op een derde tijdstip werd zowel verse als ingekuilde luzerne toegediend. Bij de incubatieproef werd enkel met ingekuilde luzerne gewerkt.

Figuur 1: Stikstofafgifte van luzerne als maaimeststof.
Figuur 1: Stikstofafgifte van luzerne als maaimeststof. - Bron: Jasper Van Opstal

Vanwaar het idee om rond dit thema te werken?

Om een hoge opbrengst en goede kwaliteit in de biologische akkerbouw te bekomen, moet er op een doordachte manier bemest worden. Door veranderende regelgeving is er binnen de biologische landbouw vraag naar een duurzame bemestingsvorm. De huidige mestwetgeving, gecombineerd met de vaak ongunstige stikstof/fosforverhouding in dierlijke mest, zorgt voor een beperking in de hoeveelheid dierlijke mest die gebruikt mag worden. Anders dan gangbare telers, kunnen biologische landbouwers geen minerale stikstofmeststoffen gebruiken. Om deze reden worden maaimeststoffen steeds geschikter als bemestingsbron. Het idee vloeit voort uit het zoeken naar oplossingen voor de fosforproblematiek. In mijn bachelorproef ging ik op zoek naar alternatieve bemestingsvormen die een hoge N/P- verhouding hadden. Tijdens het zoeken botste ik op het gebruik van maaimeststoffen. Dat leek me zeer interessant, en daarom ben ik het onderzoek ernaar begonnen.

Zit er een verschil in het vers of ingekuild toedienen van maaimeststoffen?

Er waren grote verschillen in samenstelling tussen verse en ingekuilde luzerne. Zowel het drogestofgehalte als de gehaltes aan nutriënten lag bij ingekuilde luzerne veel hoger. Het drogestofgehalte is toonaangevend wat betreft het stikstofgehalte, bij een hoog drogestofgehalte zal de maaimeststof een hogere hoeveelheid stikstof per kilogram vers product bevatten. Daarnaast bevatten maaimeststoffen slechts een kleine hoeveelheid fosfor en een grote hoeveelheid effectieve organische koolstof. Hierdoor hebben ze een zeer interessante N/P- en C/N-verhouding.

Is er nog een groot verschil tussen compost en ingekuilde maaimeststoffen?

Toch wel, we zien dat luzerne een grote hoeveelheid effectieve organische koolstof aanvoert. Weliswaar blijft een bemesting met groencompost voor organischestofaanvoer de beste keuze. Op het vlak van stikstofaanvoer is dan weer de maaimeststof de betere keuze.

Eerder dit jaar won Jasper Van Opstal (derde van links op de foto) de thesisprijs ‘Biologische en agro-ecologische landbouw en voeding’.
Eerder dit jaar won Jasper Van Opstal (derde van links op de foto) de thesisprijs ‘Biologische en agro-ecologische landbouw en voeding’. - Foto: TD

Toepassing

Ik hoorde ook dat maaimeststoffen gepeletteerd kunnen worden. Hoe gaat dit in zijn werk? Waar zijn de machines hiervoor voorhanden?

Hierbij wordt de maaimeststof na het maaien in een drogerij gedroogd en verwerkt tot pellet. Het peletteren is een methode die reeds wordt toegepast bij de voederwinning in de veehouderij. Het grote voordeel bij deze methode is de gemakkelijke toepassing ervan. Het kan eenvoudig verstrooid of zelfs als rijenbemesting toegepast worden. Daarnaast neemt het product door zijn geconcentreerde vorm weinig plaats in en is het goed te bewaren.

Waarom zou men maaimeststoffen gaan toepassen en geen compost of stalmest (of andere)?

Het is circulair, er zijn geen bronnen van buitenaf nodig om de maaimeststof te laten groeien.

Daarnaast speelt ook de beschikbaarheid van andere bemestingsvormen een rol. Als er geen andere bemestingsvormen voorradig zijn, kan men als bedrijf zelfvoorzienend worden in de bemestingsbehoefte.

Ziet men dit als een hoofd- of bijbemesting?

Dit kan dienen als hoofdbemesting, maar zal eerder worden toegepast als bijbemesting.

Is het financieel wel interessant om maaimeststoffen toe te passen?

Ja en nee. Dat hangt van de situatie af en van de manier van rekenen. Zijn er voldoende andere bemestingsvormen voorradig? Hoe wordt er gerekend? Is dit per kilogram koolstof of per kilogram stikstof? Is er op het landbouwbedrijf voldoende grond om zo’n extensief systeem op te zetten?

Is er bij ons veel wetgeving rond maaimeststoffen?

Nee, maaimeststoffen vallen buiten de mestwetgeving. Hier zijn geen richtlijnen voor.

Welke toekomst zie je voor maaimeststoffen in onze contreien?

Dat is moeilijk te zeggen. Op de korte termijn zal de toepassing beperkt blijven. Afhankelijk van wat de toekomst brengt (toekomst veehouderij, grondbeschikbaarheid, uitrol van extensievere bedrijfsmodellen,…) zal dit wel geïmplementeerd worden.

Tim Decoster

Lees ook in Akkerbouw

Impact hagelbuien en uitbreiding bladziektes bij wintertarwe

Granen Het Landbouwcentrum Granen gaf woensdag 24 april een overzicht van de toestand van wintergranen op hun waarnemingspercelen tijdens de eerste helft van deze week. Zo wordt er meer dan enkel bladziekten waargenomen: lokaal werd de impact van enkele hagelbuien duidelijk. Op vlak van ziekteaantasting breidden bladseptoria en bruine roest afgelopen week verder uit en ook gele roest breidde lokaal uit.
Meer artikelen bekijken