Charles Schotte in Froidmont (Doornik): “Het familiebedrijf overnemen is altijd een evidentie geweest voor mij”
De jonge Waalse landbouwer Charles Schotte wil zelf de architect zijn van zijn toekomst in de landbouw. Hij zet in Froidmont, bij Doornik, zelf de lijnen uit, met de steun van zijn familie.

V
Betrokken bij de FJA
De overname en de onvermijdelijke administratieve problemen
Hoewel de overname van het bedrijf van zijn ouders, die hem nog steeds helpen, bij Charles vlekkeloos verliep, is de opvolging in de landbouw in het algemeen een onderwerp dat hem bezighoudt, in het licht van de economische, klimatologische en agronomische uitdagingen waar de sector voor staat.
Aanpassen aan het veranderende klimaat
Hij verwijst daarbij naar de lange droge periodes van de voorbije jaar en naar het natte voorjaar, waardoor niet alles in de voorziene periode kon gezaaid of geplant worden.
Opleiding en informatie zijn heel belangrijk voor hem. “Als jonge landbouwers moeten wij constant bijleren over nieuwe technieken, die zonder ophouden veranderen en verbeteren, en tegelijk moeten we goed kijken naar wat er rondom ons gebeurt, zodat we onze activiteiten daaraan kunnen aanpassen.”
Bij de uitdagingen voor de sector wijst Charles ook op de viruspandemie en de oorlog in Oekraïne, die zorgden voor ongezien stijgende kosten in de landbouw. Deze waren vooral voor beginnende boeren een hele uitdaging.
De jeugd is altijd wat meer optimistisch
Ondanks de soms sombere vooruitzichten voor de sector blijft Charles Schotte optimistisch, zoals enkel de jeugd dat kan zijn. Tegelijk blijft hij zich bewust van de moeilijkheden die een overname met zich brengen.
“Bij de FJA werken we aan een betere opvolging van bedrijven door de nieuwe generaties. Wij schenken aandacht aan de toegang tot grond, omdat we merken dat we daarvoor veel concurrentie hebben, waardoor de grondprijzen enorm stijgen. In die omstandigheden is het voor heel wat jongeren echt niet makkelijk om het bedrijf van hun ouders over te kunnen nemen. Voor wie geen grond erft of kan overnemen van familie is het al helemaal onbegonnen werk om een landbouwbedrijf te starten.”
Voor die laatsten ligt er misschien een oplossing in de kleine structuren van tuinbouw die succes hebben in Henegouwen.
Maar er is meer dan alleen dat. Heel wat jongeren proberen een bedrijf uit de grond te stampen door zich te diversifiëren.
Dat doet Charles ook. Hij heeft sinds een aantal jaren een commerciële activiteit als bijberoep bij een onderneming in maïszaad.
Een GLB dat niet ver genoeg gaat voor de jongeren
Wie een hoeve overneemt, kijkt ook met net iets meer aandacht naar de nieuwste wetgeving door Europa en naar wat er gebeurt inzake het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de Green Deal. Daar heeft Charles een eigen mening over.
Hij verwijst ze niet meteen naar de prullenbak, maar erkent de noodzaak van de doelstellingen. “Op zich zijn we niet volmondig tegen die initiatieven. Wel hebben we de indruk dat de maatregelen te drastisch zijn en te moeilijk om ze in de praktijk om te zetten. Soms zijn de regels zo rigide dat ze contraproductief zijn.”
Hij geeft het voorbeeld van de groenbedekkers. Daarvoor krijgt hij steun als hij die minstens 3 maanden laat staan, tot 15 februari.
“Maar dan worden we geconfronteerd met een extreem nat voorjaar zonder dat we die in de herfst ingezaaide groenbedekkers kunnen vernietigen. Daardoor lopen we achter met het zaaien en halen we misschien minder rendement, terwijl onze kosten voor grondbewerking hoger liggen.”
Toegang tot grond
Wat Charles vooral mist in het Waalse GLB, is het gebrek aan ambitie om iets te veranderen aan de toegang tot grond voor jonge boeren, op een moment dat de vastgoedprijzen boomen en mensen de dorpen verlaten.
“Het antwoord op die problemen in het GLB biedt geen structurele oplossing, door te beslissen om agrarisch vastgoed en landbouwgrond anders te behandelen en de prijzen per hectare aan banden te leggen.”
Een instelling zoals de Safer’s in Frankrijk (Sociétés d’aménagement foncier et d’établissement rural) die ervoor zorgen dat daar iedereen die een leefbaar project heeft, zich kan installeren op het platteland, zou een goede optie zijn voor Wallonië.
Het systeem werd in Frankrijk ingevoerd in 1960, op een moment dat toegang tot grond geen probleem vormde en toen de vastgoedprijzen nog niet geëxplodeerd waren.
De Franse Safer’s kopiëren naar Wallonië, daarvoor is het volgens Charles te laat en te complex. “Dat zou gepaard kunnen gaan met waardeverminderingen tot 30% vanwege de bestemming en dat zouden maar weinig eigenaars kunnen waarderen.”
Een aantrekkelijkere pachtwetgeving?
De Waalse pachtwetgeving werd bijgewerkt in 2019. Die pachtwetgeving nog aantrekkelijker maken voor jonge landbouwers, met meer vertrouwen in jonge starters, met land en gebouwen waar ze voor een lange periode een beroep op kunnen doen, zodat die jongeren hun eigen langetermijnvisie kunnen uitbouwen, daar ziet Charles wel brood in.
Die thema’s kwamen aan bod op de Assises de la Terre eind vorig jaar. De creatie van 2 nieuwe pachtovereenkomsten werd daar besproken: de projectpacht en de overnamepacht. Het idee is om met deze nieuwe pachtovereenkomsten de huurmarkt in de landbouw aantrekkelijker te maken, terwijl erover gewaakt wordt dat de nieuwe pachtvormen de huidige pachten niet in gevaar brengen.
In maart van dit jaar heeft de Waalse Landbouwminister Willy Borsus een beheer in het leven geroepen voor landbouwgronden die in eigendom zijn van de overheid.
Alle landbouwgronden van steden, gemeenten, gewesten, kerkfabrieken en dergelijke meer zouden samen goed zijn voor zowat 60.000 ha.
Voorwaarden voor een geslaagde overname
Charles Schotte kijkt de toekomst met vertrouwen tegemoet. Hij probeert te anticiperen op dreigende onweerswolken die aan zijn horizon opduiken.
“Ik probeer om met beide voeten op de grond te blijven, want je weet nooit wat er op je af komt. We zijn voor een groot deel overgeleverd aan de weerselementen. Vier jaar geleden zag alles er heel goed uit nadat we flink wat werk verzet hadden. Toen vernielde een hagelbui mijn teelten, net voor ik ze kon oogsten. Dat is vaak moeilijk en frustrerend voor ons als landbouwers, dat de natuur niet altijd op het juiste moment doet wat je verwacht.
Voor een geslaagde overname, om rendabel te zijn van bij de start, moet je goed je kosten kennen, die onder controle houden en je werk zo goed mogelijk proberen uit te voeren.” Charles Schotte kan gelukkig nog rekenen op de hulp van zijn ouders en van zijn verloofde Marine, die hem goed geholpen hebben bij de overname.
“Als je kijkt naar overnames in de landbouw, hebben wij een model-overname gerealiseerd waar iedereen zich mag aan spiegelen.”