Startpagina Aardappelen

Een goede aardappelbewaring start op het veld

Het aardappelseizoen 2023 is geen standaardseizoen. Na een late start en een periode van droogte volgde zeer veel regen. De late aardappelen vonden hun tweede adem, wat zich uitte in een late, uitbundige loofgroei. De kans bestaat dat straks een relatief jonge aardappel de bewaring in gaat.

Leestijd : 4 min

D e late planting van aardappelen heeft heel wat gevolgen dit jaar. Zo heeft Fontane – het meest geteelde ras in Vlaanderen – al snel 140 tot 150 groeidagen nodig om tot een maximale opbrengst te komen. Met een gemiddelde plantdatum van 20 mei 2023, betekent dit dat de meeste percelen moeten doorgroeien tot half oktober. Omdat de risico’s op een late oogst in dat geval té groot worden, zal er het best al eerder een einde gemaakt worden aan de teelt. De kans is dus groot dat een groen en vitaal gewas zal moeten geloofdood worden. Aangezien de huidige erkende loofdodingsmiddelen een eerder trage werking hebben, zal de nodige tijd moeten uitgetrokken worden om tot velvastheid te komen. Mechanische loofdoding (loofklappen) kan dit traject versnellen.

Niet-velvaste knollen

Uit recent PCA-onderzoek blijkt dat intacte onrijpe knollen eigenlijk niet meer verademen dan rijpe knollen. Onrijpe knollen hebben doorgaans een iets lager onderwatergewicht, waardoor er minder zetmeel kan worden omgezet in water. De gewichtsverliezen van onrijpe aardappelen bleken in het onderzoek lager te liggen dan die van rijpe aardappelen. Het gevaar zit evenwel in de aantasting door bacteriën en in eventuele verhitting in de bewaring als niet-velvaste knollen beschadigd zouden geraken. Voorzichtig rooien wordt dus meer dan ooit de boodschap!

Holheid

Een ander gevolg van de late planting en droogte bij knolaanleg, is het lage knolaantal. Bij Fontane worden dit jaar gemakkelijk 2 à 3 knollen per struik minder geteld. De weinige knollen die aanwezig zijn, hebben per plant dus meer vocht en voeding ter beschikking. Dit kan leiden tot holheid en kloven. Zeker wanneer de stikstofgift niet werd aangepast aan het late plantseizoen, kunnen grote hoeveelheden stikstof, in combinatie met vocht, aanleiding geven tot een groeistoot, met holheid als gevolg. De slechte bodemstructuur, die vaak een gevolg is van vroeg planten gevolgd door overvloedige regen, heeft op veel percelen geleid tot allerlei misvormingen.

Misvormingen

De kans dat een bacterie via een kloof, een uitwas of een gaatje van een ritnaald tot bij de holte geraakt, is zeer groot. Een holle of misvormde knol kan op die manier snel evolueren tot een rotte knol. Het is heel belangrijk om regelmatig te controleren of het vocht van deze rotte knollen in de bewaring tijdig en voldoende kan weggeventileerd worden. Eens andere knollen worden aangestoken, wordt het moeilijk om dergelijke partijen langer te bewaren.

Aardappelziekte

Een bijkomende bedreiging in de bewaring komt van de aardappelziekte. Aangezien er dit jaar redelijk wat aantasting was, is het niet ondenkbaar dat ook knolaantasting door phytophthora zichtbaar wordt tijdens de bewaring.

Ventilatie

Goed bewaren betekent dat je als teler de temperatuur en het vochtgehalte in de aardappelen te allen tijde kan sturen. Op basis van temperatuurmeting in het product wordt beslist of en wanneer er moet geventileerd worden. Eigen controle van de aardappelen blijft nodig, om in te schatten of de aardappelen er voldoende droog bij liggen.

Het is duidelijk dat een goede infrastructuur het verschil kan maken. Voldoende ventilatiecapaciteit en een optimale verdeling van de ventilatielucht zijn een must. Ook voor de goede werking van kiemremmingsmiddelen is het nodig dat de producten overal in dezelfde mate tot bij de aardappelen komen. Per kubieke meter aardappelen (650 kg) moet er een debiet van 100 m³ lucht/uur gerealiseerd worden. Voor een loods van 1.000 ton (1.500 m³) zijn 5 ventilatoren met een capaciteit van elk 30.000 m³ lucht/uur nodig om correct te kunnen ventileren. Deze ventilatoren worden bij voorkeur opgehangen in een drukkamer. Naast de luchtkarakteristieken zijn het energieverbruik en de geluidsproductie niet te onderschatten factoren die bij de ventilatorkeuze mee in rekening moeten genomen worden. Stroomproblemen en geluidsoverlast zijn een niet te onderschatten probleem bij aardappelbewaring.

Controleer vóór het bewaarseizoen alvast de ventilatie. Werkt alles nog naar behoren? Van zodra de aardappelen binnenkomen, moet er immers kunnen geventileerd worden. Overbodig vocht moet worden afgevoerd en de temperatuur moet gestuurd worden. Elke dag dat er niet kan geventileerd worden, betekent een groter risico op verhitting en rot.

Houd de temperatuur gedurende de eerste 3 weken tussen 12 en 15 graden. Pas daarna kan er geleidelijk aan ingekoeld worden. Komen de aardappelen koud binnen? Maak dan gebruik van een warmeluchtkanon. Let erop dat de luchttemperatuur bij het gebruik van warme lucht maximaal 2 graden hoger is dan de aardappeltemperatuur. Voer de vochtige lucht af en houd het plafond droog.

Kiemremming

De loods en de aardappelen moeten ook droog zijn voor een goede toepassing van kiemremmers, zo niet kan er schade optreden.

De aardappelen zullen dit jaar vermoedelijk minder kiemlustig zijn dan vorig jaar. De aardappelen waren toen, na een droge en hete zomer, bijzonder kiemlustig en de MH-behandeling was niet overal gelukt. Dit jaar was er duidelijk minder stress in het veld. Een behandeling met MH (maleïnehydrazide) kon meestal in goede omstandigheden uitgevoerd worden. Een goede kiemremming te velde zorgt voor meer rust in de bewaring en voor minder gewichtsverliezen. De eerste gasbeurt zal dus vermoedelijk pas tegen Nieuwjaar nodig zijn.

Niettemin is het aan de teler om bijna dagelijks de aardappelen te controleren, om de gepaste strategie voor de kiemremming voor ogen te houden.

Ilse Eeckhout (PCA)

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken