Portret van de walnootboorvlieg: Een ongewenste nieuwkomer in de tuin
Al eeuwenlang groeien in Vlaanderen walnotenbomen in tuinen en kleine boomgaarden. De robuuste bomen leveren niet alleen schaduw en karakter, maar ook een lekkere oogst van eigen noten. Toch kregen heel wat eigenaars de voorbije zomers een onaangename verrassing te zien: aangetaste, zwart verkleurde noten die vroegtijdig van de boom vallen. De boosdoener is de walnootboorvlieg, een nieuwkomer uit Noord-Amerika die zich in sneltempo verspreidt en nu ook de weg gevonden heeft naar onze Vlaamse tuinen.

Okkernoot of walnoot, beide namen zijn synoniem en worden als Nederlandstalige naam gebruikt voor de Juglans regia
De walnootboorvlieg: een ongewenste nieuwkomer
De walnootboorvlieg (Rhagoletis completa) is afkomstig uit Noord-Amerika, waar ze vooral voorkomt in streken met warme zomers. Daar leeft ze op verschillende soorten Juglans, met een voorkeur voor de zwarte walnoot (Juglans nigra). In Europa werd ze voor het eerst vastgesteld in Zwitserland in de jaren 80, vermoedelijk ingevoerd via besmette noten of plantmateriaal. Sindsdien breidt haar verspreidingsgebied zich gestaag uit naar omliggende landen. Vandaag de dag is ze aanwezig in grote delen van Zuid- en Midden-Europa, en ook in Vlaanderen worden steeds meer besmettingen gemeld.
De vlieg is een meester in onopvallendheid. Pas wanneer de groene bolster van de walnoot zacht en zwart begint te worden, beseft men dat er iets misloopt. De larven die zich binnenin de bolster ontwikkelen, voeden zich met het vruchtvlees en zorgen ervoor dat de bolster verkleurt en zacht wordt. Daardoor kleeft de zwart verkleurde bolster aan de noot en laat deze nog moeilijk los. De noten zelf worden niet aangetast door de walnootboorvlieg en zijn vaak nog prima te eten als ze eenmaal uit de bolsters zijn gehaald. Een vroege infectie verhoogt echter wel de kans dat andere aantastingen plaatsvinden, waardoor ook de noot aangetast wordt, bijvoorbeeld door schimmels.
Ken je vijand: levenscyclus en herkenning van de walnootboorvlieg
De volwassen walnootboorvlieg lijkt op een kleine huisvlieg van ongeveer 5 mm groot, met een oranjebruin gekleurd lijf met een opvallend geel schildje en 4 opvallende donkere bandjes op de vleugels. De vlieg is actief van eind juni tot eind augustus, afhankelijk van het weer en de rijpingsfase van de noten. Ze is vooral te zien op zonnige dagen, wanneer ze rust op de bolsters of bladeren van de boom.
Na de paring legt het wijfje haar eitjes in de nog groene bolster van de walnoot. Met haar legboor maakt ze kleine prikjes in de schil om haar eitjes net onder het oppervlak van de groene bolster af te leggen. Dat zijn gemiddeld 15 eitjes per noot en tot 400 eitjes per vrouwelijke vlieg. Al na enkele dagen komen de minuscule larven uit en beginnen ze zich een weg te vreten door het vruchtvlees. Dit veroorzaakt de kenmerkende bruine tot zwarte verkleuring. De bolster verliest haar stevigheid en verslijmt, waardoor de noten vaak vroegtijdig afvallen.
Na 3 tot 5 weken laten de volgroeide larven zich uit de noot vallen en kruipen ze in de bodem, waar ze zich verpoppen. Zo brengen ze de winter door, vaak op slechts enkele centimeters diepte. In onze streken ontwikkelt zich slechts één generatie per jaar. In zachte winters kan een deel van de poppen al vroeg uitkomen, waardoor de aantasting al in een vroeg stadium plaatsvindt. Daardoor wordt ook de noot zelf aangetast of kan deze zich niet helemaal ontwikkelen.
De hoogste activiteit en dus de meeste schade worden doorgaans in augustus vastgesteld – net op het moment dat de noten beginnen te rijpen. Wie zijn bomen goed observeert, kan de aanwezigheid van de vlieg herkennen aan de eerste zwarte vlekken op de bolster en de moeilijk loskomende dop. Door tijdig in te grijpen kan verdere verspreiding naar volgende jaren toe worden beperkt.
Beheersing en bestrijding
De bestrijding van de walnootboorvlieg is een uitdaging, vooral omdat er momenteel geen toegelaten chemische middelen beschikbaar zijn voor particulier gebruik. Eenmaal de larven in de bolster zitten, is bestrijding niet meer mogelijk. De nadruk ligt daarom op preventie en hygiëne. Het belangrijkste is om aangetaste noten en afgevallen bolsters tijdig te verzamelen en te vernietigen. Laat ze niet liggen onder de boom, want dan kunnen de larven zich in de grond verpoppen. Het kan helpen om de grond af te dekken met een doek van begin juni tot eind september, zodat de vliegen niet kunnen uitvliegen en de larven die op de grond vallen zich niet kunnen ingraven om te verpoppen.
In professionele teelten worden vaak gele vangplaten (te koop in ieder tuincentrum) gebruikt. Deze gele kleefvallen dienen zowel om de aanwezigheid van de vlieg vast te stellen als om een deel van de populatie weg te vangen, waardoor de plaagdruk naar beneden wordt gehaald. De beste resultaten worden behaald met lijmplaten opgehangen op een hoogte tussen 2 en 3 m.
Ook het houden van kippen of eenden die onder de bomen scharrelen kan helpen om de vlieg te bestrijden. Ze pikken de larven, de poppen en de uitkomende vliegen uit de grond en helpen zo de plaagdruk te verminderen.
Wat doen met aangetaste noten?
In principe worden de noten zelf niet aangetast door de walnootboorvlieg en zijn ze dus nog geschikt voor consumptie. Bij vroege aantasting vallen de noten echter vaak voortijdig af, zijn ze vaak niet volledig ontwikkeld en kunnen ze toch ook aangetast zijn door de larve. Ook bij late aantastingen kunnen er door de beschadiging aan de bolster secundaire infecties optreden die de noten wel aantasten, waardoor ze oneetbaar worden. Gooi deze echter niet op de composthoop, de larven kunnen immers nog uit de bolster kruipen om in de bodem te verpoppen.
De veiligste manier om besmet materiaal te verwijderen is door het te verbranden of af te voeren met het restafval. Enkel zo voorkom je dat de plaag zich verder verspreidt. Licht aangetaste noten kunnen eventueel nog worden gebruikt voor decoratieve doeleinden of, mits zorgvuldige reiniging, voor oliepersing.
Een propere boomspiegel en een consequente opruiming van de afgevallen noten vormen de basis van elke bestrijdingsstrategie. Wie nu zorgvuldig opruimt, verkleint de kans op schade in het volgende seizoen aanzienlijk.





