Vroeger slachthuis in Hasselt gaat vrijuit voor dierenmishandeling
De Hasseltse correctionele rechtbank heeft dinsdag vleesproducent VanDrie België, die terechtstond voor dierenmishandeling in het vroeger slachthuis in Hasselt, vrijgesproken van inbreuken op de dierenwelzijnswet. De vzw Animal Rights stelde zich burgerlijke partij, maar die vordering is afgewezen. Er werd 5 jaar geleden een ruim 4 minuten durende video verspreid met fragmenten van de mishandeling van kalveren die geslacht werden.
Volgens de rechtbank vormden de opgenomen beelden in het slachthuis onrechtmatig verkregen bewijs. Een maand geleden had de openbare aanklager een boete van 80.000 euro gevorderd. Het Hasseltse slachthuis is in 2020 dichtgegaan. Op het videofragment, dat Animal Rights verspreidde, was te zien hoe kalveren shocks kregen en aan hun staart en oren getrokken werden.
Onrechtmatige beelden
Met een stok werd een kalf onder de staart, een gevoelige plek, gepord. Een kalf werd natgespoten, waarna een elektroshock volgde. Animal Rights sprak van weerzinwekkende mishandelingen, die tussen 29 juli en 10 augustus 2018 gefilmd waren. Advocaat Anthony Godfroid meende dat de beelden voor de rechtbank wel bruikbaar waren om tot een veroordeling te komen. "De inbreuken op de dierenwelzijnswet zijn flagrant. De feiten zijn niet te ontkennen. Leidinggevenden gaven uiteindelijk toe dat het onaanvaardbaar is wat er te zien is", aldus Godfroid. Advocaat Luk Delbrouck had voor VanDrie in hoofdorde de vrijspraak gevraagd wegens onwettig bewijs.
De rechtbank pakte met een rist argumenten uit om de vrijspraak te motiveren. Het bewust en moedwillig heimelijk registreren van beelden in slachthuizen is volgens de rechtbank een beproefde praktijk van Animal Rights. Het is volgens de rechtbank ook duidelijk dat Animal Rights van de heimelijke beelden een collage maakte om die publiekelijk te verspreiden en niet enkel om het publiek te informeren, maar ook te choqueren in plaats van over te maken aan de vervolgende instanties. De klacht met burgerlijke partijstelling gebeurde op 6 mei 2019. "Men wilde eerst de publieke opinie voor zich winnen door een montage te maken, om dan vervolgens niet alleen beleidsmakers proberen aan te zetten tot actie, maar ook de rechterlijke macht onder druk te zetten om dit mogelijk onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal toch maar te aanvaarden", stelde de strafrechter in zijn vonnis.
"Het is niet uitgesloten dat men lukraak camera's plaatste in de hoop misdrijven te kunnen vaststellen. Deze manier van bewijsgaring is onaanvaardbaar en het is onaanvaardbaar dat de burgerlijke partij het recht in eigen handen neemt. Als de burgerlijke partij meent dat de administratieve boetes dermate laag zijn en de huidige controlemechanismen niet volstaan, dan moet de regelgeving aangepast worden. Het handelen van Animal Rights is een rechtsstaat onwaardig en een beïnvloeding van het recht op een eerlijk proces of alleszins een poging daartoe", oordeelde de rechtbank.
In beroep
Dierenrechtenorganisatie Animal Rights gaat in beroep tegen de vrijspraak. "We laten het hier niet bij. De beelden zijn echt en betrouwbaar. De Computer Crime Unit van de politie heeft de beelden gecontroleerd. Het dierenleed heeft effectief plaatsgevonden. We zijn verbolgen dat de rechter de privacywetgeving laat primeren op het gruwelijke lot dat deze dieren ondergingen. De undercoverbeelden zijn de enige manier om deze wantoestanden aan het licht te brengen," zei Animal Rights-campagnecoördinator Joffrey Legon dinsdag.
"Sinds 2015 zijn met de regelmaat van de klok overtredingen vastgesteld, waarbij kalveren bij volle bewustzijn werden opgetakeld om ze de keel over te snijden. Telkens heeft het slachthuis gewoon een minnelijke schikking van 1.000 euro betaald. Ik zie dat als een afkoopsom. Ze hebben dat altijd als kost ingecalculeerd," zei advocaat Anthony Godfroid namens Animal Rights.
