Startpagina Bieten

Correcte onkruidbestrijding varieert sterk door gespreide uitzaai bieten

Het Bieteninstituut KBIVB geeft advies over correcte onkruidbestrijding voor bieten, wat erg varieert door de gespreide uitzaai. Daarnaast tonen ze het onderscheid tussen de eitjes van de zweef- en bietenvlieg.

Leestijd : 3 min

Door de gespreide uitzaai varieert het aantal toegepaste onkruidbestrijdingen sterk tussen de verschillende percelen. Het KBIVB geeft een paar geheugensteuntjes voor de verschillende FAR’s.

Alle FAR herbicidebehandelingen moeten worden uitgevoerd in goede omstandigheden, dus vroeg in de ochtend met een hoge luchtvochtigheid. Het wordt aanbevolen om ten minste 2 uur voor er regen komt te spuiten, zodat de producten die via bladopname werken niet te snel worden weggespoeld.

FAR 1

Op percelen waar het zaaien onlangs plaatsvond, komen de bieten heel snel op, maar het onkruid ook! Het is belangrijk om snel in te grijpen, wanneer het onkruid nog in het zaadlobstadium is.

Een behandeling met ‘Betanal’ 0,6-0,8 L/ha (fenmedifam), ‘Tramat’ 0,2 L/ha (ethofumesaat), ‘Goltix’ 0,5 L/ha (metamitron) en 0,5 L/ha olie kan worden gebruikt in geval van heterogene of zelfs zwakke opkomst en moet snel 6-8 dagen later worden herhaald.

Houd er rekening mee dat sommige producten een hoge veldopkomst vereisen, zoals ‘Safari’, waarvoor een veldopkomst van ten minste 70% vereist is.

FAR 2

Zes tot 8 dagen na de eerste FAR wordt aanbevolen om de tweede behandeling uit te voeren. Om te beoordelen welke behandeling uit te voeren, raadt het KBIVB aan om je percelen te bezoeken om het onkruid te identificeren en hun ontwikkelingsstadium te controleren. Het is belangrijk dat het onkruid zich niet verder ontwikkelt dan het kiemlobstadium. Op basis van je observaties moet de tweede FAR worden aangepast aan de aanwezige flora.

In het kiemlobstadium van de onkruiden kan de dosis ‘Betanal’ van 0,6- 0,8 L/ha behouden worden. Als de onkruiden hun eerste bladeren vormen zal de dosis opgedreven worden naar 0,8 – 1 L/ha. ‘Tramat’ blijft behouden bij 0,2 L/ha.

In aanwezigheid van hondspeterselie kan ‘Goltix’ vervangen worden door Kezuro of Goltix Queen (0,9 l/ha). Er kan ook 500 cc ‘Matrigon’ worden toegevoegd.

Vanaf FAR2 en een homogene veldopkomst kan er aan het basismengsel, in aanwezigheid van varkensgras, uitstaande melde en hondspeterselie, 20 g Safari toegevoegd worden; in aanwezigheid van melganzevoet, zwaluwtong en bingelkruid kan vanaf het 2-bladstadium van de bieten 30 cc ‘Centium’ (clomazone) toegepast worden. In aanwezigheid van uitstaande melde kan lenacil (‘Venzar’) aan max. 75 g a.s./ha toegevoegd worden vanaf het 2-bladstadium van de bieten. Meng nooit lenacil en clomazone.

FAR 3

Vanaf het 4-bladstadium van de bieten zijn producten zoals ‘Frontier-Elite’ of ‘Dual Gold’ ook toegestaan, maar de standaardaanbeveling blijft ‘Betanal’, ‘Tramat’, ‘Goltix’ met olie.

Vanaf het 4-bladstadium kan het gebruik van een schoffel interessant zijn, maar helaas laten de huidige natte omstandigheden deze methode van onkruidbestrijding niet toe.

Gebruik van Frontier

De aanbevolen dosis van Frontier is 0,4 tot 0,5l/ha in het 4-6 bladstadium van de biet en 0,5l/ha wanneer de biet 6 bladeren of meer heeft.

De actieve stof van Frontier Elite, dimethenamid-P, is beperkt tot 1000 g/ha per 12 maanden. Het is ook opgenomen in het emissiereductieplan (ERP) na controle van de kwaliteit van het oppervlaktewater.

De bufferzone voor Frontier is minimaal 5 m met een 75% antidrifttechniek, wat verplicht is in Vlaanderen. Deze maatregel is geïmplementeerd als onderdeel van deze ‘ERP’. Er wordt ook aanvullende informatie gegeven op de etiketten van producten die deze werkzame stof bevatten. Deze zijn te vinden in het artikel op Fytoweb.

Gebruik van Dual Gold

De aanbevolen dosering voor Dual Gold is 0,3 tot 0,5l in het 4-6 bladstadium van de biet en 0,5 tot 0,65 l/ha wanneer de biet 6 of meer bladeren heeft. Het gebruik is beperkt tot 1,3l/ha per 12 maanden.

Ter herinnering, Dual Gold kan worden gebruikt tot 23 juli 2024.

S-metolachloor, de werkzame stof in Dual Gold, is ook opgenomen in het emissiereductieplan. Alle hieruit voortvloeiende maatregelen zijn beschikbaar op de Fytoweb website.

Plagen: eitjes van zweefvliegen en bietenvlieg in bieten

Sinds enkele dagen worden er kleine witte eitjes van de zweefvlieg waargenomen in de bieten.

De larve van de zweefvlieg is een natuurlijke vijand van de bladluizen en moet dus gespaard worden. Deze moeten niet verward worden met eieren van de bietenvlieg, eveneens waargenomen alsook de eerste maden.

Eitjes van de zweefvlieg zijn wit, langwerpig en zeer klein (<2 mm) en meestal alleen. Eitjes van de bietenvlieg zijn evenzeer wit, maar daarentegen groter en dikker en liggen in groepjes van 2-5 eitjes samen.

KBIVB

Lees ook in Bieten

Meer artikelen bekijken