Bruine roest breidt uit in wintertarwe
Waarnemingen in graanpercelen tonen een zekere uitbreiding van bruine roest, zo meldt het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG). Septoria blijft uiteraard aanwezig en zal door het buiige weer verder moeten opgevolgd worden. Ook de gevoelige variëteiten voor gele roest moeten in het oog worden gehouden.
De tarwe bevindt zich doorgaans in stadium ‘1e knoop’ tot ‘2e knoop’. Vroege variëteiten op vroege percelen bevinden zich al in stadium ‘derde knoop voelbaar’. Op later gezaaide locaties stoelt de tarwe nog verder uit (stadium 23-25) of is einde uitstoeling bereikt (stadium 29).
Oogvlekkenziekte werd op geen van de waarnemingsvelden waargenomen. Gele roest wordt al regelmatig waargenomen, namelijk bij een kwart van de waarnemingen. Een vroege behandeling lijkt in deze gevallen vaak nodig. Zeker de gevoelige rassen worden dus best goed opgevolgd.
Bladseptoria komt nagenoeg overal voor. Deze klom niet noodzakelijk mee omhoog in het gewas. In deze vroege stadia moet nog niet behandeld worden. De regen van de afgelopen dagen en het voorspelde instabiele, buiige weer kan echter wel voor verdere uitbreiding zorgen.
Witziekte werd zoals vorige week vooral in Vlaams-Brabant en Limburg waargenomen. De toestand lijkt doorgaans stabiel. Op een enkele locatie is de behandelingsdrempel al bereikt.
Bruine roest wordt vroeg waargenomen. Het werd deze week vaker opgemerkt en de roest breidde afgelopen week verder uit. In bepaalde gevallen is het zelfs al raadzaam om te behandelen.
