Startpagina Veeteelt

Insectenkweek steeds populairder in Vlaanderen

Al 2 jaar op rij is de cursus insectenkweek en -verwerking van Thomas More uitverkocht. Het doel van de cursus is om ondernemers en landbouwers te helpen starten in de insectensector. Op die manier wil het expertisecentrum een boost geven aan de Belgische insectensector. Dit najaar start de derde cursus. Ook het Introsect-traject heeft als doel om landbouwers te helpen bij het kweken van insecten.

Leestijd : 8 min

Het expertisecentrum Duurzame Biomassa en Chemie (Radius) van Thomas More start dit najaar voor de derde keer met een reeks modules over het kweken en verwerken van insecten én hoe je daarmee een onderneming kan opstarten.

Interesse in insectenkweek groeit

In de zomer van 2021 gaf de EU groen licht voor het gebruiken van insecten in kippen- en varkensvoer. Ook andere sectoren, zoals de cosmeticaproductie, hebben interesse. Stilletjes aan groeit daardoor het aantal insectenkwekers in Vlaanderen.

“De grootste motivatie om de insectenkweek in Vlaanderen op te drijven, is de duurzaamheid”, legt Isabelle Noyens van Thomas More uit. “Ten eerste is de levenscyclus van insecten kort, maar verwekken ze toch een hoog aantal nakomelingen. Daarnaast is hun voederconversie heel efficiënt, doordat ze weinig water verbruiken en weinig emissies uitstoten. Ze kunnen ook gekweekt worden op goedkope (agrarische) reststromen en zo de circulariteit bevorderen.

Ondanks die voordelen is de sector in België nog klein, en daar willen we met het expertisecentrum verandering in brengen. Doordat de opleiding vorig jaar zo succesvol was, organiseren we opnieuw een cursus om landbouwers en andere ondernemers de kans te geven om deze kennis te gebruiken op de markt.”

Nog niet rendabel op kleine schaal

Uit proeven en analyses van onder andere Wageningen University blijkt dat effectief gebruik van insecten in diervoeder verschillende positieve effecten heeft op de immuniteit, darmgezondheid en productkwaliteit van dieren.

Momenteel werden er al projecten opgezet in verschillende vormen: kleinschalige projecten en industriële projecten. Het ene door de boer in zijn schuur, het andere in grote fabrieken. Op grote schaal werkt het efficiënter en is de kostprijs lager. Op kleine schaal heeft het een beter imago en heeft het voordelen voor de circulariteit, maar als we kijken naar rendabiliteit knelt daar het schoentje. De productiekost is nog te groot ten opzichte van de huidige marktprijs, zeker voor startende ondernemers die nog wat leergeld moeten betalen.

Theorie omzetten in praktijk

“Binnen onze opleiding van Thomas More wordt niet alleen theoretische kennis gedeeld, maar wordt er ook aandacht geschonken aan hoe elk individu deze theorie kan omzetten in de praktijk”, legt Isabelle Noyens uit. “Zo wordt de focus van de lessen aangepast naargelang de noden van de deelnemers. De opleiding bestaat uit 6 modules, waarvan er ook één zich toespitst op het maken van een business- plan. Daarin krijgen de deelnemers onder andere individueel advies voor hun eigen case.

Om de slaagkansen zo hoog mogelijk te maken is het belangrijk om een goed beeld te krijgen van de huidige markt en van hoe deze in de praktijk verloopt in België. Daarom geeft de opleiding buiten basiskennis over het kweken en verwerken van insecten ook het huidige wetgevende kader van België en Europa mee. Ook wordt er tijdens de cursus in overleg gegaan met enkele ondernemers uit de insectensector, om zo mogelijke opportuniteiten en valkuilen vanuit hun perspectief toe te lichten. De opleiding kost 1.500 euro en loopt van 3 oktober tot 16 november. De lessen gaan online door, maar ook tussen de insecten op de Thomas More-campus van Geel.”

Joeri Van Steenberghe, meelwormenkweker uit Deurne, nam deel aan de cursus om zijn kennis te vergroten en om contacten in de sector te leggen. “Ik had al een kleinschalige meelwormenkwekerij voor ik aan het opleidingstraject begon. Ik wilde vooral leren hoe ik het best mijn kweek optimaliseerde, voor ik zou opschalen, want dat is het volgende doel. Ik had al een redelijk goede kennis van het kweken van meelwormen, maar ik wilde mijn kennis nog verbreden en ik wilde zeker ook nieuwe contacten leggen binnen de sector. Ik heb gedurende de cursus geleerd wat ik verwachtte te leren. Zo werd er bijvoorbeeld een getuigenissendag georganiseerd waarbij allerlei verschillende belanghebbenden uit de sector hun ervaring kwamen delen. Daar kon ik contacten leggen en soms leidden gesprekken ook tot interessante discussies die mij inspireerden. Na de opleiding houdt het ook nog niet meteen op. Zo hebben we netwerkactiviteiten uitgewerkt om in contact te blijven met elkaar. Verder vond ik het boeiend om bij te leren over andere insectensoorten dan meelwormen.”

Tijdens de cursus krijgen de cursisten praktijklessen tussen de insecten.
Tijdens de cursus krijgen de cursisten praktijklessen tussen de insecten. - Foto: Thomas More

Introsect-traject

“Het is langer geweten dat insecten op meerdere manieren aangewend kunnen worden in de landbouw”, legt Carl Coudron, onderzoeker insectenkweek bij Inagro, uit. “Zo vormen ze een uitstekende eiwitbron voor mens en dier, zijn ze goede verwerkers van nevenstromen, kunnen ze ingezet worden voor de biologische gewasbescherming en leveren ze grondstoffen aan voor de bio-economie. De insectenkweek wint daarom steeds meer aan populariteit, al dan niet als extra tak op het bestaande landbouwbedrijf. De kennis rond insectenkweek is in Vlaanderen nog niet groot, en daar willen we met het Introsect-traject een steentje aan bijdragen.

Introsect is een vierjarig project dat in deze maand augustus ten einde loopt. Het doel is om landbouwers te helpen bij het kweken van insecten en om hen met raad en daad bij te staan. We merkten dat landbouwers regelmatig een stal leeg hebben staan, of dat ze willen stoppen en met iets totaal anders beginnen, en daar kan insectenkweek een oplossing bieden. De infrastructuur is er, maar de kennis errond is nog gering. Om varkenshouder te worden kan je bijvoorbeeld op heel veel plaatsen terecht, maar om insectenkweker te worden is dat nog niet het geval. We merkten in de voorbije jaren op dat de aanvragen vanuit de varkenssector veruit het grootst waren. Er kwamen veel stallen leeg te staan, waarvoor zij een nieuw doel zochten. Nu de prijzen in die sector iets beter zijn, krijgen we weer een stuk minder vragen uit die sector.”

Kweekhandleidingen

“Om daar verandering in te brengen, sloegen partners Inagro, Thomas More, KULeuven, Hogeschool Vives, het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant de handen in elkaar, en stelden we binnen het Introsect-project kweekhandleidingen op voor de 2 populairste insectensoorten: de zwarte soldatenvlieg en de meelworm. We maakten ook videolessen om landbouwers meer inzicht te laten verwerven in de insectenkweek en in wat hier allemaal bij komt kijken. Landbouwers kunnen op ons proefbedrijf zelfs gratis stage lopen om te zien hoe de insectenkweek in zijn werk gaat. We begeleiden hen ook op het vlak van vergunningen en investeringen. Dankzij de samenwerkingen over heel Vlaanderen, kunnen we veehouders en akkerbouwers in heel het land ondersteunen.

We ontwikkelden binnen het project ook 2 gratis tools die de haalbaarheid van insectenproductie op het landbouwbedrijf inschatten. De haalbaarheidstools geven een eerste, realistische inschatting van de productiekosten die gepaard gaan met het kweken van meelwormen en de zwarte soldatenvlieg.

In de tools wordt onder andere rekening gehouden met beschikbare ruimtes die de kweker ter beschikking heeft en met hoeveel tijd hij/zij er kan of wil aan spenderen, want insecten kweken vraagt vooral veel handenarbeid. Die arbeid is voorlopig niet snel in proportie met de productiekost, maar wij helpen graag bij het opzetten van een eerste businessplan.”

Veelzijdige dieren

“Het is belangrijk om goed na te denken over de insectensoort die je kiest, want er zijn grote verschillen in hun voeder of hun levenscyclus”, legt Coudron verder uit. “Sprinkhanen eten bijvoorbeeld graag vers gras, terwijl zwarte soldatenvliegen vochtig brijvoeder verkiezen en meelwormen meer van droog voeder houden. Elk insect heeft ook een andere tijdspanne voor opbrengst. Zo bedraagt de levenscyclus van meelwormen 12 weken, die van de krekel 7 weken en die van de zwarte soldatenvlieg slechts 5 weken.

Stel van te voren ook een duidelijk plan op over je gewenste afzetmarkt. Zijn festivals je doel, of wil je insecten kweken voor de diervoedersector? Er is immers een groot verschil tussen kweken voor menselijke en dierlijke consumptie. Heb je genoeg plaats om insecten te kweken? Doe je dat op reststromen die je zelf ter beschikking hebt? Werk je met andere bedrijven samen?”

Bij Inagro kweekt men de larven van de zwarte soldatenvlieg op gewasresten en reststromen uit de voedingsindustrie.
Bij Inagro kweekt men de larven van de zwarte soldatenvlieg op gewasresten en reststromen uit de voedingsindustrie. - Foto: Inagro

Insectenkweek introduceren in landbouwsector

Coudron: “Binnen het vlaio-la-traject 'Introsect', hebben we als doel om de insectenkweek te introduceren als landbouwactiviteit in de primaire sector. Om dat te realiseren worden bedrijven uit verschillende landbouwtakken (zoals witloofproductie, tuinbouw en pluimvee) geadviseerd om de bestaande infrastructuur aan te passen naar een geschikte omgeving voor insectenkweek. Ze worden ook begeleid tijdens de opstart van de effectieve kweek op het bedrijf.”

Kostenplaatje

“Met de tools die wij ontwikkelden, kan men op basis van de afmetingen van de kweekruimtes een inschatting maken van de lopende kosten voor het produceren van een bepaalde hoeveelheid insecten, van de arbeid die bij een kweek met de ingestelde parameters komt kijken, en van de totale productiekost van de meelworm- of de zwarte soldatenvliegproductie.

De tools zijn beide opgesteld als een Excel-bestand met verschillende tabbladen, waarin reeds bepaalde kengetallen door de partners werden ingegeven. Iemand zonder ervaring kan immers nog geen opbrengst of voederconversie inschatten. Dit zijn uiteraard richtgetallen, en deze kunnen – eens de kweker meer ervaring heeft – ook aangepast worden door eigen cijfers. Ook het verbruik van energie en water is gebaseerd op standaardcijfers. Buitensporige energieprijzen zouden dan ook aangepast moeten worden om een correct beeld te krijgen.

Er werden in de tool geen risicofactoren meegenomen en zoals iedereen weet, betaal je in het begin van een nieuwe arbeidstak vaak ‘leergeld’. De opbrengst zal de eerste keren dus vermoedelijk iets lager liggen dan wat nu theoretisch ingegeven werd. Bovendien werk je ook met levend materiaal, wat ervoor zorgt dat er toch steeds een factor ‘onvoorspelbaarheid’ in rekening gebracht moet worden. De tool is dus een hulpmiddel met nog een aantal factoren om extra rekening te houden, maar het biedt alvast een eerste inschatting van de productiekosten bij het kweken van insecten”, aldus Coudron.

Nu nog kleinschalig en versnipperd

Begin dit jaar bleek uit de statistieken van het departement Landbouw en Visserij dat België 21 insectenkwekers rijk is, bijna 2/3 daarvan in Vlaanderen. West-Vlaanderen is de meest actieve provincie in insectenkweek, -verwerking en -vermarkting. De meelworm is de populairste insectensoort in België, zowel voor productie en verwerking als voor vermarkting. Daarna volgen de krekel, de sprinkhaan, de meelworm/buffaloworm en de zwarte soldatenvlieg.

Landbouwminister Jo Brouns (cd&v) gaf toen aan dat in onze buurlanden enkele grotere insectenkwekers aan schaal- en marktwaarde winnen, maar dat het aantal kleine insectenkwekers wel afneemt. De insectenkweek in Vlaanderen is momenteel, op enkele uitzonderingen na, nog te kleinschalig en versnipperd om als een volwaardige, rendabele economische sector beschouwd te kunnen worden.

Om ook de kleinere, lokale insectenkweek en -verwerking een kans te geven, zet men in Vlaanderen daarom zoveel mogelijk in op samenwerking en kennisdeling. Dat gebeurt in de eerste plaats via het Strategisch Platform Insecten (SPI) en via projectop-roepen waarvoor ook insectenkwekers en -verwerkers in aanmerking komen.

Op het vlak van onderzoek spant Vlaanderen wel de kroon. Sinds 2015 liepen en lopen er al bijna 60 onderzoeksprojecten rond insecten en de onderzoeksinstellingen actief in insectenkweek en -verwerking zijn internationaal bekend.

Op naar een rendabel model

“Het zal tijd vragen om de insectenkwekerij uit te bouwen en rendabel te maken”, Geeft Coudron nog mee. “Andere landbouwsectoren kwamen ook traag op gang. Momenteel is kweken voor de markt voor humane consumptie het slimst, omdat die het kleinst is, maar ook kweken voor honden- en kattenvoeding kan een goede start zijn. De hele keten kijkt naar elkaar. Producenten, verwerkers en afnemers, ze wachten allemaal een beetje af, en dat zorgt voor een vicieuze cirkel, waardoor alles wat trager op gang komt. Gelukkig blijven er initiatieven op poten gezet worden, waardoor die sector op termijn zeker aan populariteit zal toenemen.”

Sanne Nuyts

Lees ook in Veeteelt

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken