Startpagina Akkerbouw

Stel jezelf vragen bij de komende graslanduitbating

De temperatuursom overschrijdt momenteel de 300 °C, het gras is dus aan het groeien. Daarom dient er nu zeker aan de graslanduitbating, inclusief bemesting, gedacht te worden.

Leestijd : 2 min

In tegenstelling tot graanpercelen is een deel van het grasland te lang de winter in gegaan. Net voor de winter of bij aanvang ervan is nog gemaaid. Tijdens de vorstperiode van begin januari werd zo op meerdere plaatsen nog een snede gras gewonnen.

Waar dat niet gebeurde, staat het gras nu soms ongemakkelijk lang om een bemesting uit te voeren, zeker voor een drijfmestinjectie. Snel maaien of beweiden en dan pas bemesten kan dan de gepaste strategie zijn.

De vraag is hoe pas ingezaaide grasvelden van het afgelopen najaar de winter zijn doorgekomen en hoe ze er nu bij staan? Is dit te slecht, dan moet het onderwerken en de zaai van een ander gewas overwogen worden. In deze situatie dient niet bemest te worden.

Voldoet het nieuw ingezaaid grasland, dan stelt zich de vraag zich wanneer dit bemest kan worden. De berijdbaarheid van de percelen is hierbij leidinggevend. De ‘droge’ toplaag kan een vertekend beeld geven van de effectieve draagkracht van de bodem. Laat je niet verrassen!

Hoofdteelt of niet?

In de keuze om grasland te bemesten, moet het feit meespelen of dit gras blijft of of er een volgteelt maïs komt. Is dit laatste scenario het geval, dan kan men niet naar de laatste kilogram grasopbrengst zoeken én nog een goede maïsoogst verwachten. ‘Maïs is de hoofdteelt’ is de stelregel die veel experts reeds jaren meegeven.

Waar kan, mag er snel bemest worden op grasland. Daardoor wordt immers het bodemleven actief en stimuleert dit de grasgroei.

Er kan pas correct bemest worden bij beschikking over een bodemanalyse en, in het geval er met dierlijke mest bemest wordt, met een ontleding hiervan. De Bodemkundige Dienst van België (BDB) geeft stikstofbemestingsadviezen in functie van de uitbating, de grondsoort en het organischestofgehalte van de bodem. Zij zien nu met het eerste goede weer het gras lichter van kleur worden. De stikstofreserve is dus ook op in de meeste gevallen, concluderen ze.

En verder

De natte winter leidde tot plasvorming. Daaruit valt wat te leren: is dit een lage zone of een verdichte plek, kan afwatering voorzien worden via greppels of kan een herprofilering zorgen voor betere waterafvoer enzomeer.

Waar nu vaak op gebotst wordt, zijn molshopen. Sleep deze open, daardoor wordt vermeden dat er grond zit in de grassnede die gewonnen wordt en wordt de voederwaarde ervan niet negatief beïnvloed. Tegelijk wordt het uitlopen van nieuwe grasscheuten gestimuleerd.

Vermijd tot slot om een te zware eerste grassnede te winnen, en dit om de jonge grasmat niet te beschadigen of om de toekomst van het volggewas (bijvoorbeeld) maïs niet te hypothekeren door te veel vochtonttrekking.

Tim Decoster

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken